Je zou maar bestuurder van Shell (AS:SHEL) zijn en je aandeelhouders ervan overtuigd hebben dat het voor hen beter zou zijn wanneer Shell volledig Brits zou worden. Hoe leg je dan uit dat hun Britse winst nu tijdelijk 25 procent zwaarder belast wordt? Met recht een vervelende boodschap, terwijl zo’n 20 procent van je aandeelhouders toch al ontevreden is over Shell vanwege het duurzaamheidsbeleid. Maar CEO Van Beurden kan zijn aandeelhouders geruststellen. Volgens analisten van Citigroup wordt slechts 4 procent van de totale winst van Shell in het Verenigd Koninkrijk behaald.
Je zou denken dat je als aandeelhouder bij een conservatieve Britse regering wel goed zit. Maar helaas hebben conservatieven de neiging om, als ze in het nauw komen, populistische maatregelen te nemen om de aandacht van hen af te leiden. Nu Boris Johnson onder vuur ligt met zijn feestjes tijdens de lockdown, kondigt de Britse regering een steunpakket voor de bevolking aan. Deze leuke dingen voor de mensen, waaronder 400 pond per huishouden voor de hoge energierekening, zal onder andere betaald mogen worden door olie- en gasbedrijven in het Britse deel van de Noordzee waaronder dus Shell en BP (LON:BP). Bovenop de bestaande winstbelasting van 40 procent komt er tijdelijk een energiebelasting (‘Windfall Tax’) van 25 procent. Deze zal pas weer verlaagd gaan worden wanneer de olie- en gasprijzen dalen. De tijdelijke maatregel zal volgens de Britse minister van Financiën de komende 12 maanden ongeveer 5 miljard pond gaan opbrengen. Teneinde de afhankelijkheid van Russische energie te verminderen, moet er natuurlijk veel geïnvesteerd gaan worden in Westerse productiecapaciteit. De kosten hiervan mogen in aftrek gebracht worden op de (hogere) winstbelasting.
Een andere rechtse ‘graaier’ vinden we in Hongarije waar Victor Orbán ‘overwinsten’ van Hongaarse bedrijven extra gaat belasten. Onder andere banken, verzekeraars, detailhandels, vliegmaatschappijen en de energie- en telecomsector mogen de komende 2 jaar meer belasting gaan betalen, zo meld het Financieele Dagblad vanmorgen. Orbán gaat de extra opbrengsten investeren in de Hongaarse defensie en richt daarvoor een speciaal fonds op. De maatregelen zorgden gisteren voor forse koersverliezen op de beurs in Boedapest. De index eindigde 5 procent lager.
Negatieve reeks doorbroken?
We zagen gisteren eindelijk weer eens groene borden in New York. De Dow Jones sloot 1,6 procent hoger en de S&P 500 won 2 procent. Het beste deed de techbeurs Nasdaq het met een winst van 2,7 procent. De fantasie bij beleggers op Wall Street kwam weer helemaal terug nu halfgeleiderfabrikant Broadcom (NASDAQ:AVGO) bereid is om 61 miljard dollar op tafel te leggen voor de overname van clouddienstverlener VMware (NYSE:VMW). In de technologiesector zou het één van de grootste overnames ooit zijn. Bovendien kwam Broadcom ook nog eens met betere cijfers dan verwacht. Beleggers waren ook goed gestemd omdat de notulen van de laatste vergadering van de Federal Reserve, die woensdagavond verschenen, de boodschap gaven dat de Amerikaanse centrale bank de rente niet agressiever zal verhogen dan al aangegeven.
De Amerikaanse futures staan op dit moment van schrijven wederom in het groen, dus kan ook vandaag een positieve dag worden. Mocht op Wall Street vandaag een scherpe daling achterwege blijven, dan kan de Dow Jones index ook op weekbasis in het groen sluiten. Hiermee zou een reeks van acht negatieve weken op rij worden doorbroken. Een dergelijke reeks werd voor het laatst bijna 100 jaar geleden geregistreerd, in het jaar 1923. Een mogelijke kink in de kabel zou kunnen komen van het Amerikaanse cijfer van de persoonlijke bestedingen. Dit PCE-cijfer (Personal Consumption Expenditures Price Index) geeft een overzicht van de prijsstijgingen van alle bestedingen in tegenstelling tot het officiële inflatiecijfer (CPI) dat slechts naar een bepaald mandje van goederen en diensten lijkt. Analisten verwachten dat de gemiddelde prijsstijging ten opzichte van de vorige maand 0,7 procent zal bedragen. Wanneer deze voorspelling uitkomt, zou dit gunstig zijn omdat het dan lager is dan vorige maand toen het maand-op-maand cijfer met 1,4 procent toenam. Het zou dan wederom aantonen dat we ‘peak-inflation’ gehad hebben.