De beurzen zijn de laatste volledige handelsweek van dit jaar positief van start gegaan. Beleggers kregen een steuntje in de rug van de Bank of Japan. Uit het meest recente Tankan-rapport, het Japanse Beige Book zeg maar, blijkt dat onder de managers van de grote Japanse ondernemingen het vertrouwen toeneemt. Het tempo waarin dat gebeurt is bijna het hoogste van de afgelopen twintig jaar.
Aanstaande woensdag komt een andere centrale bank en wel de Amerikaanse Fed, voor de laatste keer dit jaar bij elkaar. Waarschijnlijk zal Powell, met het tegenvallende cijfer van de werkloosheidsaanvragen van vorige week nog vers in het geheugen, in zijn toelichting op het rentebesluit wederom benadrukken dat er vanuit de Amerikaanse overheid meer stimuleringsmaatregelen moeten komen om de Amerikaanse economie te ondersteunen. De Amerikaanse overheid heeft weliswaar een tijdelijke shutdown kunnen afwenden, maar er is nog steeds geen overeenstemming bereikt over een nieuw steunpakket. Met de presidentsverkiezingen in zicht hadden zowel de Democraten als de Republikeinen hun hakken in het zand gezet en het lijkt wel of ze niet van plan zijn daar verandering in te brengen. Het eerste steunplan kwam (gelukkig) wel vrij vlot, maar vervolgens is de boel in Washington stil komen te liggen.
Groen licht voor claim tegen Mastercard
Waar het allemaal niet stil zal liggen is in de burelen van het hoofdkantoor van Mastercard. Het Britse hooggerechtshof heeft afgelopen vrijdag toestemming gegeven voor een class action-rechtszaak tegen de creditcardmaatschappij. Volgens de klagers zou Mastercard zo’n vijftien jaar lang te hoge kosten in rekening hebben gebracht bij tientallen miljoenen Britse burgers. De claim die goed is voor zo’n 18,5 miljard dollar zou, als deze succesvol is, iedere klager zo’n 300 Britse pond kunnen opleveren. Deze complexe zaak loopt sinds 2007 toen Mastercard in beroep een zaak verloor tegen de Europese Commissie. Die oordeelde toen dat de fees die Mastercard in rekening bracht niet concurrerend genoeg waren.
Dat laatste is uberhaupt lastig te organiseren want Mastercard heeft samen met Visa (NYSE:V) vrijwel het hele netwerk voor het verwerken van betalingen in handen. De technologie wordt iedere dag op elk moment gebruikt om niet alleen veilig en eenvoudig te kunnen betalen, maar vooral ook op een slimme manier. Mastercard verdient niet zozeer aan het uitgeven van kaarten of het verstrekken van krediet, maar men collecteert fees over de gedane transacties. Daarmee worden Apple-achtige winstmarges gerealiseerd van wel 55 procent. Dat laatste blijkt nu dus een doorn in het oog te zijn van veel Britten.
De opkomst van de Apple (NASDAQ:AAPL) Pay’s en Google Pay’s van deze wereld is geen bedreiging voor Mastercard. Want, wil een ondernemer betalingen via digitale wallets accepteren dat moet hij Maestro (Mastercard) of Visa op z’n pinautomaat accepteren. Zonder het netwerk van een van deze twee duopolisten is Apple Pay niet op grote schaal mogelijk. Apple Pay wordt vervolgens betaald uit de interchange fee, het bedrag dat de bank van de verkoper betaalt aan de bank van de koper.
Het feit dat het Britse hooggerechtshof nu akkoord is met de claim, wil overigens niet zeggen dat deze ook al snel zal worden geëffectueerd. De hele procedure loopt zoals gezegd al jaren en in 2017 oordeelde het Competition Appeal Tribunal (CAT) dat de zaak te ingewikkeld was om ook daadwerkelijk door te kunnen zetten. Mastercard heeft gereageerd door te stellen dat de class-action claim vooral is ingegeven door zogenaamde ‘hit and hope’ Amerikaanse advocaten.