Gisteren heeft het Amerikaanse ministerie van Arbeid de ontwikkelingen van de consumentenprijzen in de maand februari gepubliceerd. De consumenten prijs index (cpi) steeg met 7,9 procent op jaarbasis. Dit is het hoogste niveau sinds januari 1982. De voor het monetaire beleid van de centrale bank belangrijke kerninflatie (exclusief voeding en energie) steeg op jaarbasis met 6,4 procent. Ook dit is de hoogste stand in bijna 40 jaar tijd. De gemiddelde verwachting van economen lag volgens een enquête van Dow Jones op 7,8 procent op jaarbasis en 0,7 procent op maandbasis. De markt hield dus al rekening met een forse prijsstijging.
In februari stegen de energieprijzen met 3,5 procent en wegen voor ongeveer éénderde mee in de totale inflatie. Ook de kosten van huisvesting wegen voor ongeveer éénderde mee. Op jaarbasis werden de woonlasten 4,7 procent hoger.
Een goede indicator voor de ontwikkeling van de loon-prijsspiraal is de reële inflatie. Voor de berekening van de reële inflatie wordt de inflatie gecorrigeerd voor de stijging van het gemiddelde uurloon. De afgelopen 12 maanden is het gemiddeld uurloon met 5,1 procent gestegen. Voor de maand februari stijgen de lonen harder dan de prijzen. Dit betekent dat de reële inflatie op maanbasis met 0,8 procent is gedaald.
Volgende week gaat de Amerikaanse centrale bank (Fed) voor het eerst in meer dan 3 jaar de rente verhogen. Het enorme opkoopprogramma, verantwoordelijk voor de snelste groei van de geldhoeveelheid in 2021 van de afgelopen 37 jaar, stopt deze maand om de inflatie te beteugelen.
Minder groei
De Europese Centrale Bank (ECB) kwam in de toelichting op het rentebesluit met nieuwe economische ramingen. De inflatie komt dit jaar veel hoger uit dan verwacht en de risico’s op economische groeivertragingen zijn toegenomen. De ECB rekent voor heel 2022 op een inflatie van 5,1 procent en een kerninflatie van 2,6 procent. De verwachting is dat op korte termijn de inflatie verder zal toenemen als gevolg van de sterk gestegen energieprijzen. Voor 2024 gaan de monetaire beleidsmakers uit van een inflatie 2 procent conform de gemiddelde lange termijn doelstelling.
Ondanks de geopolitieke onzekerheid in het oosten van Europa wordt het opkoopprogramma geleidelijk afgebouwd. Deze maand stopt het nood-opkoopprogramma en wordt het reguliere opkoopprogramma met 10 miljard euro per maand afgebouwd naar 20 miljard in juni van dit jaar. Veranderingen van het opkoopprogramma in het derde kwartaal is afhankelijk van de dan geldende economische outlook voor de eurozone. De ECB heeft, rekening houdend met de oorlog in Oekraïne, de economische groeiverwachtingen voor dit jaar verlaagd van 4,2 procent naar 3,7 procent.
EssilorLuxottica
De brillengigant heeft vanochtend de financiële resultaten over het afgelopen jaar bekend gemaakt. De omzet inclusief Grandvision (AS:GVNV) steeg op jaarbasis met 40 procent en met 20 procent ten opzichte van 2019 (voor het uitbreken van de pandemie). De vergelijkbare omzet in het afgelopen kwartaal (exclusief Grandvision) steeg met 11 procent op jaarbasis en met 7,4 procent ten opzichte van het laatste kwartaal van 2019. Met trots meldde het bedrijf dat de laatste kwartaalomzet in alle regio’s boven het niveau van voor de pandemie is uitgekomen.
Voor heel 2021 is de operationele marge uitgekomen op 16,1 procent. EssilorLuxottica (PA:ESLX) heeft als doelstelling om de operationele marge te verhogen naar 19 à 20 procent in 2026. Door de sterke performance in het laatste kwartaal van 2021 werd de beoogde marge al gerealiseerd. De dubbelcijferige omzetgroei in met name Noord en Latijns Amerika ten opzichte van 2019 waren hier debet aan.
De online verkopen zijn ten opzichte van 2019 met 62 procent gestegen naar 1,5 miljard euro. Dit is bijna 10 procent van de totale jaaromzet exclusief Grandvision.
De brillenreus verwacht een jaarlijkse omzetgroei van 5 à 7 procent en houdt vast aan een operationele marge van 19 à 20 procent ondanks de stijgende inputkosten. Beleggers zien het wel zitten in de brillenmaker. Rond het middaguur noteerde het aandeel 6,5 procent hoger.