Nieuwe All Time Highs
In dezelfde week waarin de AEX-index afrekende met de 700 puntengrens slechtte de S&P 500-index een andere grens, die van de 4000 punten. Zo werd een sterk eerste kwartaal in stijl afgesloten op de beurs. Beide indices noteren nu op een All Time High. Komt de enorme rally sinds maart vorig jaar daarmee aan zijn einde of is dit pas het begin van nog veel meer? Enerzijds kan moeilijk ontkend worden dat aandelen historisch gezien behoorlijk aan de prijs zijn. Anderzijds lijken economische fundamenten de huidige koersstijgingen wel degelijk te ondersteunen.
“Good Morning America”
Zo lijkt de economie van de Verenigde Staten het licht te hebben gezien. Afgelopen vrijdag rapporteerde het Bureau of Labor Statistics dat er in maart niet minder dan 916.000 nieuwe banen bij waren gekomen. Aanmerkelijk meer dan de verwachte 675.000. De officiële werkloosheid zakte naar 6,0 procent. De werkgelegenheid is weliswaar nog niet terug op het niveau van voor de pandemie, maar een combinatie van een ongekend ambitieus stimuleringsprogramma en een hoog vaccinatietempo doen vermoeden dat dat reeds in de loop van dit jaar wel weer het geval zal kunnen zijn. Het door het Institute of Supply Management bekend gemaakte cijfer over de inkoopmanagers in de dienstverlenende sector kwam daar nog overheen. Het cijfer bleek met 63,7 veel beter dan de verwachte 59. Bovengenoemde cijfers onderschrijven de verwachting dat de economie van de Verenigde Staten dit jaar erg sterk zal groeien. Er wordt een groei verwacht die de Verenigde Staten sinds Ronald Reagan – “Good Morning America”- niet meer hebben gezien en zelfs die van China lijkt te gaan overtreffen.
Bedrijfswinsten
Wanneer de economie zo hard groeit blijven de bedrijfsresultaten niet achter. Zo taxeerden analisten aan het begin van dit kwartaal al een winstgroei voor de 500 bedrijven uit de S&P van 15,5 procent. Inmiddels is dat bijgesteld naar 22,1 procent. Over enkele weken zullen we het weten wanneer de bedrijven hun resultaten over het eerste kwartaal rapporteren. Wat opvalt is in ieder geval dat de winsten momenteel aanmerkelijk harder stijgen dan de koersen. Want hoewel de S&P het afgelopen kwartaal 5,8 procent aan winst mocht bijschrijven bleef deze koerswinst dus achter bij de toenemende winstgevendheid. De koersen lopen dus op, maar de K/W-verhoudingen dalen.
Revival van technologie
Daarnaast lijkt de markt wederom te draaien. De Nasdaq-100 heeft in tegenstelling tot de S&P 500 nog geen nieuwe All Time High kunnen neerzetten. Over het eerste kwartaal bleven de technologiefondsen met een schamele 1,6 procent ook duidelijk achter bij de bredere index. Maar sinds half maart is de Nasdaq-100 deze achterstand aan het inlopen. De afgelopen twee weken vertoonden in ieder geval een duidelijk herstel van de technologiefondsen die sinds begin september waren achtergebleven bij de conjunctuurgevoelige aandelen. Het nieuwe infrastructuurplan van Biden lijkt met name de technologiesector ten goede te komen. Het feit dat de Philadelphia Semiconductor-index (SOX) – de graadmeter van de chipproducenten – zijn neerwaartse trend heeft verlaten en met ruim 3300 punten ook een nieuwe All Time High neerzette is reeds een teken. De halfgeleiders zetten immers vaak de toon voor de rest van de technologiesector en uiteindelijk voor de rest van de economie.
Het begin van het einde of het begin van meer?
Dan komen we weer terug bij de eerder in dit artikel gestelde vraag of dit het einde is van een opzienbarende rally of juist het begin van nog veel meer? De op handen zijnde “opening” van de Amerikaanse economie, het grootse steunplan en de sterk aantrekkende bedrijfsresultaten lijken verdere koerswinsten te ondersteunen. Een forse terugval op de beurs lijkt nog niet aan de orde. Maar hoeveel van al dit goede nieuws is reeds ingeprijsd? En komen we zo langzamerhand niet in een fase terecht waarin goed economisch nieuws juist slecht nieuws is voor de beurs? Het ruime monetaire beleid van de centrale banken komt bij een verder herstel immers steeds meer onder druk te staan. Bij een economisch herstel horen nu eenmaal oplopende rentes. Tot hoever gaan een stijgende rente en een stijgende beurs samen?