Korting pensioenrechten

DNB en AFM hebben er bij de pensioenfondsen die na het besluit van de minister van SZW mogelijk pensioenrechten moeten korten op aangedrongen zo snel mogelijk te communiceren met hun deelnemers, gepensioneerden en andere belanghebbenden.

Het is wenselijk dat de fondsen kenbaar maken dat zij reeds in 2009 een initiële korting in hun herstelplan hadden opgenomen en naar aanleiding van hun financiële situatie per 30 juni 2010 eerder deze week door DNB benaderd zijn over het mogelijk korten van de pensioenrechten.

Vragen en antwoorden korting pensioenrechten

1. Wat houdt het advies van DNB aan de Minister  van Sociale Zaken en
Werkgelegenheid over het korten van pensioenrechten in?

Door de financiële crisis is eind 2008 een groot aantal pensioenfondsen in financiële problemen geraakt. Zij voldeden niet langer aan het minimale vereiste eigen vermogen van ongeveer 105% en moesten een herstelplan indienen. Vanwege de uitzonderlijke economische situatie heeft de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid onder voorwaarden de fondsen vijf in plaats van drie jaar de tijd gegeven om weer op het minimale vereiste eigen vermogen van 105% uit te komen. Een aantal pensioenfondsen was ondanks deze verlenging niet in staat een haalbaar herstelplan op te stellen. Deze fondsen hebben daarom de uitzonderlijke stap moeten zetten een kortingsvoornemen van pensioenaanspraken en -rechten op te nemen in hun herstelplan, zodat zij toch binnen vijf jaar naar verwachting hun dekkingstekort konden opheffen. De fondsen hebben hierover overigens destijds ook al hun deelnemers geïnformeerd. Met deze kortingsmaatregel moest worden voorkomen dat zij langdurig in onderdekking verkeren en meer uitkeren dan ze beschikbaar hebben, waardoor de rekening naar de jongere generaties wordt doorgeschoven.

Het verplichte kortingsmoment is naar aanleiding van het voorjaarsoverleg in 2009 uitgesteld naar 1 april 2012. Na advies van DNB en na overleg met de pensioensector heeft de Minister besloten dat dit uitstel niet langer gerechtvaardigd is. Het besluit van de Minister betekent voor deze fondsen met een voorgenomen korting in hun herstelplan dat zij indien korten noodzakelijk is een korting op 1 januari 2011 moeten doorvoeren.

2. Hoe heeft DNB de betrokken fondsen over het genomen besluit geïnformeerd?

De fondsen die mogelijke korting in het herstelplan hadden opgenomen en door het besluit worden geraakt zijn door DNB gebeld. Vervolgens zijn zij per brief door DNB geïnformeerd over de precieze gevolgen van het besluit van de minister en hetgeen nu van de fondsen wordt verwacht. DNB gaat op korte termijn in gesprek met de fondsen. In dit gesprek dienen de fondsen aan te geven hoe zij invulling geven aan het door de minister genomen besluit.

3. Welke stappen verwacht DNB nu van de betrokken fondsen?

DNB verwacht van deze fondsen dat zij allereerst op basis van de kwartaalcijfers per 30 juni 2010 vaststellen of, en in welke mate, ze nog steeds een korting nodig hebben om op tijd te kunnen herstellen, zodat zij aan het eind van de herstelperiode weer aan het minimale vereiste eigen vermogen voldoen. Als ze geen korting meer nodig hebben om binnen de resterende looptijd van het herstelplan op een haalbaar herstelpad uit te komen, hoeven ze geen verdere maatregelen te treffen en dus per 1 januari 2011 geen korting door te voeren van de pensioenaanspraken en –rechten. Vervolgens moeten ze onderzoeken of ze in plaats van deze korting wellicht andere maatregelen kunnen nemen (bijvoorbeeld het verhogen van de premie of een extra storting van de werkgever) om op een haalbaar herstelpad terecht te komen.

Het fonds heeft tot 1 november de tijd om bij DNB aan te tonen dat een kortingsmaatregel niet noodzakelijk is. Mocht dit niet lukken, dan moet het fonds voorbereidingen treffen om de uiteindelijk vastgestelde korting door te voeren per 1 januari 2011. Waarbij overigens geldt dat fondsen niet verplicht zijn een hogere korting door te voeren dan die in het herstelplan was opgenomen en waarover het fonds de deelnemers destijds moest informeren. Een definitief besluit tot korten moeten de fondsen uiterlijk eind november hebben genomen om vervolgens hun belanghebbenden te informeren.

4. Is de korting definitief?
De rechten worden door de korting verminderd. Zodra de omstandigheden het toelaten streven de fondsen ernaar de korting in te lopen.

5. Waarom heeft DNB de namen van deze fondsen niet openbaar gemaakt?

DNB is gehouden aan de wettelijke geheimhoudingplicht. Deze houdt in dat DNB geen informatie over een onder haar toezicht staande instelling openbaar mag maken.

6. Hoeveel gepensioneerden worden mogelijk door korting geraakt?
Naar schatting worden tussen de 150.000 en 175.000 gepensioneerden door een mogelijke korting geraakt.

7. Hoeveel deelnemers worden mogelijk door korting geraakt?
Naar schatting worden circa 700.000 deelnemers door een mogelijke korting geraakt.