Wie naar een goede spreiding in zijn beleggingsportefeuille streeft, doet er verstandig aan om zijn posities te verdelen over verschillende obligaties. Daardoor is het mogelijk om de risico’s te spreiden, maar ook om een bepaald rendement op de gedane investeringen te realiseren. Deze diversificatie kan ook geschieden aan de hand van obligaties uitgegeven door bedrijven in de energiesector.
Deze sector omvat de bedrijven actief in de exploratie, productie, raffinage, opslag, transport en distributie van olie, gas en petroleumproducten. Ook de bedrijven die toeleveranciers aan de sector worden er toe gerekend, evenals de dienstverlenende bedrijven.
In Europa zijn de belangrijkste namen BP (LON:BP), ENI (MI:ENI), Repsol (MC:REP), Royal Dutch Shell (AS:RDSa), Statoil (LON:0M2Z) en Total (NYSE:TOT). Andere ‘majors’ (grote oliebedrijven) zijn Chevron (NYSE:CVX), Exxon Mobil (NYSE:XOM), Petroleos Mexicanos, Petrobras (NYSE:PBR) …
Maar dus ook de toeleveranciers en dienstverleners komen in aanmerking. En dan hebben we het bijvoorbeeld over het Franse CGG (NYSE:CGG) of de Amerikaanse bedrijven Transocean (NYSE:RIG), Nabors Industries (NYSE:NBR) en Ensco (NYSE:ESV). De medewerking van deze bedrijven is noodzakelijk om olievoorraden onshore of offshore te ontginnen.
Crisis op de oliemarkt
Alle bedrijven uit de sector werden enkele jaren geleden geconfronteerd met een prijsval op de markt. Die forse prijsdaling was het gevolg van de economische crisis en van een overaanbod. Maar de situatie lijkt de laatste maanden te verbeteren, wat vooral het gevolg is van het feit dat de Organisatie van Olie-exporterende Landen (OPEC) en Rusland hun productie hebben verlaagd. Daardoor is de prijs voor een vat Brent (Noordzee-olie) in de loop van 2017 weer met meer dan 20% gestegen tot boven 60 dollar.
Het International Energy Agency (IEA) sprak in een interview verschenen in Le Monde begin december van een hoopgevend jaar, zoals wordt aangetoond door de goede resultaten van de oliebedrijven.
Dat is ook niet zonder gevolgen gebleven voor de obligatiemarkten. Volgens de analisten van Dealogic hebben de grote Amerikaanse emittenten in de sector gebruikgemaakt van de betere marktomstandigheden om de omvang van hun obligaties uit te breiden. Tom Stolberg, fondsbeheerder voor Loomis Sayles, verklaarde in de Financial Times dat andere bedrijven zich dan weer aan betere voorwaarden hebben kunnen herfinancieren.
Secundaire markt is beter op dreef
Het prijsherstel heeft de beleggers geïnspireerd om op koopjesjacht te trekken op de secundaire markt. Hieronder 3 voorbeelden daarvan:
=> De obligatie Ensco Plc 2024 is sinds september met meer dan 15 basispunten gestegen. Ze noteert nu aan 84,62% van de nominale waarde. Het jaarlijks rendement op de obligatie met rating « BB- » bedraagt zodoende 7,44%.
=> Ook de obligatie van Petrobras (NYSE:PBR) met coupon van 6,85% en looptijd tot 05/06/2115 heeft profijt getrokken van de situatie Deze obligatie van de Braziliaanse staatsoliemaatschappij noteerde begin januari 2017 aan 81% van de nominale waarde, nu is dat 96,38%. Daardoor kan het rendement berekend worden op 7,10%. De rating bedraagt « BB- » bij Standard & Poor’s.
=> Onder de recent uitgegeven obligaties viel onze blik op een obligatie van Continental Resources (NYSE:CLR) met een coupon van 4,375% en een looptijd tot 15/01/2028. De obligatie van deze onafhankelijke Amerikaanse olieproducent is nu beschikbaar aan 98,88% van de nominale waarde, waardoor het rendement 4,51% bedraagt. De rating bedraagt « BB+ » bij Standard & Poor’s.
Verkrijgbaar in coupures van 2.000 dollar.