Eerst riskeert Saoedi-Arabië zijn marktaandeel in ruwe olie. En nu dreigt het land om een relatie van decennia met de Verenigde Staten op het spel te zetten – alleen maar om olie te kunnen verkopen tegen de prijs die het wil.
De vraag is: hoe gaat Donald Trump hierop reageren?
Naarmate de strijd om de controle over de olieprijzen toeneemt, spelen zowel de Amerikaanse president als zijn Saoedische collega’s, waaronder de schijnbaar meedogenloze kroonprins Mohammed bin Salman, om belangen die ongekend zijn in de meer dan 75 jaar diplomatieke geschiedenis tussen hun landen.
Reuters meldt vandaag dat Riyad de ante in zijn confrontatie met Washington heeft verhoogd. Het dreigt zijn olie in andere valuta’s dan de dollar te verkopen als Washington een wetsvoorstel indient om de OPEC-leden te onderwerpen aan Amerikaanse antitrust-processen.
Saoedi-Arabië probeert zo de NOPEC (No Oil Producing and Export Cartels Act) tegen te gaan, de antitrustwet die een groep Amerikaanse congresleden wil gebruiken tegen de door Saudi-Arabië geleide OPEC.
De OPEC en 10 andere olieproducerende landen – afzonderlijk geleid door Rusland – hebben sinds het begin van dit jaar de productie verlaagd. Daardoor maakten ze het grootste deel van de 40% prijsdaling in WTI en Brent, geleden door de crash van 2018 in de oliemarkt, weer ongedaan. Bezinefutures zijn zelfs nog meer geklommen, bijna 50%, waardoor er een piek in de pompprijzen is ontstaan die de Amerikaanse huishoudens kan raken terwijl Trump zich voorbereidt op zijn herverkiezingscampagne.
Reuters haalt bronnen aan die bekend zijn met het Saoedische energiebeleid. Ze zeggen dat de kans op het ontwijken van de USD door Saoedische oliehandelaars even klein is als die van een Amerikaanse NOPEC.
Gedurfde Saoedische gok
De recente stappen wijzen er echter op dat Saoedi-Arabië daadwerkelijk bereid is om de dollar als standaardmunt onderuit te halen, de koppeling van de riyal aan de greenback te verwerpen, de invloed van Washington in de wereldhandel te verminderen, het vermogen van de VS om sancties op te leggen aan andere staten te verzwakken en bijna $1 biljoen aan Saoedische investeringen in de Verenigde Staten af te stoten. Dit alles in antwoord op welke aanval van de regering-Trump dan ook.
Ze laten ook zien hoe graag Riyad de olieprijs wil laten terugkeren naar de $80 per vat of meer. Zie bijvoorbeeld hoe Brent gisteren even boven de $70 ging voordat het de dag weer wat lager afsloot. Het koninkrijk heeft dit prijsniveau nodig om zijn jaarlijkse begroting te kunnen financieren en zowel de koninklijke als gewone Saoedi’s te kunnen blijven voorzien van een levensstijl waar weinig landen ook maar van kunnen dromen.
Het belang van olie voor Saoedi-Arabië is hoger dan ooit sinds het begin van de diplomatieke relaties met de Verenigde Staten in 1933. Na jaren van plannen en uitproberen is het land nu klaar voor een openbare verkoop van aandelen in zijn $356 miljard per jaar producerende staatsoliebedrijf Aramco. Een sterke oliemarkt is van cruciaal belang voor die beursgang.
De agressieve Saoedische productieverlagingen zouden hen het marktaandeel kunnen kosten van de Arabische Light Oil in Zuid-Korea, India en andere Aziatische bestemmingen, omdat de vergelijkbare Amerikaanse schalieolie nu het tekort van de Arabische olie aan het opvullen is.
De Amerikaanse ruwe uitvoer bereikte in maart een recordhoogte van 3,6 miljoen vaten per dag en wordt verwacht explosief verder te groeien tot in 2025. In dat jaar zou de Amerikaanse productie boven Saoedi-Arabië en Rusland uit kunnen komen. Ondanks deze dreiging gedraagt Riyad zich vooralsnog koelbloedig tegenover de concurrentie.
De centrale vraag blijft: hoe zal Trump reageren op een voortdurende olierally?
Trumps olietweets werken niet
Ruwe olie boven $70 per vat, of zelfs $80, zal waarschijnlijk een hoop reacties van de president opleveren.
De tweede ronde van Trumps “tweet-aanvallen” lijkt vooralsnog te zijn gewonnen door de Saoedi’s. Hedgefondsen hebben maar een paar centen prijsgegeven op de olieprijs sinds Trump een paar weken geleden zijn meest recente waarschuwing aan OPEC verstuurde. Er zijn echter genoeg redenen om te verwachten dat de president nog meer bizarre stappen zal nemen als hij met zijn rug tegen de muur staat.
Sommigen voorspellen dat hij olie van de Amerikaanse strategische reserves zal verkopen – of in elk geval dreigen te verkopen – om de prijs lager te krijgen. Anderen weigeren echter te geloven dat hij echt met deze noodvoorraden zal gaan gokken.
De meest populaire theorie is dat hij een nieuwe ronde van genereuze ontheffingen aan kopers van gesanctioneerde Iraanse olie zal inzetten wanneer hun exportvergunningen in mei van dit jaar aflopen. Zijn regering heeft het over “nul Iraanse olie-export,” maar ook dat gelooft niemand.
Zou de president zijn Iraanse joker inzetten?
Trump zou nog verder kunnen gaan dan dit alles. Hij kan zijn toevlucht nemen tot de ultieme troef door in gesprek te gaan met Iran. Als Teheran een verdere economische crisis omwille van zijn nucleaire programma wil afwenden, is dat mogelijk. En alleen al het idee van een Amerikaans-Iraanse nucleaire overeenkomst 2.0, waarmee Teheran zijn ruwe olie weer (bijna) onbeperkt zou kunnen exporteren, zou de olieprijs met tussen de $5 en $10 per vat kunnen doen dalen.
Er zijn echter redenen genoeg om een dergelijk akkoord niet snel te verwachten. De Iraanse president Hassan Rouhani is nog minder te spreken over Trump dan over zijn voorganger Barack Obama. Daarnaast is Israël tegen welke deal dan ook. Centraal in het Midden-Oostenbeleid van de VS staat de historische relatie met Saoedi-Arabië en Israël om de regionale ambities van Iran in evenwicht te brengen.
Maar toch, met Trump als de onvoorspelbare én berekenende president die hij is, zou hij besprekingen met Iran kunnen voorstellen. Al is het alleen maar om de markt te beïnvloeden. Hij zou daarmee de hedgefondsen wat voorzichtiger maken, terwijl ze nu lijken te proberen om de olieprijs terug naar het hoogtepunt te brengen van voor de instorting in oktober 2018.
Ter vergelijking: Niemand verwachtte dat Trump een jaar na het moddergooien met Kim Jong-Un een top met de Noord-Koreaanse leider zou houden. Deze top heeft hem niet dichterbij zijn doelstelling van nucleaire ontwapening in Pyongyang gebracht, maar praten deed hij wel. Ook heeft hij met de Chinezen flink onderhandeld over de handel.
Een uitnodiging om met de Iraniërs te onderhandelen zou Trump geen kwaad kunnen doen, zeker niet als Teheran positief reageert. Obama deed immers hetzelfde.