De recente verkiezingsoverwinning van Donald Trump heeft geleid tot toegenomen onzekerheid voor Amerikaanse financiële bedrijven met activiteiten in China. Leidinggevenden uit de sector en analisten geven aan dat deze bedrijven mogelijk overwegen zich terug te trekken, te herstructureren of hun expansiestrategieën uit te stellen vanwege verhoogde geopolitieke spanningen en de kans op toenemende handelsgeschillen.
Onder de regering van Trump bestaat de mogelijkheid dat tarieven op Chinese import stijgen tot boven de 60% en dat er een einde komt aan de status van China als meest begunstigde natie in de handel. Deze voorgestelde maatregelen, samen met het risico op strengere regelgeving voor kapitaalinstromen, hebben Amerikaanse financiële bedrijven ertoe aangezet hun aanwezigheid in China te heroverwegen.
Joe Jelinek, onderzoeksdirecteur bij adviesbureau Kapronasia, suggereerde dat Amerikaanse bedrijven hun strategieën zelfstandig zouden kunnen heroverwegen om risico's te beperken, wat mogelijk leidt tot verminderde of uitgestelde investeringen in China. Volgens Jelinek worden de bedrijven geconfronteerd met regelgevingsrisico's die kunnen toenemen door Trumps hardere houding tegenover China.
Een hooggeplaatste functionaris van een in China gelicentieerde entiteit van een prominente Amerikaanse financiële firma deelde mee dat het bedrijf zich had voorbereid op de terugkeer van Trump door ernaar te streven hun Chinese activiteiten zelfvoorzienend en onafhankelijk te maken. De functionaris, die anoniem wenste te blijven, benadrukte dat de weg vooruit voor Amerikaanse financiële bedrijven in China waarschijnlijk uitdagend zal zijn, waarbij 'de-Amerikanisering' een belangrijk principe wordt in reactie op de verkiezingsuitslag.
Sommige Wall Street-bedrijven waren al begonnen hun Chinese activiteiten te verminderen vanwege een tragere economie en verscherpte regelgeving, wat de omzetpotentie heeft beïnvloed. De top vijf Amerikaanse investeringsbanken, waaronder NYSE:MS en NYSE:C, hebben hun inkomsten in China zien fluctueren, met €454 miljoen verdiend in 2024, een stijging ten opzichte van €276 miljoen in 2023, maar een aanzienlijke daling ten opzichte van de piek van €1,6 miljard in 2020.
De Amerikaanse vermogensbeheerder Van Eck zag in 2023 af van plannen om activiteiten in China op te zetten, en Vanguard trok zich in hetzelfde jaar terug uit zijn joint venture daar vanwege de spanningen tussen de VS en China. Daarnaast hebben meer dan 10 Amerikaanse advocatenkantoren sinds vorig jaar hun kantoren in China gesloten, waarbij bedrijven als Mayer Brown en Dentons hun Aziatische activiteiten hebben geherstructureerd.
Christopher Beddor, adjunct-onderzoeksdirecteur China bij Gavekal Dragonomics, benadrukte dat de onmiddellijke zorg voor Amerikaanse financiële bedrijven het tariefbeleid van Trump is en hoe China daarop zal reageren. Hij gaf aan dat het niveau van onzekerheid in de betrekkingen tussen de VS en China hoger is dan het in jaren is geweest.
Ondanks deze zorgen suggereerde een andere hooggeplaatste functionaris van de Chinese afdeling van een Amerikaans financieel bedrijf dat sommige bedrijven nog steeds kansen in China zouden kunnen nastreven, aangezien het land zijn financiële markten blijft openstellen voor buitenlandse entiteiten. De algemeen directeur, die ook anoniem wenste te blijven, vergeleek de situatie met de risico's van het dagelijks leven, wat impliceert dat bedrijven voorzichtig moeten zijn maar niet moeten overreageren op de potentiële risico's.
De verkiezingsuitslag heeft duidelijk een nieuwe laag van complexiteit geïntroduceerd voor Wall Street-bedrijven die in China opereren, terwijl ze navigeren door het veranderende landschap van internationale betrekkingen en handelsbeleid.
Reuters heeft bijgedragen aan dit artikel.
Dit artikel is vertaald met behulp van kunstmatige intelligentie. Raadpleeg voor meer informatie onze gebruiksvoorwaarden.