De Nederlandse fabrikant van geavanceerde chipmachines ASML (AS:ASML) rapporteerde vanochtend de eerste kwartaalcijfers. De netto omzet van 3,5 miljard euro kwam aan de bovenkant van de verwachtingen uit en de daarop behaalde nettowinst van 695 miljoen euro kwam 7,25 procent hoger uit dan de verwachte 648 miljoen euro.
Dat ASML een omzetdaling van bijna 30 procent ten opzichte van het vierde kwartaal 2021 zou laten zien was bekend. Dat heeft vooral een boekhoudkundige reden. Waar ASML voorheen nieuw geproduceerde chipmachines eerst volledig testte in de fabriek voordat deze naar klanten als TSMC (TW:1310) werden verscheept, gaan de machines nu zo snel als mogelijk richting de klant. Vervolgens vinden op locatie pas de finale testen plaats. Het gaat daarom niet om een daadwerkelijk verlies aan omzet, maar om een vertraging van het moment waarop ASML deze omzet daadwerkelijk boekt. In januari waarschuwde ASML al dat door deze gewijzigde manier van werken circa 2 miljard euro omzet naar volgende kwartalen wordt doorgeschoven.
Mooi om te zien is dat het orderboek wederom flink aandikte. In totaal scoorde het salesteam afgelopen kwartaal voor 7 miljard euro aan nieuwe orders, waarvan iets meer dan een derde voor de nieuwere EUV machines waar de fabrikant uit Veldhoven een monopolie op heeft. Daarmee wist ASML weer veel meer orders binnen te halen dan het in één kwartaal kan produceren. ASML zit wat dat betreft op rozen. Wereldwijd zijn chips niet aan te slepen. Niet alleen worden door de technologische ontwikkelingen steeds meer chips in steeds meer producten verwerkt, maar door de toenemende geopolitieke spanningen willen ook nog eens veel overheden die chips in eigen land laten fabriceren.
Daar ligt ook gelijk een bottleneck. Qua productiecapaciteit zit ASML in een soort dwangbuis. Het concern kan niet meer produceren, de capaciteit is volledig benut, de machines zijn voortdurend uitverkocht. Door het nu sneller uitleveren van de chipmachines en het ter plaatse testen van de machines perst het al het mogelijke er uit. Geen wonder dat ASML de outlook voor de productie dit jaar ongewijzigd laat.
Maar… ASML weet vanochtend de beleggers wel een heerlijke worst voor te houden. Bij de kwartaalrapportage meldde ASML en passant namelijk dat er samen met de toeleveranciers hard aan wordt gewerkt om de productiecapaciteit significant te vergroten. Als de onderneming zich aan de schaal van Mock houdt, dan zou dat een capaciteitsuitbreiding van 12 tot 20 procent betekenen. Een update zal hiertoe in de tweede helft van het jaar worden gegeven, waarbij ASML ook met nieuwe vooruitzichten zal komen voor 2025 en verder. Tot nu toe dacht ASML in 2025 een omzet te realiseren tussen de 24 en 30 miljard euro met een bijbehorende brutomarge van 54 tot 56 procent, maar dat zou dus wel eens (veel) hoger kunnen uitpakken.
Dat de outlook voor het tweede kwartaal wat aan de timide kant is en dat de brutomarge die ASML dit jaar denkt te behalen ongeveer 1 procent (52 procent in plaats van 53 procent) lager zal uitkomen als gevolg van toenemende kosten nemen de beleggers voor lief. Na een aarzelende start weet het aandeel al snel 6 procent te plussen.
Daarnaast is het mooi om te lezen dat ASML afgelopen kwartaal voor 2,1 miljard euro aan eigen aandelen heeft ingekocht. Qua timing blijkt dat vandaag een koopje te zijn.
Rio Tinto licht ondermaats
Rio tinto (LON:RIO), ’s wereld grootste ijzerertsproducent, rapporteerde vanochtend licht tegenvallende omzetcijfers. Als gevolg van vertragingen bij een aantal uitbreidingsprojecten wist het mijnbouwconcern ‘slechts’ 71,5 miljoen ton ijzererts te verschepen in plaats van de verwachte 73,1 miljoen. Wel handhaaft de mijnbouwer de outlook voor de export van ijzererts van 320 miljoen tot 335 miljoen ton in 2022, nadat het vorig jaar 322 miljoen ton ijzererts verscheept had.
Dat is geen grootse toename, maar het bedrijf beleefde vorig jaar een topjaar. Met een evenaring daarvan zullen de meeste beleggers al blij zijn. Aangezien de ijzerertsprijs in het eerste kwartaal al 32 procent is opgelopen, na in de tweede helft vorig jaar flink gedipt te zijn, zou dat zo maar kunnen gebeuren. Op een koerswinstverhouding van nog geen 7, een bruto dividendrendement van bijna 10 procent en een balans waarop meer cash dan schulden staan, nemen wij de koersdaling van vanochtend voor lief en wachten verdere ontwikkelingen rustig af.