Goud en zilver maakten gisteren een opmerkelijke draai. Zo daalde goud intraday naar bijna $1250 om de dag af te sluiten op $1277 en maakte zilver een ommezwaai van $20.50 naar een eindstand van $21.23. Goed voor het moraal, maar vooralsnog zonder al te veel betekenis.
Waar wel waarde aan mag worden gehecht is aan onderstaande grafiek, waarin de monetary base, een maat voor de hoeveelheid geld die in de economie van de VS circuleert, is weergegeven. De nu al bijna verticaal lopende grafiek geeft toch een heel ander beeld af dan de kletskoek over het al of niet stoppen met de zgn. quantative easing, ofwel het digitaal bijdrukken van geld.
De onmogelijkheid om met het bijdrukken van geld te stoppen wordt nog eens bevestigd als de omloopsnelheid van geld wordt weergegeven. Deze daalt gestaag verder, wat aangeeft dat van een aantrekkende economie in het geheel geen sprake is.
Het zijn deze fundamentele gegevens die de stand van zaken aangeven in de Westerse economieën. Daar kunnen geen Bernanke, Draghi en Dijsselbloem tegenop. Net zo min als een mogelijke oplossing uit het Amerikaanse theater met betrekking tot het verhogen van het schuldenplafond. Men is het point-of-no-return al lang gepasseerd; de enige vragen die nu nog resten zijn wanneer de boel gaat instorten, en voor de goud- en zilverliefhebbers wanneer beide edelmetalen los komen van hun prijsonderdrukking.
De vraag is niet òf, maar wanneer.