Ongekende maatregelen
De Europese Centrale Bank gaat ervan uit dat de economische dreun van de pandemie veel groter zal zijn als de neergang van na de kredietcrisis van 2008. Om deze klap op te kunnen vangen werd dan ook het Pandemic Emergency Purchase Programme (PEPP) gelanceerd, een nieuw programma om obligaties op te kopen ter grootte van 750 miljard euro. Aanstaande donderdag komt de ECB weer bijeen en zal blijken of men dit genoeg vindt of dat er nog meer nodig zal zijn. Ondertussen staat ook de Europese Unie (“EU”) niet stil. Zo besloten de EU-lidstaten eerder al tot stimuleringsmaatregelen van 540 miljard euro. De voorgestelde meerjarenbegroting van de EU wordt met het oog op de crisis bijgesteld, goed voor nog eens 1100 miljard euro. Daarbovenop kwam recent nog het gezamenlijke voorstel van Merkel en Macron om een noodfonds ter grootte van 500 miljard te lanceren. Een bedrag waar de Europese Commissie nog eens 250 miljard bovenop wil doen. Dat komt in totaal neer op een kleine 2400 miljard euro. Het moge duidelijk zijn, de uitbraak van het coronavirus heeft de geesten rijp gemaakt voor ongekende maatregelen.
Draai van Merkel
Vooral het Frans-Duitse voorstel voor een herstelplan van 500 miljard, aangevuld door de Europese Commissie tot 750 miljard, zorgt voor de nodige beroering. Met dit plan maakt Duitsland namelijk een opzienbarende draai van 180 graden. Lange tijd was men het in de EU namelijk oneens of deze omvangrijke steun in de vorm van leningen of giften zou moeten plaatsvinden. De voornaamste slachtoffers van de pandemie zijn de zuidelijke lidstaten zoals Italië, Spanje en Portugal. De geldverstrekkers voornamelijk het meer kapitaalkrachtige noorden: Nederland, Duitsland en de Scandinavische landen. Duitsland bevond zich tot voor kort in het zuinige kamp: iedere vorm van steun zou vroeg of laat terugbetaald moeten worden. Van giften kon geen sprake zijn. Bondskanselier Merkel maakte met het recente voorstel dus een opmerkelijke draai. De overgebleven “vrekkige vier”, Nederland, Oostenrijk, Zweden en Denemarken hebben de strijd echter nog niet opgegeven.
Schuldenmutualisatie
Bij eurobonds worden er door de EU gezamenlijke obligaties uitgegeven waarvoor de lidstaten garant staan. Er vindt feitelijk een mutualisatie van schulden plaats. Gezien de forse verschillen in financiële soliditeit zou dat in de praktijk neerkomen op een grootschalige overdracht van gelden van noord naar zuid, van rijk naar arm. Het is niet vreemd dat juist landen waar sinds de vorige crisis fors bezuinigd is om de overheidsbegroting weer enigszins op orde te krijgen zich daar fel tegen verzetten. Het is ook niet zo vreemd dat juist bij de landen waar men dergelijke bezuinigingen grotendeels achterwege heeft gelaten nu de ruimte ontbreekt om staatssteun te geven. Vandaar het beroep op de rijkgevulde kassen van de EU (lees: de noordelijke landen).
Geen eurobonds
Italië en Spanje zijn dus een groot voorstander van eurobonds. De “vrekkige vier” en Duitsland niet. De term eurobonds wordt in het gezamenlijke plan van Merkel en Macron dan ook angstvallig vermeden. Het zou de spaarzame Duitse kiezer – toch al geen groot voorstander van allerhande Europese fratsen die zijn spaargeld aantasten – tegen het hoofd stoten. Nee, waar bij eurobonds de lidstaten garant staan voor terugbetaling wordt dat bij dit nieuwe plan Brussel. De EU-begroting wordt feitelijk als een soort hefboom ingezet. De schuld komt bij de Europese Commissie te liggen. Volgens Merkel blijft deze constructie binnen de bestaande EU-verdragen.
De roodste van iedere denkbare rode lijn
Het verzet van de “vrekkige vier” tegen deze gezamenlijke schuld blijft echter overeind. Het is niets meer dan de roodste van ieder denkbare rode lijn die nooit overschreden mag worden. Uiteindelijk vindt er immers toch een transfer van het rijke noorden naar het armlastige zuiden plaats. De zuinige landen worden nu aangesproken op hun gebrek aan solidariteit en humaniteit. Landen als Italië en Spanje vragen zich openlijk af of lidmaatschap van de EU op deze wijze nog wel zin heeft. Nu wreekt zich de afwezigheid van de zuinigste van allen, het Verenigd Koninkrijk. Achter de brede Britse rug konden kleinere landen als Nederland zich steevast schuilen met hun identieke zuinige opvattingen, zonder daar op aangesproken te worden.
Eurobonds die geen eurobonds genoemd mogen worden
Uiteindelijk zullen het noorden en het zuiden elkaar wel vinden. Zo zullen de zuinigen wel instemmen met enige vorm van steun in de vorm van giften aan het zwaar getroffen zuiden. Maar dan wel tegen vooraf gestelde voorwaarden. Anderzijds is de creatie van eurobonds voor een aantal landen in de EU nog steeds een stap te ver. Het zou de eurokritische kiezer in de noordelijke landen te veel tegen de haren in strijken. Nu de crisis gebruiken om eurobonds erdoorheen te drukken zou de EU op termijn kunnen laten barsten.
Wel een uitkomst
Eurobonds zouden overigens voor de creatie van een grote Europese kapitaalmarkt wel een uitkomst zijn. Het zou de EU – immers in omvang de grootste economie ter wereld – eindelijk in staat stellen serieus de concurrentie aan te gaan met die vermaledijde Amerikanen. De omvang van hun kapitaalmarkt stelt de Amerikanen immers voortdurend in staat zich steeds dieper in de schulden te steken en de rekening daarvoor bij de rest van de wereld neer te leggen. In China en Rusland hoort men de autoriteiten daarover knarsetanden, in de EU maakt men zich er blijkbaar minder druk over. Feit blijft dat een deel van de publieke opinie in de EU nog niet rijp is voor eurobonds. Deze obligaties er nu met geweld doorheen drukken zou onvermijdelijk tot brokken leiden. Dus worden er voortdurend omweggetjes verzonnen in de EU om toch hetzelfde doel te realiseren. Zo koopt de ECB onbeperkt obligaties zonder vastgestelde verdeelsleutel en lanceren Merkel en Macron “eurobonds” die geen eurobonds mogen heten. Wordt vervolgd.