Hoeveel gewicht moeten oliehandelaren geven aan de prijsvoorspellingen van Wall Street-analisten? Deze kunnen de beslissingen van handelaren aanzienlijk beïnvloeden met schattingen die vaak niet uitkomen. Een voorbeeld is RBC Capital, dat voor deze zomer een prijsstijging tot $80 voor brent voorspelde, waardoor oliestieren weleens uit hun hokken zouden kunnen komen. Een ander voorbeeld is Bank of America (NYSE:BAC) dat soortgelijke inschattingen heeft gemaakt en maar liefst $100 per vat olie voorspelde.
Rond deze tijd vorig jaar zagen we vergelijkbare voorspellingen van analisten, en in werkelijkheid haalde brent ook even de $80 per vat in mei en september 2018. Deze hoogtepunten bleken echter tijdelijk te zijn. In oktober was de olieprijs weer aan het dalen, en in december werd het 50 dollar per vat.
Aangezien dit soort voorspellingen de krantenkoppen halen, is het belangrijk voor handelaren om te onthouden dat analisten hun voorspellingen voortdurend herzien en zich vaak vergissen in hun aannames.
Hedgefondsen bereiden zich nu al voor om te profiteren van een mogelijk wilde zomer voor de olieprijzen. Pierre Andurand, wiens hedgefonds vorig jaar meer dan 20% van zijn waarde verloor toen het long ging terwijl de prijs sterk daalde, start een nieuw fonds. Dit nieuwe fonds heet Andurand Commodities Discretionary Fund en zou in staat moeten zijn om te profiteren van de voorspelde pieken.
De Wall Street Journal meldt dat dit nieuwe fonds een "minder bindend risicoprofiel" zal hebben en dat het voor Andurand zelf gemakkelijker zal zijn om de verkoop “sneller te laten verlopen in tijden van verhoogde volatiliteit.” Echter, zoals we hebben gezien met grote oliefondsbeheerders zoals Andurand en Andy Hall, lijkt het vooral moeilijk te zijn om mensen zover te krijgen dat ze investeren in hun fondsen. De mogelijkheden voor fondsen om te investeren zijn het probleem niet.
In de RBC-prognose van januari 2019 voorspelden analisten gemiddelde prijzen van $60 en $68 per vat voor respectievelijk WTI en Brent. Nu, met slechts drie en een halve maand verstreken, hebben zij hun voorspellingen verhoogd tot $67 en $75 per vat voor respectievelijk WTI en Brent. Dit zijn verhogingen van 11,7% en 10,3%. In nog eens drie en een halve maand zouden deze voorspellingen dramatisch anders kunnen zijn.
Zo zou bijvoorbeeld de afgesproken productiebeperking door OPEC en niet-OPEC-landen uit elkaar kunnen vallen wanneer de producenten eind juni opnieuw bijeenkomen. Daardoor zouden de prijzen dalen. Er zijn toenemende aanwijzingen uit Rusland dat het de overeenkomst wil beëindigen, en het land is in feite nog niet eens begonnen met het nakomen van de overeenkomst van december om de productie te verminderen.
Rusland is van cruciaal belang voor de verlenging van een eventuele productieverlaging. Het kan op zijn minst druk uitoefenen om de productie te verhogen. Ook die stap zou al de prijzen verlagen.
Verder zouden we landen met een reservecapaciteit kunnen zien die de productie in de zomer opvoeren en de prijzen in de tweede helft van het jaar laten dalen. Tenslotte kunnen de prijzen ook dalen als de Verenigde Staten besluiten de sancties tegen Iran niet te intensiveren en zelfs niet eens te handhaven.
Wat de vraagzijde betreft, zien we dat de vracht- en vervoerstarieven in de Verenigde Staten zijn gedaald. Vrachtwagens in de VS zijn goed voor ongeveer 70% van het totale transportvolume en vormen dus een goede indicator voor de economische activiteit. De Amerikaanse economie is nu weliswaar nog gezond, maar de dalingen zijn een mogelijke indicator voor een tragere economische groei die de vraag naar brandstof kan beïnvloeden. Daarnaast kan een terugval van de Chinese economie een negatief effect hebben op de olieprijzen.
Elke handelaar en marktkijker moet dan ook verschillende informatiebronnen bekijken en zijn of haar eigen prognoses bepalen. Wall Street-analisten hebben namelijk geen glazen bollen of speciale gaven.