Het is tegenwoordig weer wat prettiger tanken aan de pomp omdat de olieprijzen maar blijven dalen. Inmiddels is er al zo’n 20 procent van de olieprijzen af sinds ze piekten in april. Gisteren kregen ze wederom een stevige dreun. Zowel een vat Amerikaanse ‘West Texas Intermediate’ (WTI) als een vat Brent daalde met circa 3,8 procent. De aanleiding hiervoor was dat de Amerikaanse olievoorraden afgelopen week wederom zijn toegenomen terwijl er een afname werd verwacht. In plaats van een daling van 0,6 miljoen vaten kwam er gisteren bij het Amerikaanse energieministerie EIA een toename van 2,2 miljoen vaten uit de bus. De totale voorraad bedraagt nu 485,5 miljoen vaten.
Het feit dat de voorraden alsmaar toenemen is niet zozeer een gevolg van een toegenomen productie, maar meer van een afgenomen vraag. Als gevolg van de afgenomen wereldhandel, vooral tussen de Verenigde Staten en China, ontstaat de verwachting bij inkopers van olie en oliedestillaten dat er minder vraag naar energie en olieproducten zal gaan komen. Daarom stellen zij de inkoop van olie uit. Daarnaast geven de dalende termijncontractprijzen van olie, nu het handelsconflict tussen Trump en Xi Jinping maar voortduurt, beleggers in de oliemarkt een signaal om nu winst te nemen. Dit helpt de olieprijs natuurlijk ook niet.
Toch stijgen de olieprijzen vandaag weer en is het verlies van gisteren bijna weggepoetst. De reden voor de stijgende prijzen vandaag is een (mogelijke) aanval op een tweetal olietankers in de Golf van Oman. De instabiliteit in deze regio, vooral als gevolg van de Amerikaanse sancties tegen Iran, doet oliebeleggers soms schrikken met een tijdelijk hogere olieprijs tot gevolg.
Ook de voorraden benzine stijgen in de Verenigde Staten. Afgelopen week liepen ze met 800.000 vaten op ondanks de start van ‘driving season’, het seizoen waar Amerikanen massaal in de auto stappen voor vakantie, uitjes of bezoek van familie. De mindere vraag naar benzine is gunstig voor de herverkiezing van president Trump. De benzineprijs is immers belangrijke variabele voor de Amerikaanse kiezer bij zijn of haar mate van tevredenheid over de Amerikaanse regering. De gemiddelde benzineprijs voor een gallon (3,8 liter) bedraagt momenteel 2,732 dollar. Dit is 7,5 dollarcent lager dan een jaar geleden. Trump zal dit ongetwijfeld als zijn verdienste claimen.
Het grootste staatsfonds ter wereld stapt uit fossiele energie
Gisteren heeft het Noorse parlement dan eindelijk toestemming gegeven aan het staatsbeleggingsfonds om zijn beleggingen in fossiele brandstoffen deels af te bouwen. Deze wens bestaat al sinds 2017 bij het fonds en is nu geformaliseerd. Het is de bedoeling de vrijkomende middelen te herbeleggen in aanbieders van duurzame energie. Er zal ongeveer voor 13 miljard dollar verkocht gaan worden. Vooral kolenbedrijven (BHP (ASX:BHP), Glencore (LON:GLEN)) en kleinere olie- en gasbedrijven (in de media worden genoemd Anadarko Petroleum (NYSE:APC) en Occidental Petroleum (NYSE:OXY)) zijn de klos. Maar ook in bedrijven als SBM Offshore (AS:SBMO), Vopak (AS:VOPA) of Fugro (AS:FUGRc) kan meer aanbod verwacht worden. Totaal belegt het staatsfonds in 341 fossiele brandstofbedrijven. Hiervan is ongeveer een derde van Amerikaanse origine. Beleggers in oliemajors als Royal Dutch Shell (AS:RDSa) en ExxonMobil (NYSE:XOM) hoeven zich geen zorgen te maken, deze bedrijven blijven wel in het beleggingsuniversum van de megabelegger. De beleggingen in duurzame energie mogen groeien naar circa 20 miljard dollar, ongeveer 2 procent van het 1000 miljard dollar grote staatsfonds dat elke Noor miljonair heeft gemaakt met de belegging van de Noorse olie- en gasinkomsten.