De Amerikaanse beurzen wisten gisteravond voor de vierde dag op rij hoger te sluiten. De stemming op de effectenmarkten verbeterde verder dankzij de lagere rente op bijvoorbeeld 10-jarig Amerikaans staatspapier. Het rendement op dit papier daalde gisteren tot onder de 4,6 procent en de daling lijkt vandaag door te zetten. De correlatie tussen de obligatierente en de aandelenmarkten is in de afgelopen weken tot een zeer hoog niveau opgelopen. Slechts een kleine verandering in de stand van de lange rente, heeft direct gevolgen voor de aandelenkoersen en dan met name voor de aandelen met een hoge koers/winst-verhouding zoals het geval is bij veel technologieaandelen. Naast de lagere rente worden de aandelenkoersen ook ondersteund door de lagere olieprijzen en de zwakkere dollar als gevolg van die lagere olieprijzen en renteniveaus. We staan kort voor de publicatie van de diverse bedrijfscijfers over het derde kwartaal, morgen trappen we af in de Verenigde Staten met de cijfers van 5 financiële instellingen en veel Amerikaanse bedrijven zullen in hun toelichting op de cijfers een paragraaf hebben over de sterke dollar die de omzet parten speelt. Dus vinden beleggers een iets zwakkere dollar wel prettig. Bovendien zorgt de dure dollar in Europa ervoor dat de inflatie wordt aangewakkerd. Dus ook op ons eigen continent is een zwakkere dollar welkom.
Toch lijkt de opleving van het optimisme, dat dinsdag werd gevoed door de hoop dat de Fed het rustiger aan gaat doen met zijn rentebeleid, te zijn afgevlakt. In ons beursbericht van gisteren spraken we al over het feit dat positieve opmerkingen van Fed-bestuurders ervoor zorgden dat de Amerikaanse lange rente stokte in zijn opmars. Maar gisteren keerde er iets meer voorzichtigheid terug in de markt. Beleggers keken vooruit naar de momentopname over de inflatie in de Verenigde Staten die vandaag bekend gemaakt wordt. Om half drie komt de consumentenprijsindex (CPI) over september naar buiten. Er wordt een 0,3 procent hogere inflatie over september verwacht ten opzichte van de maand ervoor. Dit zou een verdere afname van de Amerikaanse inflatie betekenen want in augustus was de inflatie nog 0,6 procent hoger dan in juli. Gisteren werd er al een voorschot gegeven met de publicatie van de producentenprijzen over september. Deze PPI viel tegen. Waar er slechts maand op maand 0,3 procent hogere producentenprijzen werden verwacht, bleek dit in werkelijkheid 0,5 procent te zijn. Echter omdat deze 0,5 procent toch lager was dan de 0,7 procent stijging in augustus, had het tegenvallende cijfer weinig invloed op de markt en liep de rente niet op. Wellicht dat dit ook kwam door beleggers die vluchtten in veilige Amerikaanse staatsobligaties vanwege de geopolitieke spanningen in het Midden-Oosten. Dit vluchtgedrag zorgde er ook in Europa voor dat de lange rentes gisteren daalden tot het laagste punt in twee weken.
Ook de gisteravond gepubliceerde notulen van de laatste vergadering van de Fed, die regelmatig toch tot enige opschudding leiden, hadden nauwelijks invloed op het koersverloop. Omdat uit de notulen van de Fed bleek dat een meerderheid van de deelnemers van mening was dat nog een verhoging van de beoogde Federal Funds-rente op een toekomstige bijeenkomst waarschijnlijk passend zou zijn, daalden de koersen op de Amerikaanse markten aanvankelijk. Maar ze herstelden vervolgens weer in het laatste uur van de reguliere handel. Op 31 oktober en 1 november komt het beleidscomité van de Amerikaanse centrale bank opnieuw bijeen. Spannend is of de centrale bankiers dan besluiten of de rente hoog genoeg is om de inflatie in te dammen. Nieuwe data, zoals de sterke banencijfers van afgelopen vrijdag en de consumentenprijsindex die vandaag bekend gemaakt zal worden, zullen een zeer bepalende invloed hebben op dit rentebesluit. Mocht het inflatiecijfer van vanmiddag tegenvallen, dan kan dat het huidige sentiment van een meer duifachtige Federal Reserve wel eens snel doen omslaan.
Flinke belastingaanslag voor Microsoft
Uit een document dat Microsoft (NASDAQ:MSFT) gisteravond inleverde bij de beurswaakhond SEC blijkt dat de verkoper van onder andere Windows en Azure software een flinke belastingaanslag heeft ontvangen van de Amerikaanse belastingdienst. De IRS vordert zo’n 28,9 miljard dollar van de techno reus. Het bedrag is inclusief rente en boetes en heeft betrekking op de belastingjaren 2004 tot en met 2013. De naheffing heeft te maken met het feit dat Microsoft te weinig belasting heeft afgedragen in de Verenigde Staten omdat het bedrijf veel van de bedrijfswinst heeft ‘laten vallen’ in landen met een gunstiger belastingtarief. Microsoft is van mening dat het hiermee niets illegaals heeft gedaan en zal daarom in beroep gaan tegen de Amerikaanse belastingaanslag.