Het Gezamenlijk Ministerieel Controlecomité (Joint Ministerial Monitoring Committee, JMMC) van de OPEC is afgelopen weekend in Saudi-Arabië bijeengekomen. Uit verslagen blijkt dat het comité bereid is om bij de OPEC aan te bevelen dat het kartel en zijn bondgenoten hun productiebeperkingsakkoord voor de rest van 2019 verlengen. De uiteindelijke beslissing zal genomen worden wanneer de volledige groep ministers in iets meer dan een maand in Wenen bijeenkomt. Een verlenging van de productiebeperking door OPEC+ zou uiteraard een voortzetting van de status quo zijn.
Maar het belangrijkste nieuws van de vergadering is misschien wel dat de OPEC de datum van haar komende, reguliere vergadering waarschijnlijk zal veranderen van 25 juni in de eerste week van juli. De OPEC en OPEC+ vergaderingen kunnen daardoor zelfs op 3 en 4 juli vallen, wat samenvalt met de Onafhankelijkheidsdag in de Verenigde Staten, wanneer de Amerikaanse markten gesloten zijn en er niemand in de VS in de buurt van zijn of haar kantoor zal zijn.
Mogelijk is er die dag slechts één man die het nieuws en de zakenzenders op de kabeltelevisie bekijkt. Zijn naam is Donald Trump, en hij is toevallig die ene persoon die met één enkele tweet de olieprijzen kan beïnvloeden.
Het gerucht gaat dat OPEC de vergadering naar juli wil verplaatsen om deze aan te passen aan de agenda van de Russische olieminister Alexander Novak. Een vergadering in de eerste week van juli zou echter ook kunnen helpen om massale handel in de markt te verhinderen, mocht deze voortvloeien uit een meningsverschil tussen deelnemende landen.
De Europese en Aziatische handelaars zullen ook eerder op vakantie zijn in juli. De handel is doorgaans lichter omdat mensen tijd buiten doorbrengen en met hun familie. President Trump is echter een fervent Twitteraar, ook in de vakantie, en uiteraard zal hij meer dan de gemiddelde handelaar te horen krijgen over zaken als de olieprijzen. Als Trump vreest dat de olieprijzen zich hoger bewegen als gevolg van OPEC-besluiten (ofwel, een verlenging van de huidige productiequota), dan kan hij de OPEC en vooral Saoedi-Arabië aanroepen om de productie niet te verhogen.
De grote kwestie op de aanstaande OPEC en OPEC+ vergadering is of andere producerende landen geloven wat Trump heeft gezegd over de Saoedi’s: dat ze de productie zullen verhogen om de ontbrekende Iraanse export te compenseren. Sinds Trump bijna een maand geleden aankondigde dat hij de sancties op Iraanse olie aan zou scherpen, heeft hij geprobeerd om de oliemarkt tot bedaren te brengen door te zeggen dat Saudi-Arabië het verschil goed zal maken. Als reactie hierop heeft Saoedi-Arabië zijn best gedaan om andere OPEC-landen gerust te stellen dat het geen afzonderlijke overeenkomst met de Verenigde Staten heeft en dat de olieproductie binnen de grenzen van de OPEC-quota zal blijven. Dit is echter hoe dan ook een belangrijk punt op de komende vergadering.
Als andere landen denken dat Saoedi-Arabië meer olie zal pompen om de Amerikaanse regering tevreden te stellen, dan is er voor hen geen reden meer om zich aan productiequota te houden. Uiteraard zou dat voor Trump prima zijn, want het einde van de productiebeperkingsdeal zou dan precies in het zomerseizoen vallen, als veel Amerikanen met de auto op vakantie gaan.