De Europese centrale bank voert nog steeds een ruimhartig monetair beleid. Sinds het einde van 2014 is de ECB gestart met het grootschalig opkopen van bedrijfs- en staatsobligaties. Dit opkoopbeleid was volgens Mario Draghi nodig om de Europese economie terug op het juiste spoor te krijgen. De keerzijde is, dat het aanzetten van de geldpers nog jaren voelbaar zal zijn.
De financiële crisis dompelde de wereldeconomie in een diep gat. De Europese economie kreeg zelfs nog een extra domper te verwerken door de economische problemen in Griekenland en Cyprus. De Amerikaanse centrale bank besloot als eerste centrale bank ter wereld om de economie te redden door het opkopen van bedrijfs- en staatsobligaties.
Europa was hier aanvankelijk een felle tegenstander op, maar zag zich enkele jaren later (tegen de zin van Duitsland in) genoodzaakt om het voorbeeld van de Fed op te volgen.
Inmiddels zijn we enkele jaren verder en de Europese centrale bank is begonnen met het afbouwen van haar opkoopprogramma. Toch hoeven we niet te rekenen op een snelle renteverhoging. Zo is de verwachting dat de ECB pas in de tweede helft van 2019 voor het eerst de rentestand van het 0-niveau gaat afhalen. Wat dat betreft blijft de monetaire verruiming nog wel eventjes standhouden.
Op de bovenstaande grafiek, afkomstig van UBS, is de prognose van de balanspositie van de Europese centrale bank in beeld gebracht. Die balanspositie bedraagt op dit moment 40% van het totale bruto binnenlands product van de Eurozone; bizar!
Toch hoeven beleggers er niet op te rekenen dat we snel terug zullen keren naar een ‘normaal niveau’. Zo is de verwachting van de economen van UBS dat in het jaar 2027 de balanspositie nog steeds 22% bedraagt van het bbp van de Eurozone. De volgende generatie zal dus nog de gevolgen ondervinden van het aanzetten van de geldpers. En deze gevolgen kunnen dramatisch zijn op het moment dat de Eurozone een nieuwe economische domper te verwerken krijgt.
Op dat moment heeft de ECB immers al haar ‘economische kruit’ verschoten.