Europa wacht nog steeds op Italië. De belangrijkste indices van het continent zijn naar beneden toe geopend, omdat de doelstellingen voor het overheidstekort van Italië hoger uitvallen dan verwacht.
Overbelast tekort
Gisteravond werd het begrotingsstabiliteitsplan voor 2019-21 gepresenteerd. Het wijst op een tekort van 2,4% van het bbp in de drie jaar van het plan, veroorzaakt door de hogere uitgaven die de Vijf-Sterren-Beweging en de Liga Noord voor ogen hebben. Hieronder valt de verhoging van de pensioenen, lagere pensioenleeftijd en een universeel basisinkomen. "Dit tekort is veel hoger dan de 1,6% die de minister van Financiën, Giovanni Tria, eerder had beloofd," benadrukken de analisten van Renta 4.
De Italiaanse interne rentabiliteit steeg vanochtend met 20 basispunten tot 3,09% (zonder besmetting van andere randvoorwaarden), in afwachting van de reactie van Brussel op de begrotingsdoelstellingen. "Deze liggen duidelijk hoger dan de markt had verwacht," voegt het Renta 4 team toe. "In de afgelopen weken had men de rentabiliteit van de Italiaanse schuld verlaagd omdat er een duidelijke toezegging was om het tekort te beperken."
Link Securities ziet dat uiteindelijk de populistische stellingen van de regeringspartijen de overhand hebben gehad.
Het kan niet worden uitgesloten dat er een harde confrontatie zal ontstaan tussen Italië en de rest van de partners in de EU. Het lijkt ons totaal onvoorzichtig dat een land met een overheidsschuld van meer dan 130% en een van de laagste economische groeicijfers in de eurozone geen moeite doet om zijn overheidstekort onder controle te houden. Wij zijn ervan overtuigd dat, als het nieuws wordt bevestigd, beleggers de Italiaanse obligatie- en aandelenmarkten opnieuw zullen straffen, waarbij de 'straf' zich waarschijnlijk ook zal uitbreiden naar de rest van de markten van de eurozone, met name de perifere markten.
Beurzen, risicopremies en obligaties
Vandaag zijn de ogen van investeerders dus opnieuw gericht op Italië, waar de beurs gisteren daalde met 0,6% en waar op het moment van schrijven de FTSE MIB met 3,85% aan het zakken is.
De Italiaanse risicopremie bedraagt nu 262 basispunten (+9%). Daarnaast zien we de grootste daling van de Italiaanse obligaties sinds 8 juni. De stijging van de 10-jaars obligatierendementen bedroeg 3,15%.
Renta Markets wijst erop dat "de andere obligaties met dezelfde termijn weinig beweging hebben geregistreerd: 1,51% bij de Spaanse referentie, 0,48% voor de Bund en 3,06% bij de Treasury."
Bankieren: volledig naar het rood
De ballast van de Italiaanse onzekerheid vertaalt zich opnieuw naar het rood voor het Europese bankwezen. Zo daalde UniCredit (MI:CRDI) met 4,91%, Intesa Sanpaolo (MI:ISP) met 4,51%, Unione di Banche Italiane (MI:UBI) met 4,19% en Banca Monte dei Paschi di Siena (MI:BMPS) met 4,11%. Als we naar Europa kijken, zien we dat de Société Générale (PA:SOGN) met 2,06% daalt, Commerzbank (DE:CBKG) met 1,77%, Credit Agricole (PA:CAGR) met 1,7% en BNP Paribas (PA:BNPP) met 1,53%.
"De bedreiging van Italië voor de EU met haar begroting werkt als een rem op de Europese aandelenmarkten," zegt Renta Markets. "De IBEX 35 heeft moeite om het kwartaal met een positieve noot af te sluiten, aangezien het minder dan de 9.622 punten noteerde waarmee het de maand juni sloot."