Veel onzekerheid
Er is gedurende de afgelopen maand veel onrust de aandelenmarkt binnengeslopen. Bereikten de beurzen eind juli nog nieuwe hoogten, de weken erna moesten ze her en der toch aardig wat veren laten. Reden hiervoor was toch vooral de toegenomen onzekerheid onder beleggers. Komen China en de Verenigde Staten ooit nog tot een handelsovereenkomst of gaat de tarievenoorlog escaleren? Wat zijn de gevolgen voor de wereldeconomie? Ligt er een recessie op de loer? De val van een Italiaanse regering en de naderende Brexit helpen ook niet echt. Eén van de alarmbellen voor een mogelijke recessie is de inmiddels omgekeerde rentecurve.
Een inverse rentecurve
Bij een inverse rentecurve ontvangen beleggers meer rente over leningen met een korte looptijd dan over leningen met een lange looptijd. Daar mensen van nature alle goede dingen in het leven liever nu hebben dan later geldt een normale rentecurve als gebruikelijk. Hoe langer men zijn geld uitleent en dus niet gebruikt om te consumeren, hoe meer rente men erover wil ontvangen. Dat is bij een inverse rentecurve dus niet het geval. Wanneer er sprake is van een inverse curve komt het verdienmodel van banken onder druk. Waarom een krediet verstrekken aan een bedrijf of een particulier wanneer je er nauwelijks op verdient of zelfs op verliest? En wanneer banken minder krediet verstrekken neemt de economische groei af. Met als uitkomst economische krimp. Vandaar de vrees voor een recessie zodra de rentecurve omkeert.
Alarmbellen
Nu was in de Verenigde Staten de rente op 10-jaars staatsleningen al sinds het voorjaar lager dan de rente op leningen met een looptijd van drie maanden. Nu de rentevergoeding op 10-jaars staatsleningen ook onder die met een looptijd van twee jaar is gezakt gaan er meer alarmbellen af. Historisch zijn alle recessies voorafgegaan door een inverse rentecurve. Dat is waar. Maar niet alle inverse curves hadden een recessie tot gevolg. En wanneer er dan wel een recessie op volgde zat er altijd nog een periode van gemiddeld anderhalf jaar tussen voor de economie daadwerkelijk begon te krimpen.
De ene keer niet, de andere keer wel
Nu is het echter vooral interessant waarom er de ene keer wel en de andere keer niet een recessie op volgde. Eén verklaring zou kunnen zijn dat het invers gaan van de curve an sich nog geen voldoende reden vormt voor een economische krimp. Zo volgden recessies altijd wanneer de korte rente harder opliep dan de lange als gevolg van een centrale bank die een te verkrappend beleid voerde. In 1998 ging de rentecurve echter invers omdat de lange rente harder daalde dan de korte. Feitelijk een fundamenteel andere reden dus. Er volgde dan ook geen recessie destijds. Na een korte correctie zouden de beurzen hun glorieuze bullmarket gewoon voortzetten.
Voorzichtig herstel
Is een herhaling van 1998 denkbaar? Wederom is de curve inderdaad invers, maar niet omdat de korte rente harder stijgt dan de lange, maar omdat de lange harder daalt dan de korte. Vormt deze keer een uitzondering op de regel? Veronderstellen dat het deze keer anders is blijkt vaak echter een historische misvatting bij beleggers. Denk aan de beroemde uitspraak van topbelegger John Templeton dat “This time is different” de vier duurste woorden op de beurs ooit zijn. Maar toch, klakkeloos er vanuit gaan dat er een recessie volgt omdat de rentecurve draait, is wellicht ook te kort door de bocht. Het feit dat diverse leidende indicatoren al weer op een voorzichtig herstel in met name China en de Europese Unie wijzen zouden hier op kunnen duiden.