Vanochtend verscheen er op de olie en gas informatieve website, oilprice.com een bijdrage van de uit Pittsburgh afkomstige freelance olie en gas journalist Nick Cunningham. Het artikel gaat over de effecten die de lagere olieprijzen, die al sinds november aan het dalen zijn, op dit moment een probleem gaan vormen.
Cunningham beschreef opmerkingen die enkele anonieme kopstukken uit de olie branche in een enquête van de Federal Reserve Bank van Dallas, eerder deze maand hebben gemaakt. Deze gaven een duidelijk beeld van het sluipende pessimisme uit olie-land. De verwachting is dat de dramatische, onverwachte en significante daling van de olieprijzen zullen leiden tot aanzienlijke afname van inkomsten voor de eerste helft van 2019, aldus de anonieme bronnen.
Het zal u niet zijn ontgaan dat ik dergelijke artikelen, door mijn weerstand tegen voorspellingen, altijd met de nodige scepsis lees. Al helemaal als de bronnen dan ook nog eens anoniem zijn. Toch getriggerd door het artikel, heb ik de weekgrafiek van de benchmark voor olieprijzen, de West Texas Intermediate (WTI) vanochtend geopend.
De grafiek geeft inderdaad de daling weer, sinds oktober (week 41) om precies te zijn. Het noemen van november in het artikel is ook wel te verklaren, want in deze maand vond op de grafiek een ‘crossover’ van de twee EMA’s plaats, die voor veel ‘trendfollowers’ het signaal is om uit een ‘long trade’ te stappen, of juist positie in een ‘short trade’ te nemen. Wanneer dit overigens bij een 200- en een 50MA gebeurt, noemt men dit een ‘Death cross’.
Zoals het er nu naar uit ziet aan de hand van de grafiek, kunnen we nog alle kanten op. Hier zijn een aantal argumenten voor. De prijs kan stijgen tot de ondergrens van Fase III, die exact op het ‘round number’ van 60 dollar per vat ligt. Terwijl dit niveau nog eens extra versterkt wordt door het 38.2% Fibonacci ‘ retracement’ niveau, dat over de laatste stijging is uitgezet.
De beide EMA’s wijzen weliswaar naar beneden, maar de 50EMA bevindt zich nog binnen Fase III. En ‘last but, zeker, not least’ is er de belangrijke steun die wordt gevormd door het ‘round number’ van 50 dollar per vat.
Het blijft afwachten in welke richting de prijs per vat, onder invloed van grote partijen zoals de OPEC en de Amerikaanse en Canadese olieproducenten, zal gaan bewegen. Want voorspellen, daar doe ik niet aan.