Een van de hoogtepunten deze week waar beleggers naar uitkeken was het gisteravond gevoerde debat tussen Joe Biden en Donald Trump. Voor Joe Biden was het vooral zaak krachtig en scherp over te komen om zodoende alle twijfel over zijn gezondheid weg te nemen. Maar in die missie heeft hij rijkelijk gefaald. De reacties waren dan ook niet mals. Joe Biden kwam zwak over. Sommigen noemden het dramatisch zwak. Hij was soms bijna niet te verstaan met zijn gemompel. Binnen de eigen gelederen schijnt er dan ook lichte paniek te zijn uitgebroken. Het lijkt inmiddels zaak dat de Democraten alsnog een andere presidentskandidaat naar voren schuiven. De naam Gavin Newsom, de gouverneur van California, wordt daarbij veel genoemd. Deze vijftiger (zou het zowaar mogelijk zijn?) komt op het eerste gezicht veel geschikter over om Trump uit te dagen dan ‘Sleepy Joe’.
Het zwakke debat drukte de Amerikaanse futures gisteren even naar beneden, maar in de praktijk maakt het voor de beurs niet echt veel uit welk poppetje er in het Witte Huis gaat zitten. Dat lijkt meer een kwestie van accenten verschuiven. Beleggers kijken dan ook meer uit naar de PCE-inflatie cijfers die voor vandaag op de rol staan. Economen verwachten dat deze inflatie naar 2,6 procent gedaald zal zijn. Mocht de inflatie hieronder uitkomen, dan zal dat de hoop op meerdere renteverlagingen dit jaar doen aanwakkeren met stijgende koersen als resultaat.
De Fed heeft echter een ruimer mandaat dan alleen de inflatie. De tweede naald in het kompas waarop men stuurt is de werkgelegenheid. Zo meldde Fed-bestuurder Lisa Cook eerder deze week dat de arbeidsmarkt in de Verenigde Staten nog steeds krap is, maar intussen niet meer oververhit. Haar collega Mary Daly, voorzitster van de San Fransico Fed, stelde zelfs dat de arbeidsmarkt zich mogelijk dicht bij een kantelpunt bevindt. Deze boodschappen werden gisteren enigszins bevestigd door het aantal aangevraagde werkloosheidsuitkeringen. Deze stegen in de week eindigend op 15 juni met 18.000 tot 1.839.000 aanvragen, het hoogste niveau sinds november 2021. Wie weet worden beleggers, die nog altijd verslaafd zijn aan goedkoop geld, dit jaar dan toch nog met een paar renteverlagingen verwend.
Wall Street zelf lag er gisteren rustig bij in afwachting op de bovengenoemde inflatiecijfers. De Dow en S&P 500 stegen met 0,09 procent en de Nasdaq met 0,3 procent. Het mag niet verbazen dat Nvidia (NASDAQ:NVDA) met 2 procent daalde in reactie op de timide outlook van z’n leverancier van geheugenchips Micron Technology (NASDAQ:MU), dat zelf 7 procent moest inleveren.
Amazon (NASDAQ:AMZN) dat afgelopen woensdag de grens van 2.000 dollar marktkapitalisatie passeerde, schreef nog maar eens 2,2 procent bij. Beleggers kunnen het waarderen dat het bedrijf de handschoen heeft opgepakt tegen de koopjesapp Temu en de fast-fashiongigant Shein. Deze Chinese bedrijven zijn snel populair geworden en overspoelen de Verenigde Staten met (heel) goedkope producten. Om het marktleiderschap in eigen land veilig te stellen, speelt Amazon het spel met hen mee. Amazon gaat namelijk een nieuwe discountdienst op zijn platform lanceren. Deze zal zich richten op het rechtstreeks aan de consument verzenden van goedkope modekleding en huishoudelijke artikelen vanuit de eigen magazijnen van Amazon in China. Binnen 9 tot 11 dagen na de plaatsing van een bestelling heeft de consument dan het gewenste product in huis. Dat is weliswaar anders dan de Amazon One Day of Same Day Delivery service, maar gezien de super lage prijzen is ook hier een grote vraag naar en wordt een paar dagen vertraging op de koop toe genomen.
Tevens zijn beleggers nog in afwachting van de vervroegde Franse parlementsverkiezingen waarvan de eerste ronde komende zondag plaatsvindt. Op de uitkomst zijn de markten niet gerust. In aanloop er naar toe is de Franse beurs de afgelopen weken al bijna 7 procent onderuit gegaan. Vanaf 1 januari gemeten staat de CAC 40 daarmee in het rood.