Gisteren keken beleggers uit naar de publicatie van de inflatiecijfers door het Amerikaanse ministerie van Arbeid. De consumentenprijzen zijn sterker gestegen dan verwacht. Dit geldt zowel voor de algemene als de kerninflatie. De algemene inflatie steeg van 3,1 naar 3,4 procent en de kerninflatie daalde van 4 naar 3,9 procent op jaarbasis. Vooraf werd er rekening gehouden met een daling naar 3,8 procent. De huisvestingskosten (shelter costs) stegen in de maand december met 0,5 procent en op jaarbasis met 6,2 procent. Verder stegen de kosten van autoverzekeringen, zorgkosten en de prijzen van tweedehands auto’s.
De verwachting is dat de huisvestingskosten dit jaar zullen gaan dalen omdat de huurprijzen van nieuwe huurcontracten aan het dalen zijn. De Consumentenprijsindex (CPI) wordt sterk beïnvloed door de huisvestingskosten omdat de woonlasten voor ongeveer een derde meewegen in de CPI.
De monetaire beleidsbepalers van de centrale bank kijken daarom liever naar de super kerninflatie. Dit is de kerninflatie zonder rekening te houden met de woonlasten. Deze inflatie is in december uitgekomen op 0,4 procent. Voor de centrale bank (Fed) is deze uitkomst geen reden om snel de rente te verlagen.
De tegenvallende inflatiecijfers zijn het gevolg van de stijgende kosten in de dienstensector door de opgelopen loonkosten. Voor de maand december stegen deze kosten gecorrigeerd voor inflatie met 0,2 procent en op jaarbasis met 0,8 procent.
De diensten werden in december 0,4 procent duurder en op jaarbasis was dat maar liefst 5,3 procent.
Beleggers reageerden aanvankelijke negatief op de tegenvallende inflatiecijfers. Voorafgaand aan de publicatie van de inflatiecijfers temperden een aantal Fed-bestuurders de verwachtingen van een snelle renteverlaging. Uiteindelijk bleef de schade op Wall Street beperkt. De aandelenbeurzen sloten nagenoeg vlak omdat de algemene verwachting is dat de inflatie in de Verenigde Staten later dit jaar naar de doelstelling van 2 procent zal gaan tenderen.
Bevoorradingsketens onder druk
De Verenigde Staten en het Verenigd Koninkrijk hebben vanochtend meer dan zestig doelen in Jemen aangevallen. Volgens Amerikaanse bronnen zijn opslagplaatsen, lanceersystemen, productiefaciliteiten en luchtverdedigingssystemen onschadelijk gemaakt. De militaire operatie is een reactie op de aanvallen van de Houthi-rebellen op schepen in de Rode Zee. Door de oplopende spanningen in het Midden-Oosten stijgen de olieprijzen. Een vat ruwe Brent olie noteert rond het middaguur boven de tachtig dollar.
Niet alleen de oliebevoorrading maar ook andere sectoren hebben last van verstoringen in de bevoorradingsketens. De meeste containerschepen varen niet meer door de Rode Zee maar kiezen voor de veel langere veilige route. Zij varen namelijk om langs Kaap de Goede Hoop in Zuid-Afrika.
Door de vertraging in de levering van onderdelen gaat de Tesla (NASDAQ:TSLA) fabriek in Berlijn per 29 januari aanstaande twee weken dicht. De productie van Tesla’s is onder andere afhankelijk van de Chinese batterij-leveranties. Eerder hebben ook al de Chinese autoproducent Geely en het Zweedse interieurbedrijf Ikea gewaarschuwd voor vertragingen in de leveringen.
Vooralsnog hebben de toegenomen geopolitieke spanningen geen negatieve invloed op de aandelenkoersen. Vanochtend koersten alle Europese aandelenbeurzen hoger. De aandacht van de beleggers zal de komende weken verschuiven naar de publicatie van de kwartaal- en jaarcijfers van de beursgenoteerde bedrijven. Vanmiddag hebben een aantal grote Amerikaanse zakenbanken het cijferseizoen afgetrapt. Aan het begin van het nieuwe jaar wordt er met meer dan normale belangstelling uitgekeken naar de vooruitzichten van de bedrijven.