Take my crude, please!
“Take my crude…please!” Nog maar 15 maanden geleden was de vraag naar olie zo ver ingezakt dat handelaren hun overtollige voorraden niet meer kwijt konden. Het stadje Cushing in Oklahoma is in de Verenigde Staten de centrale plaats waar grote hoeveelheden olie worden opgeslagen. Op het dieptepunt van de pandemie was de vraag fors gedaald en spoelde de olie rijkelijk richting de opslagterminals. Die zaten op zeker moment echter tjokvol. Een bizarre situatie die er zelfs even toe leidde dat een afnemer van een vat West Texas Intermediate bij aankoop geld toe kreeg. De olieprijs was als gevolg van de crisis volledig ingestort. Hoe anders is de situatie 15 maanden later. De prijs voor een vat Brent olie is dit jaar reeds met 50 procent opgelopen, naar 77 dollar.
OPEC Plus
De OPEC Plus, een verzameling olieproducerende landen inclusief grootmacht Rusland, greep razendsnel in. De wereldwijde productie van olie werd ingekrompen met 10 miljoen vaten per dag. De komst van een vaccin en de herstellende economieën wereldwijd droegen vervolgens bij aan het herstel van de olieprijs. Niet alleen de OPEC plus was hiervoor verantwoordelijk. De Amerikaanse schalie-industrie kreeg door de pandemie harde klappen. Voor de uitbraak van het virus was de schaliesector op zijn hoogtepunt nog goed voor de productie van 13 miljoen vaten per dag. Dat is inmiddels nog maar 11 miljoen vaten. De oliecrash heeft veel producenten in de Verenigde Staten geen goed gedaan.
Internationaal Energie Agentschap
Overal gaan de samenlevingen weer open. De vraag naar olie neemt weer toe. Het is echter de vraag of de producenten dat straks bij kunnen houden. Niet alleen de pandemie heeft er flink ingehakt, ook staan de grote olieproducenten sterk onder druk van de publieke opinie om afscheid te nemen van hun fossiele brandstoffen. Zelfs het Internationaal Energie Agentschap spoorde de oil majors aan niet langer in nieuwe bronnen te investeren. Anders zullen de gestelde emissiedoelstellingen in 2050 nooit gehaald worden. Volgens energieconsultant Wood McKenzie hebben Exxon (NYSE:XOM), Chevron (NYSE:CVX), Shell (AS:RDSa), BP (LON:BP), Total (PA:TTEF) en ENI gezamenlijk reeds voor 28 miljard dollar aan belangen verkocht sinds 2018. Men verwacht de komende jaren voor nog eens 30 miljard dollar aan assets te verkopen. De wereld moet immers groener. De investeringen in nieuwe velden lagen overigens al jarenlang onder druk.
Willen we groen worden of alleen maar groen lijken?
Hoewel de grote oliemaatschappijen onder druk dus steeds meer assets van de hand doen is het maar de vraag of de wereld daar veel schoner van gaat worden. De beursgenoteerde oil majors zijn gezamenlijk goed voor slechts 12 procent van de wereldwijde olie- en gasreserves en maar voor 10 procent van de CO2-uitstoot. De staatsoliemaatschappijen zijn veel groter. De gedwongen verkoop van de belangen van de oil majors leidt optisch misschien wel tot een schonere wereld, maar waar verkopers zijn, zijn ook kopers. En dat zijn grotendeels bedrijven die gevestigd zijn in landen waar men niet veel last heeft van activisten en onafhankelijke rechters. Denk aan Saudi Aramco (SE:2222) en Adnoc (AD:ADNOCDIST) (Abu Dhabi National Oil Company). Maar ook een bedrijf als Gazprom (LON:GAZPq) laat zich weinig aan de wensen van groene activisten gelegen liggen.
Olie blijft nodig
De westerse druk op zijn grote oliemaatschappijen leidt dus enerzijds tot een verzwakking van deze ondernemingen, juist nu we hun investeringen in schone energie zo hard nodig hebben. Anderzijds komen de verkochte oliebelangen terecht bij ondernemingen die – vaak niet uit luxe – flink door blijven pompen. Ook in de opkomende economieën wil men immers graag blijven groeien. En daar is energie voor nodig, veel energie. De afnemende investeringen in nieuwe energiebronnen en de herstellende vraag na de pandemie doen de rest. Oliedeskundigen spreken al over een olieprijs van 100 dollar per vat. Natuurlijk, de OPEC plus zal bij een hogere prijs ook meer gaan produceren. Dat zal de prijs in toom houden. Maar niet alle landen hebben de luxe om hun grondgebied vol te bouwen met windmolens en zonnepanelen. De vraag naar olie zal de prijs uiteindelijk verder opstuwen.
Enige nuance is gewenst
De energietransitie zou ook wel eens te snel kunnen gaan. Een groenere wereld is gewenst, maar enige nuance kan geen kwaad. Wereldwijd is nog steeds 80 procent van de energievoorziening afkomstig van fossiele brandstoffen. Dat kan niet één-twee-drie veranderd worden. Al was het maar omdat er vanuit de bevolking steeds meer protesten komen tegen de ruimte opslokkende windmolens en zonnepanelen. Iedereen is voor een schonere wereld. Maar NIMBY (Not In My Backyard) regeert. We zullen naar verwachting nog tot in de lengte der dagen olie en gas nodig blijven hebben. Staan deze fossiele brandstoffen misschien aan de vooravond van een enorme rally? Een vat olie voor 100 dollar? Die 140 dollar uit ons niet zo verre verleden zou ook wel eens kunnen sneuvelen. Juist in een groenere wereld zouden beleggers in fossiele brandstoffen wel eens spekkoper kunnen blijken. Daar doet de onenigheid binnen de OPEC plus niet veel aan af.