Op Wall Street werd gisteren een klein feestje gevierd nadat de Amerikaanse inflatiecijfers in oktober lager bleken dan verwacht. Nadat Powell vijf dagen geleden de markten nog op een koude douche trakteerde, voelde dit aan als een warm bad. Het verkleint immers de kans op extra renteverhogingen door de Amerikaanse centrale bank. Prompt zagen we dan ook de gehele rentecurve dalen. Het rendement op tienjarig Amerikaans staatspapier daalde met maar liefst 19 basispunten tot 4,43 procent.
In oktober daalde de Amerikaanse inflatie op jaarbasis van 3,7 naar 3,2 procent. Iets lager dan de verwachte 3,3 procent. Op maandbasis was er zelfs geen sprake van inflatie, het prijspeil bleef gelijk. Kijken we naar de kerninflatie, waar de prijzen van voeding en energie uitgefilterd zijn, dan zien we op jaarbasis een daling van 4,1 naar 4,0 procent. Ook iets beter dan verwacht. De stijging op maandbasis bleef beperkt tot 0,2 procent. Daarmee is de inflatie nog steeds veel te hoog in de ogen van centrale bankiers, maar het einde van de tunnel lijkt in zicht!
Zoals bekend is, wordt de grootste bijdrage aan de inflatieberekening geleverd door de huisvestingscomponent. Deze post weegt voor 41,8 procent in de kerninflatie. Aangezien de huurprijzen de afgelopen 12 maanden met 6,7 procent stegen, is deze uitgavenpost verantwoordelijk voor 70 procent van de gemeten inflatie. Het goede nieuws is dat er bij de nieuw afgesloten huurcontracten een daling van de prijs wordt waargenomen en de impact daarvan laat zich pas met enige vertraging in de inflatiecijfers zien. Op basis van deze nieuw afgesloten huurcontracten zouden we in de nabije toekomst 1,7 procentpunt van de jaarlijkse kerninflatie mogen aftrekken en dan komt de gewenste inflatie van 2 procent wel heel dichtbij. Daarmee lijkt er niet alleen een einde gekomen te zijn aan die ellendige reeks van renteverhogingen, maar ligt er wellicht ook nog wat stimulans in het verschiet in het verkiezingsjaar 2024.
Niet verwonderlijk dat de Dow Jones en de rentegevoeligere technologie-index Nasdaq gisteren respectievelijk met 1,4 en 2,4 procent stegen. In het kielzog daarvan stegen de beurzen in Azië vrolijk mee, alhoewel het optimisme daar ook extra gevoed werd door meevallend nieuws uit China. Zo steeg de Chinese industriële productie in oktober met 4,6 procent waar op 4,4 procent werd gerekend. In september stond de teller nog op 4,5 procent. Ook de detailhandelsverkopen stegen met 7,6 procent op jaarbasis harder dan de verwachte 7 procent. Alweer de tiende opeenvolgende groeimaand op rij. Daarnaast deed de Chinese centrale bank nog een duit in het zakje door de grootste financiële injectie in het bankensysteem sinds 2016. Hiermee hoopt Peking de huizenmarkt nog maar eens extra te ondersteunen. Of het voldoende is om de haperende Chinese economische motor weer te doen ronken? Het gaf in ieder geval wel alvast de ijzerertsprijs een zetje in de rug.
AI-chip race
Bijna geheel ongemerkt heeft Nvidia (NASDAQ:NVDA) afgelopen maandag zijn nieuwste AI-chip onthult. De reden voor dat eerste is misschien dat de nieuwe H200 chip pas in het tweede kwartaal 2024 op de markt komt. Maar dat neemt niet weg dat deze opvolger van de huidige H100 chip van succes verzekerd is. De nieuwe chip kan bijna twee keer zo snel data verwerken als de huidige versie, die al kneiterhard gaat. Een technologisch hoogstandje waarmee Nvidia tegemoet komt aan de stijgende eisen. Het ontwikkelen van AI-taalmodellen en alle nieuwe toepassingen vergt immers steeds meer rekenkracht en computercapaciteit.
De grote techbedrijven lijken dan ook niet om deze nieuwe chips heen te kunnen, ondanks dat er ook andere aanbieders van AI-chips zijn. Zo werken AMD (NASDAQ:AMD) en Intel (NASDAQ:INTC) aan chips die naar eigen zeggen niet onderdoen voor de H100 chip. Ook andere grote techbedrijven zijn bezig zijn AI-chips te ontwerpen. Niet alleen om in de toekomst behoorlijk wat kosten te besparen, de H100 chips kosten tot 40.000 dollar, maar ook om een te grote afhankelijkheid te voorkomen. Grote kans dan ook dat Microsoft (NASDAQ:MSFT) deze week op zijn Ignite conferentie zijn AI-chip genaamd Athena presenteert. Een AI-chip vernoemd naar de godin van de wijsheid en oorlogsvoering. Ambitieus, maar of Microsoft daarmee serieus de strijd met Nvidia kan aangaan? Hoogstwaarschijnlijk niet, maar dat geldt ook bijvoorbeeld voor de AI-chips van Amazon (NASDAQ:AMZN) en Alphabet (NASDAQ:GOOGL). Voorlopig is Nvidia iedereen weer een stap voor. Nvidia blijft met de nieuwe H200 chip superieur en waarborgt daarmee zijn competitieve voordeel.