Gisteren publiceerde de Europese Centrale Bank (ECB) de notulen van de laatste vergadering in april. De monetaire beleidsmakers hebben jarenlang maatregelen genomen om de inflatie in de eurozone structureel in de buurt van de 2 procent te krijgen. Er zijn zelfs tijden geweest dat de ECB ten strijde trok tegen deflatie.
De geest is uit de fles
Hoe anders is het nu. De mondiale recessie als gevolg van de lockdown maatregelen om de coronapandemie de kop in te drukken, hebben monetaire beleidsmakers en overheden doen besluiten om een enorme steunoperaties in het leven te roepen. Hierdoor werd de vraag volgens het “Keynesiaanse model” sterk aangewakkerd. Deze aanpak bleek succesvol omdat er sprake was van de kortste economische recessie ooit. Producenten konden in eerste instantie voldoen aan de gestegen vraag omdat er genoeg voorraad voorhanden was. De schoen begon echter te wringen toen de voorraden als sneeuw voor de zon verdwenen en de vraag verder toenam. Toeleveranciers kregen moeite om aan de vraag te voldoen omdat er schaarste ontstond aan grondstoffen, materialen en gekwalificeerd personeel.
De situatie werd nog verergerd door de oorlog in Oekraïne waardoor de prijzen van olie en gas de pan uit zijn gerezen.
De wereldwijde disruptie in toeleveringsketens, gestegen energie- en grondstofkosten en in delen van de wereld personeelstekorten hebben ervoor gezorgd dat de inflatiegeest uit de fles is.
Explosieve stijging
Vanochtend maakte het Duitse bureau voor de statistiek, Destatis, bekend dat de producentenprijzen in de maand april met 33,5 procent zijn gestegen op jaarbasis. Deze explosieve groei komt ook tot uitdrukking in de stijging van 2,8 procent op maandbasis.
De inflatie in de eurozone bedroeg in april 7,4 procent. De kerninflatie, zonder rekening te houden met de volatiele prijzen van energie en voeding, is verder gestegen van 3 naar 3,5 procent. De monetaire beleidsbepalers kijken met name naar de ontwikkeling van de kerninflatie. Zij maken een inschatting voor de middellange termijn in hoeverre de gestegen inflatie kan beklijven op een niveau van ongeveer 2 procent.
De tweede ronde
De kritiek op het monetaire beleid van de ECB neemt hand over hand toe. Bij de huidige torenhoge inflatie past geen negatieve rente. Met andere woorden de centrale bank loopt achter de feiten aan.
Om te voorkomen dat de financiële markten het vertrouwen verliezen in de ECB worden de beleidsmakers gedwongen om in actie te komen. Met het argument dat monetaire verkrapping geen oplossing biedt voor de problemen in de aanvoerketens en de hogere energieprijzen komen zij niet meer weg. Door monetair te verkrappen wordt het duurder om geld te lenen en zal daardoor de vraag afnemen. De ECB staat voor de uitdaging om de tweede ronde effecten, denk hierbij onder andere aan de loonprijsspiraal, zo goed mogelijk te managen om de inflatoire druk te verminderen. Het is vrijwel zeker dat in de eerstvolgende beleidsvergadering in juni de weg wordt vrijgemaakt om voor het eerst in tien jaar een 25 basispunten renteverhoging door te voeren in juli.