Op een gegeven moment zullen verouderende aristocraten moeten accepteren dat ze dingen moeten veranderen om alles hetzelfde te laten blijven.
Royal Dutch Shell (LON:RDSa), één van de handvol olie-giganten die de afgelopen eeuw de wereldwijde energiemarkt domineerden, wedt steeds meer op een heel andere onderneming om ervoor te zorgen dat het ook deze eeuw kan domineren. Terwijl het al jaren een omvangrijke handel in stroomproductie en -handel heeft gehad, met name voor zijn interne behoeften en die van de industrie, staat Shell nu op het punt om ook elektriciteit aan de massa’s te verkopen.
Het management vindt dat het die sprong moet maken, wil het bedrijf op de lange termijn nog relevant blijven. “Het energiesysteem gaat in de loop van de tijd over op elektriciteit en die elektriciteit moet duurzaam zijn,” zegt Colin Crooks, chief executive van Shell Energy. Hij zette de strategie vorige week uiteen bij Sky News, toen het bedrijf zijn eerst grote onderneming in Britse huishoudelijke stroomvoorziening bekendmaakte met de re-branding van het Britse First Utility.
In de re-branding zit de lancering van een van de laagste basistariefplannen op de Britse markt inbegrepen, met energie die 100% afkomstig is van hernieuwbare bronnen. Shell biedt klanten ook een korting van 3% op aankopen in zijn tankstations.
Energiesector een loterij
Net als in andere verstoorde sectoren is het één van de grootste uitdagingen om te raden welk deel van het bedrijf in de toekomst de meeste waarde zal bieden. Is het generatie? Transmissie? Huishoudelijk aanbod?
Het gissen wordt bemoeilijkt door de voortdurend bewegende oliemarkt, waardoor de groothandelsprijzen voor energie volatiel blijven. Daar bovenop komt nog de mogelijkheid voor overheden om waarde over te dragen van de ene groep marktgebruikers naar de andere via regulerende prijsplafonds, netwerktarieven, milieubelastingen en subsidies. Het is een loterij. De Duitse RWE (DE:RWEG) heeft de afgelopen vijf jaar volgens gegevens van Investing.com een gemiddeld rendement op het eigen vermogen van -18% behaald. Tegelijkertijd is de Scottish & Southern Energy van het Verenigd Koninkrijk (LON:SSE) met een zeer respectabele 12,7% vooruitgegaan.
Aandelen Shell hebben een gemengde rit gehad. In mei 2018 bereikten ze een hoogtepunt van 73,86 dollar en in december stortten ze met 25% ineen. Voor nu hebben ze weer iets van hun momentum teruggewonnen. De in de VS verhandelde ADR, die sinds eind 2018 met 13% is gestegen, sloot vrijdag op 62,59 dollar.
Trouw aan haar gewoontes van zowel stroomopwaarts als stroomafwaarts opereren, dekt Shell haar investeringen goed af. Naast First Utility kocht het dit jaar ook Sonnen, een Duitse fabrikant van residentiële energieopslag die in dezelfde sector werkt als Tesla’s (NASDAQ:TSLA) Power Wall, en twee fabrikanten van oplaadtoepassingen, Greenlots en NewMotion, om de groeiende doelgroep van bestuurders van elektrische voertuigen te bedienen.
Daarnaast is Shell samen met het Nederlandse pensioenfonds op energieleverancier Eneco aan het bieden en heeft het opdracht gegeven voor twee grote windparken voor de Nederlandse kust. In totaal streeft het ernaar om in 2019 en 2020 jaarlijks tot 2 miljard dollar te investeren via haar divisie ‘New Energies.’
Dat is een lastig getal, met een verbruik tot 8% van het groeps-capexbudget en een bedrag dat overeenkomt met ruim 12% van het dividend van vorig jaar. Aandeelhouders, die net weer gewend zijn om hun kwartaaldividenden volledig in contanten te krijgen, zouden best wel eens kunnen gaan mopperen dat het geld beter besteed zou kunnen worden, ofwel aan de ontwikkeling van de olie- en gas-activa van het bedrijf, ofwel aan hogere uitbetalingen.
Shells strategische voordelen
Toch heeft Shell drie grote factoren in haar voordeel.
- Ten eerste heeft het de kracht van haar balans en haar diepgaande kennis van de energiegrondstoffenmarkten. In tegenstelling tot een tiental concurrenten van First Utility zal het bedrijf niet uit de markt worden gedrukt door een onverwachte ommekeer in de energie-groothandelsprijzen.
- Ten tweede wordt het inzetten op hernieuwbare energie goedkoper naarmate de technologie volwassener wordt. Dat beschermt de technologie niet volledig tegen de volatiliteit van het energiebeleid, maar het vermindert wel de noodzaak van subsidies om de bedragen bij elkaar op te tellen. Daardoor is het risico kleiner dat Shell zijn eerste rampzalige flirt met groene stroom herhaalt. (Deze mislukking kwam op hetzelfde moment dat BP de wereld probeerde wijs te maken dat het “voorbij Petroleum” was.) In de aanbesteding voor de windmolenparken van Shell en Eneco staat dat er geen subsidie voor windenergie in het verdienmodel mag worden opgenomen.
- Ten derde betekent de omwenteling in de energiesector dat er een aantal grote en bekende bedrijven zijn die onmiddellijke schaalvergroting tegen relatief lage kosten zouden kunnen bieden.
Er is met name één bedrijf dat een belangrijke toetssteen zou kunnen worden voor de betrokkenheid van Shell bij haar nieuwe zakelijke richting. Het in Groot-Brittannië gevestigde Npower heeft zes keer zo veel klanten als First Utility en een jaarlijkse omzet van $8 miljard. Om dit bedrijf over te nemen is een stapsgewijze verandering van het investeringsbudget nodig, evenals het geduld om het bedrijf om te vormen nadat het de afgelopen vier jaar geld heeft verloren.
Het is dit soort overname dat het geduld van de aandeelhouders van Shell serieus op de proef zou kunnen stellen. Maar als het olie- en gasbedrijf echt “de grootste energie-business ter wereld” wil blijven, zoals Crooks beweert, dan is dit het soort gok dat Shell zal moeten nemen.