Een slecht beursjaar
Het jaar 2022 was beleggers niet goed gezind. Oorlog, inflatie en stijgende rentes. De koersen zakten en het werd het slechtste beursjaar sinds 2008. Aan het begin van het nieuwe jaar lijkt een onafwendbare recessie de consensus. De inflatie neemt een flinke hap uit de koopkracht van de consument, de consumptie krimpt, de economische groei neemt af, de huizenprijzen en de bedrijfswinsten dalen. Eén indicator lijkt echter een dominante factor in deze mineurstemming: de omgekeerde rentecurve.
Een omgekeerde rentecurve
Sinds deze herfst is de rente op korte staatsleningen in de Verenigde Staten hoger dan de rente op 10-jaars staatsleningen. De rentecurve is omgekeerd. Aan alle recessies sinds de Tweede Wereldoorlog ging een omgekeerde rentecurve vooraf. Deskundigen verwachten dan ook unaniem een recessie. Sterker nog, sinds de jaren 80 is de rentecurve nooit zo sterk omgekeerd geweest. Een recessie in 2023 of 2024 lijkt een zekerheid. Zou het?
De rentecurve
Wat is eigenlijk een rentecurve en waarom is een omgekeerde rentecurve een voorbode voor naderend economisch onheil? Een rentecurve geeft de relatie aan tussen het verwachte rendement en de looptijd van verschillende obligaties met dezelfde kredietwaardigheid. De rentecurve geeft het verschil aan tussen verschillende rentepercentages, korte en lange. Vaak wordt dit grafisch weergegeven. Als uitgangspunt geldt het risicovrije rendement op staatsobligaties.
Normale situatie
Normaal leveren obligaties met een langere looptijd een hoger rendement op dan obligaties met een kortere looptijd. Het risico voor de geldverstrekker wordt immers groter naarmate de looptijd langer wordt. Denk aan renteschommelingen, inflatie en het risico op wanbetaling. Ter compensatie van dat hogere risico eisen beleggers in obligaties dan ook een hogere rentevergoeding.
Omgekeerd
Bij een omgekeerde curve hebben obligaties met een korte looptijd echter een hogere rente dan lange looptijden. Centrale banken verhogen de rente om de inflatie te bestrijden. Beleggers worden somber over de economische ontwikkelingen. Ze verwachten dat de economische groei en uiteindelijk ook de inflatie gaan afnemen en verkopen risicovolle assets en herbeleggen de opbrengst in obligaties met een langere looptijd. De korte rente stijgt voorbij de lange rente. De rentecurve keert om.
Een spread van 100 basispunten
Deze situatie doet zich nu voor. De centrale banken verhogen de rente om de inflatie te bestrijden. Beleggers prijzen een naderende groeivertraging in. De rente op 10-jaars staatsleningen in de Verenigde Staten bedraagt nu 3,75 procent. De rente op 3-maans staatsleningen in de Verenigde Staten bedraagt echter 4,43 procent. Er worden meer renteverhogingen door de Federal Reserve verwacht. De spread bedraagt momenteel maar liefst 68 basispunten. Dat was half december overigens zelfs ruim 100 basispunten.
Niet meteen alarmerend
Is dit alarmerend? Komt er een recessie? Dat is niet onmogelijk. Het hoeft echter niet. De nominale groei (het BNP in echte dollars) is op dit moment veel hoger dan beleidsrente van de centrale bank. Het voor inflatie gecorrigeerde BNP bedraagt weliswaar slechts 1,9 procent in de Verenigde Staten, maar het nominale BNP maar liefst 9,2 procent. Dat is bijna 5 procent hoger dan de Fed Funds Rate. De liquiditeiten klotsen nog steeds tegen de plinten.
Arbeidsmarkt recht overeind
Daarnaast is de arbeidsmarkt in de Verenigde Staten nog steeds ijzersterk. Er zijn veel meer vacatures dan werklozen. Overal klaagt men over een tekort aan personeel. Van een naderende recessie lijkt geen sprake. Maar ook de geldgroei is ondanks het verkrappende beleid van de Federal Reserve nog steeds een stuk hoger dan bijvoorbeeld voor de uitbraak van corona, begin 2020. M2 bedraagt momenteel 21.000 miljard dollar tegen 15.000 miljard dollar toen.
Nog een bedenking
Nog een bedenking over de zeggingskracht van omgekeerde rentecurves is het volgende. Er wordt gezegd dat alle recessies werden ingeleid door een omgekeerde rentecurve. Nader onderzoek nuanceert dit. De recessies van 1953, 1957 en 1960 ontstonden zonder dat de rentecurve ooit omgekeerd was. Ook waren er valse signalen in 1966 en 1986. De omgekeerde rentecurve leidde toen niet tot een recessie.
Groeivertraging, maar recessie is niet zeker
Een omgekeerde rentecurve is een indicator die op een naderende recessie kan duiden. Als enige indicator is hij echter niet voldoende om een recessie te kunnen voorspellen. Andere indicatoren zoals de huizenmarkt, de arbeidsmarkt en de aanwezige liquiditeiten in de economie moeten eveneens in ogenschouw genomen worden. Inderdaad, een vertraging van de groei is zeker te verwachten, maar een recessie is nog niet zeker. En zelfs dan hoeft het geen zware economische terugval te worden.