Toen president Trump op maandag tweette dat de prijzen van olie te hoog werden, daalden deze prijzen in de middag met meer dan 3%.
Dit was een kleine dip in wat eigenlijk een zeer sterke start is geweest voor de olieprijzen in 2019. Volgens de Wall Street Journal hebben de olieprijzen "hun beste jaarstart ooit." Saoedi-Arabië reageerde op de tweets van president Trump en zei: "we doen het rustig aan." De Saoedische minister van olie, Khalid Al Falih, legde uit dat de 25 landen die deelnemen aan de OPEC en niet-OPEC met hun productieverlagingen "een zeer langzame en weloverwogen aanpak volgen."
Geen gezamenlijke OPEC aanpak
In werkelijkheid is de productie van de OPEC licht gedaald, maar dat is niet omdat de producenten een "gemeten aanpak" volgen. Wat er gebeurt, is dat sommige producenten veel meer bezuinigen dan verwacht, terwijl andere aanzienlijk overproduceren. Als we kijken naar het geheel, dan krijgen we misschien de indruk van "kalm en afgemeten," maar als we de individuele landen naast elkaar zetten, dan ziet de productie er ongelijkmatig uit.
In januari heeft de OPEC gezamenlijk de productie met 797.000 bpd verlaagd. Dit was minder dan de doelstelling van 812.000 bpd. De meeste productieverlagingen kwamen van één enkele producent, Saoedi-Arabië, die zijn eigen productie met 350.000 bpd verminderde. De meeste OPEC-producenten overschreden hun quota licht, waarbij Irak 157.000 bpd te veel produceerde en Nigeria 107.000 bpd. De productie van Venezuela, Iran en Libië was ook lager, maar deze leden zijn vrijgesteld van quota.
Ook de productie van de niet-OPEC-producenten die deelnemen aan de productieverlagingen is ongelijk. Rusland, veruit de grootste en belangrijkste niet-OPEC-producent die deelneemt, heeft de productie verminderd, maar lang niet zoveel als het had toegezegd. De Russische productie steeg in januari, ondanks dat de Russische minister van olie Alexander Novak zegt dat Rusland zijn productie in februari met 47.000 bpd heeft verminderd. Deze verlaging is nog steeds kleiner dan was afgesproken in december 2018.
Ondertussen negeert Kazachstan, een van de andere grote producenten die betrokken zijn bij het niet-OPEC-deel van de overeenkomst, in wezen alle verplichtingen om de productie te verminderen. Kazachstan bevestigde dat zijn olieproductie in 2018 een recordhoogte bereikte. Het belangrijkste olieproducerende veld, Kashagan, produceerde in januari 380.000 bpd. Het land is van plan om de productie op dit niveau te houden voor ten minste de eerste helft van 2019.
Saoedi-Arabië zegt dat het van plan is om zijn productie in maart opnieuw te verlagen tot 9,8 miljoen bpd. Het wil eveneens de export naar de Verenigde Staten weer verlagen. Deze aankondiging deed de olieprijzen eerder in februari stijgen en zorgde er ook voor dat banken, zoals Merrill Lynch, voorspelden dat Brent in 2019 gemiddeld 70 dollar per vat zou bedragen.
De productie-afspraken van OPEC- en niet-OPEC zijn zo ontworpen dat elke producerende natie een relatief klein percentage van de productie zou verminderen. Alles bij elkaar zou de vermindering van de productie echter significant zijn voor de oliemarkt. In plaats van dit voorspelde scenario zien we nu dat enkele landen die meer of juist minder produceren dan het voorgeschreven percentage. Als er nu plotseling 100.000 bpd uit één land op of van de markt zou gaan, dan zou dat een sterk effect hebben op de olieprijzen.
Als Saoedi-Arabië bijvoorbeeld de productie verhoogt (wat begrijpelijk is, gezien de nieuw ontdekte toegenomen reservecapaciteit), dan zou de prijs dalen. Als zich in één land een ramp zou voordoen (bijvoorbeeld de sabotage van een oliepijpleiding door de Niger Delta Avengers), dan zouden er minder deelnemende landen zijn die dat verlies konden goedmaken, omdat velen van hen al overproduceren. De huidige situatie zet Saoedi-Arabië in de positie dat het bijna de enige is die de productie kan verhogen. De OPEC/non-OPEC-overeenkomst is dus uit balans.
De tweet van president Trump was waarschijnlijk slechts een reactie op de stijgende benzineprijzen in de Verenigde Staten. Deze prijzen zijn grotendeels gestegen als gevolg van de nieuwe sancties op Venezolaanse olie en het geplande onderhoudsseizoen van de raffinaderijen. Het is gebruikelijk dat de prijzen stijgen als de raffinaderijen uit de roulatie gaan om onderhoud uit te voeren en overschakelen op de productie van het duurdere type zomerbenzine.
Al met al blijkt echter, uit de tweet van Trump en de reactie van Al Falih daarop, dat de huidige OPEC/non-OPEC-overeenkomst de markt niet stabiliseert.