WASHINGTON - Het Amerikaanse ministerie van Justitie heeft, in samenwerking met medeaanklagers uit verschillende staten, zijn antitrustzaak tegen RealPage Inc. uitgebreid en beschuldigt nu ook zes van de grootste verhuurders van het land van betrokkenheid bij een collectief prijsafspraakschema dat mogelijk miljoenen huurders heeft getroffen. De gewijzigde aanklacht, die vandaag is ingediend, richt zich op Greystar Real Estate Partners LLC, LivCor LLC, Camden Property Trust, Cushman & Wakefield Inc, Willow Bridge Property Company LLC en Cortland Management LLC, en beschuldigt hen van samenzwering om huurprijzen kunstmatig op te drijven.
Deze entiteiten beheren gezamenlijk meer dan 1,3 miljoen wooneenheden in 43 staten en het District of Columbia. De aanklacht stelt dat de verhuurders gevoelige concurrentiegegevens en algoritmische software van RealPage hebben gebruikt om hoge huurprijzen te coördineren en te handhaven. Deze praktijk belemmert volgens het ministerie van Justitie de concurrentie en schaadt consumenten door de huren hoog te houden.
De beschuldigingen beschrijven verschillende coördinatiemethoden, waaronder directe communicatie tussen senior managers van concurrenten, "rondbellen" om gevoelige informatie te delen, deelname aan door RealPage georganiseerde "gebruikersgroepen", en het uitwisselen van details over het instellen van parameters binnen RealPage's prijssoftware. Deze praktijken vormen, indien bewezen, een aanzienlijke schending van de antitrustwetten die zijn ontworpen om vrije marktconcurrentie te beschermen en samenzwering te voorkomen.
Parallel aan de gewijzigde aanklacht is een voorgesteld schikkingsbesluit met Cortland ingediend. Als dit door de rechtbank wordt goedgekeurd, zal Cortland verplicht worden mee te werken aan lopende onderzoeken en zal het onder andere verboden worden om gegevens van concurrenten te gebruiken voor prijsmodellen. Het besluit vereist de aanstelling van een bedrijfsmonitor om toe te zien op Cortland's naleving van deze voorwaarden.
Het schikkingsbesluit zal onderworpen worden aan een openbare commentaarperiode van 60 dagen volgens de Tunney Act, waarna de rechtbank het vonnis kan bekrachtigen. Bij de zaak zijn in totaal tien staten en gemenebesten betrokken als medeaanklagers, waaronder de procureurs-generaal van Californië, Colorado, Connecticut, Illinois, Massachusetts, Minnesota, North Carolina, Oregon, Tennessee en Washington.
Deze juridische actie onderstreept de inzet van het ministerie van Justitie om antitrustwetten te handhaven en concurrerende praktijken op de woningmarkt te waarborgen. De informatie voor dit artikel is gebaseerd op een persbericht van het ministerie van Justitie.
Dit artikel is vertaald met behulp van kunstmatige intelligentie. Raadpleeg voor meer informatie onze gebruiksvoorwaarden.