Op 7 juni j.l. was ik te horen op BNR in een interview over het Hindenburg Omen. De Hindenburg-indicator ontleent zijn naam aan de in 1937 verongelukte zeppelin Hindenburg en is een technische indicator die aangeeft dat de beurzen in een ongezonde staat verkeren hetgeen mogelijk tot ongelukken gaat leiden in de komende periode.
Voor wie het nog eens rustig wil nalezen, in de column ’30% kans op een crash’ heb ik deze indicator drie jaar geleden al eens uitgebreid uitgelegd.
Beluister het interview op BNR terug of lees hieronder het script van het radioverslag:
Technische analisten houden hun hart vast. Want het Hindenburg Omen is weer terug en geeft een crashwaarschuwing aan de markt. Na het Hindenburg Omen, is er een kans van één op vier dat de markt binnen een paar maanden met meer dan 15 procent daalt.
Hogervorst: “In 77 procent van de gevallen was de daling minimaal 5 procent.”
Het is wel duidelijk dat wanneer een signaal wordt vernoemd naar de verongelukte zeppelin dat het niet bepaald een optimistisch marktsignaal betreft. Bij de ramp in 1937 kwamen 93 mensen om het leven. Maar heel somber hoeft u wat betreft de markt echt nog niet te worden, legt marktanalist Elmer Hogervorst uit. “Het is niet zo, zoals vaak geroepen wordt, dat als we een Hindenburg Omen hebben er daadwerkelijk een crash komt. Je moet het eigenlijk omdraaien.”
Hogervorst rekent hardop: “De situatie dat er een kans op een crash komt, neemt aanzienlijk toe. In de afgelopen 28 jaar is er ongeveer 29 keer een situatie geweest waarin het alert werd afgegeven. In 77 procent van de gevallen was de daling minimaal 5 procent. In 55 procent van de gevallen was de daling meer dan 8 procent. En als je het over beurscrashes hebt - dalingen op beurzen van meer dan 15 procent - was dat één op de vier keer het geval.”
Hoe werkt het Omen precies
De kans dat het niet komt tot een beurscrash is dus 75 procent. Toch is het Omen opmerkelijk want zonder dat teken is de kans op een crash maar 0,1 procent en dan is 25 procent toch wel een aanzienlijk grotere kans. Hoe het teken precies werkt? “Het belangrijkste van de indicator is dat je kijkt naar de toppen en de bodems van de beursfondsen”, zegt Hogervorst. En de afgelopen maanden waren er in stijgende markt logischerwijze veel ‘highs’ te zien. “Maar op een gegeven moment kan het zich voordoen dat er een soort metaalmoeheid optreedt in die stijging. Dan zie je niet alleen nieuwe toppen maar ook diverse fondsen die nieuwe bodems bereiken. Als er dan een bepaalde verhouding is, ontstaat er een ongezonde marktomgeving. Want hoe kun je nou in een markt die stijgende is ook heel veel fondsen hebben die ondertussen nieuwe bodems raken”, vraagt Hogervorst zich hardop af.
De markt wordt dus gedragen door steeds minder fondsen en een deel van de fondsen is al van richting veranderd. Pas als het aantal dalende fondsen groot genoeg is is er aan één van de vereisten van het Hindenburg Omen voldaan. Maar er zijn nog wat vereisten die behoorlijk technisch van aard zijn. Zo moet in ieder geval moet het 50-daags gemiddelde van de markt als geheel nog stijgend zijn. En er moeten twee van dit soort situaties zich voordoen. “Op dat moment beginnen de bellen te rinkelen. Dan ontstaat er een verhoogde kans op verdere daling van de beurzen.”
Fundamentele analisten positief
Technisch gezien is er dus sprake van crashdreiging. Maar twee fundamentele analisten zijn allebei juist nog positief. Allereerst Lars Dijkstra van Kempen Vermogensbeheer. Hij stelt zijn mening pas bij als er iets rigoureus verandert in de Amerikaanse economie. “Als die echt bijster tegen vallen, en niet zoals nu in de markt waarbij de prijs redelijk door blijft groeien, maar echt een aantal kwartalen achter elkaar tegenvalt, dat zou ons op een wat ander spoor zetten. Vooral omdat Amerika nog steeds de locomotief van de wereldeconomie is. En als die locomotief echt een aantal kwartalen tot stilstand zou komen, is dat slechts nieuws voor aandelen”, zegt Dijkstra.
Hij is minder bang voor de Fed want volgens hem duurt het nog wel even voordat er echt teruggeschroefd gaat worden. Ook Valentijn van Nieuwenhuizen van ING zoekt de oorzaak van een echte markt omslag bij de economie. “Vooral als je echt aanleiding krijgt om te verwachten dat de wereldeconomie gaat terugvallen. En de afgelopen maand zijn de cijfers eigenlijk nog niet zo zwak dat je dat verwacht. Dus nog geen zorg, maar daar kijken we erg naar. Wat je wel ziet, is dat de markt zich wat meer zorgen maakt over de doorgaande steun van centrale bankiers en hun bereidheid om de liquiditeitskraan open te houden. Dat veroorzaakt wat van de recente onrust.”
Kortom, de strategen zijn positief maar één op vier dat ze het bij het verkeerde eind hebben.