‘De motor van Europa’, zo wordt Duitsland vaak genoemd. Duitsland is niet alleen de belangrijkste handelspartner van Nederland, maar ook van zestien andere EU-landen. Het afgelopen jaar groeide de economie met 0,4 procent en het land staat daarmee op de eerste plaats in de eurozone als het gaat om economische groei. Wat kunnen we leren van deze economische grootmacht op het gebied van export en binnenlandse vraag? De digitale (r)evolutie speelt daar een belangrijke rol in, zo kunnen we lezen in de Economic Outlook Global Sectors van kredietverzekeraar Euler Hermes.
Sinds de eerste helft van 2012 nemen de bedrijfsmarges af. Deze trend is toe te schrijven aan de lage inflatie in de eurozone en het achteruit gaan van het concurrentievermogen van Japan en de Verenigde Staten – de belangrijkste concurrenten van Duistland. Deze twee factoren oefenen effect uit op de export sinds begin 2013. Het bruto nationaal product van Duitsland is echter flink gegroeid in het eerste deel van 2014 (+0,8%).
Industry 4.0
Maar na twee jaar van achteruitgang wordt in 2014 een flinke opleving verwacht in investeringen in de maakindustrie. Denk bijvoorbeeld aan informatieverwerkingsapparatuur en elektronische producten, waarvan de producenten al een groei van +12% rapporteerden. Dit is mogelijk de eerste aanwijzing voor de start van de industriële digitalisering, oftewel ‘Industry 4.0.’ Deze revolutie moet zorgen voor slimmere producten en processen door middel van directe communicatie tussen personeel, machines en grondstoffen. De komst van Industry 4.0 zou het concurrentievermogen van Duitsland moeten verbeteren doordat het leidt tot hogere productiviteit en kostenbesparing. Daarnaast maakt het de weg verder vrij voor onderzoek in de technische- en bedrijfskundige wetenschappen.
Een lange weg te gaan
Dankzij lang gevestigde samenwerkingen tussen stakeholders, een leidende positie in productvervaardiging en financiële steun van de staat, zal de Duitse Industry 4.0 het klaarspelen om een groot domein aan disciplines (denk aan elektronica, engineering en IT) samen te brengen. Deze verwachte (r)evolutie houdt wel een aantal risico’s in. Ten eerste de mogelijke ‘cultuurshock’ tussen deze verschillende disciplines. Ten tweede de grote investeringen die zich slechts op lange termijn zullen terugbetalen. Daarnaast de grote afhankelijkheid van telecommunicatienetwerken en tot slot de bescherming van data.