Senator Joe Manchin van West Virginia heeft z’n Democratische partij aardig in de kou laten staan. Na maanden van onderhandelen weigert hij toch in te stemmen met het investeringsplan van 2.000 miljard dollar. Aangezien de stemverdeling in de Amerikaanse Senaat tussen de Democraten en de Republikeinen 50-50 is, heeft dat net voor de kerst grote gevolgen. Hij vindt dat hij niet met het pakket kan instemmen omdat hij zich zorgen maakt over de sterk stijgende overheidsschulden en de hogere inflatie. Hij heeft daarbij natuurlijk rekening gehouden met z’n achterban. West Virginia is een van de armere staten van de Verenigde Staten en er wordt veel verdiend met oude, vervuilende bedrijfstakken als kolen en staal. In dit steun van Biden dat wel door het Huis van Afgevaardigden is geloodst, is natuurlijk ruim 1.500 miljard dollar vrijgemaakt voor investeringen die gerelateerd zijn aan het klimaat. Het gaat hierbij bijvoorbeeld om investeringen in schone energie. En dat kan botsen met de belangen van de inwoners van West Virginia.
Hoewel het bovenstaande een domper is voor de regering Biden is dat niet de reden dat de beurzen vandaag dalen. De snelle toename van het aantal coronabesmettingen met de omicron-variant aan de ene kant en vooral de snel stijgende prijzen maken beleggers wat onrustig. Zo bleek afgelopen vrijdag dat de Duitse producentenprijzen over de maand november op jaarbasis met maar liefst 19,2 procent zijn gestegen. Dat bleek uit cijfers van het Duitse bureau voor de statistiek. Het is natuurlijk een kwestie van tijd voor deze hogere prijzen aan consumenten worden doorberekend.
De laatst gemeten inflatie in Nederland bedroeg volgens het CBS 5,2 procent. Bij een spaarrente van nul betekent dat, dat er ieder jaar behoorlijk wordt ingeteerd op het vermogen. Inflatie maakt spaarders arm. Ook een belegging in obligaties zal niet voldoende inkomen kunnen genereren om de inflatie de baas te blijven.
Maar, ondanks alle onrust op de markten, blijven bij een hoog blijvende inflatie aandelen van grote, sterke ondernemingen de voorkeur houden. Dat is zo, omdat beleggers er gevoeglijk van uit mogen gaan dat de rendementen volgend jaar waarschijnlijk lager zullen uitvallen dan dit jaar. De beurzen hebben immers al een behoorlijk voorschot op de toekomst genomen. De steun van overheden en centrale banken houdt eens op, al was het maar omdat de huidige inflatie daar op een gegeven moment een stokje voor steekt en ook omdat parlementen niet eeuwig met ruime fiscale steunmaatregelen zullen blijven instemmen. De Amerikaanse senator Manchin is daar een goed voorbeeld van.
Als de omicron-variant van het coronavirus verder groeit kan het zwaartepunt van de economie weer komen te liggen bij thuiswerk-aandelen als technologie en supermarkten en dat is niet gunstig voor waarde-aandelen als banken, verzekeraars en industrie. Bovendien hebben waarde-aandelen een sterke economische groei nodig om (veel) winst te kunnen blijven maken en dat wordt momenteel (nog) niet ingeprijsd door de markten. De beurs als geheel overleeft de omicron-variant wel, maar binnen de economie vinden dus wel verschuivingen plaats. Hoe en waarheen hangt dus af van twee ontwikkelingen; de opmars van omicron en de duur van de hogere inflatie. Beiden zijn erg moeilijk te voorspellen en daarom is inzetten op de een of de ander erg riskant. Beter is het om breed te spreiden. Dan zit je altijd goed. Kies daarbij voor marktleiders met pricing power. Binnen sectoren zijn vooral grondstoffen en energie het best bestand tegen inflatie. Het zijn immers de belangrijkste veroorzakers van de hoge inflatie. Het is een beetje onder het motto; ‘if you can’t beat them, join hem.’