Een 100-jarige staatslening
Bijna twee jaar geleden, in september 2017, lanceerde de Oostenrijkse staat een 100-jarige staatslening met een couponrente van 2,1 procent. De lening werd alom met enige scepsis bekeken. Wie gaat er nu zijn geld voor een periode van 100 jaar uitlenen aan de Oostenrijkse staat voor een magere rente van 2,1 procent? We zijn inmiddels bijna twee jaar verder en de beleggers van het eerste uur zullen niet zonder enige tevredenheid terugkijken op hun beslissing om in deze obligatie te beleggen. Sterker nog, het rendement heeft naar alle waarschijnlijkheid iedere verwachting overtroffen. Want zeg nu zelf, een koers van 189 had men waarschijnlijk nooit verwacht. Inclusief de uitgekeerde couponrente komt dat neer op een rendement van 90,89 procent in nog geen twee jaar!
Forse outperformance
Voor de goede orde, de AEX-index rendeerde inclusief herbelegde dividenden in dezelfde periode 10,2 procent. Wie zei hier ook alweer dat er geen serieus alternatief was voor een belegging in aandelen? Sinds de jaarwisseling heeft deze obligatie ruim 60 procent gerendeerd. Zet dat eens af tegen de AEX-index met zijn overigens ook niet onaardige 11, 3 procent. Maar er zullen niet veel beleggers zijn met deze 100-jarige obligatie in hun portefeuille. Daarom is het wellicht reëler om bijvoorbeeld naar de 10-jarige Nederlandse staatslening te kijken. Rond de jaarwisseling rendeerde deze lening 0,375 procent. Wie leent zijn of haar geld nu uit voor tien jaar tegen een schamele 0,37 procent? Inderdaad, er leek geen alternatief voor een belegging in aandelen.
Er is een alternatief
Toch wel. We zijn inmiddels zo’n 7 ½ maand verder en een investering in deze “saaie” staatslening had een vermetele – of misschien juist wel een extreem risico-averse – belegger het niet onaardige rendement van 8,43 procent opgeleverd. Dat blijft dan wel een paar procent achter bij de AEX-index, maar bedenk wel dat de Nederlandse overheid een AAA-kredietwaardigheid heeft. Sterker nog, samen met Zwitserland is Nederland het enige land ter wereld dat nog nooit tekort is geschoten bij het voldoen aan zijn aflossingsverplichtingen. Goudgerander kan uw belegging niet zijn, zou je zeggen. En dan is ruim 8 procent in zo’n relatief korte periode erg veel.
Gek geworden
Is de obligatiemarkt dan helemaal gek geworden? Met een 10-jaarsrente van 0,47 procent negatief en in Duitsland zelfs 0,59 procent zou je dat wel zeggen. Zelfs het niet overdreven kredietwaardige Italië kent momenteel al een negatieve rente op de kortere looptijden. Wereldwijd staat er nu al 15.000 miljard dollar aan obligaties uit met een negatieve rente. In Denemarken kunnen hypotheken worden afgesloten waarop je geen rente hoeft te betalen maar zelfs geld toe krijgt. Het moment waarop er in Nederland een negatieve rente op een spaarrekening wordt vergoedt lijkt niet ver meer weg.
Een rally van 38 jaar
Waar deskundigen voortdurend wijzen op de toegenomen risico’s in de aandelenmarkt, mede vanwege de gestegen koersen na een bullmarket van meer dan tien jaar, lijken de gevaren in de obligatiemarkt deze verre te overtreffen. Hoe zullen wij met zijn allen over pakweg tien jaar op deze periode terugkijken? Wellicht dat we dan kunnen stellen dat iedereen anno 2019 volledig de weg kwijt was? Of zijn de huidige rendementen op obligaties realistisch? Feit is dat er mede door de globalisering van de afgelopen decennia en vooral de vergrijzing wereldwijd een enorm spaaroverschot is ontstaan. Er is ontzettend veel geld op zoek naar te weinig beleggingsmogelijkheden. En dan gaan vooral de – verondersteld – meest veilige beleggingen hard. En tsja, hoe lager de rente, hoe meer geld je opzij moet zetten voor later. Dus zo vreemd lijkt het nu ook weer niet. Ooit maakte de Fed-gouverneur Paul Volcker naam door de rente in de Verenigde Staten in één klap met 4 procent te verhogen. Het betekende het begin van het einde van de toen heersende hoge inflatie. En het begin van een historische rally op de obligatiemarkten die ondertussen alweer 38 jaar voortduurt. Hoe lang nog?