Goed nieuws is slecht nieuws, althans zo komt het op de beurs vaak over. Zo zagen we gisteren dat de Amerikaanse detailhandelsverkopen in de maand juli met 0,7 procent op maandbasis waren toegenomen, terwijl economen op een stijging van slechts 0,4 procent hadden gerekend. Op jaarbasis bedroeg de stijging 3,2 procent. Op zich is het heerlijk dat Joe Sixpack het geld laat rollen, met onder andere Amazon Prime Day als stimulerende factor, maar het is tevens een signaal dat de nog immer te hoge inflatie niet te paard of te voet, maar slechts kruipend, weggaat. Het wakkert de vrees aan dat de Fed de rente langer hoog houdt dan verwacht. Zo stelde Neel Kashkari, voorzitter van de Minneapolis-Fed, gisteren dat hij nog niet kan zeggen dat het werk van de Fed om de inflatie te bestrijden af is. Die vrees werd op de beurzen nog eens extra gevoed door slecht inflatienieuws uit het Verenigd Koninkrijk en Zweden. Zo zorgde de ‘koopzieke’ Amerikaanse consument er mede voor dat Wall Street gisteren iets meer dan een procent inleverde.
Naast de goede en daardoor tegenvallende detailhandelsverkopen zorgde Fitch voor een daling van de aandelenkoersen van Amerikaanse de banken. Deze kredietbeoordelaar overweegt namelijk om de kredietrating voor de Amerikaanse financiële sector te verlagen. Als dat geëffectueerd wordt zal het de banken met hogere kosten opzadelen en zal onder andere het lenen van geld duurder worden. De aankondiging leidde tot onzekerheid en komt, samen met die van Moody’s vorige week, net op een moment waarop de rust in de sector na de recente ondergang van drie banken leek terug te keren. En als beleggers ergens een hekel aan hebben, dan is het wel aan onzekerheid.
De titel van de witte raaf op Wall Street viel wederom te beurt aan Nvidia (NASDAQ:NVDA), hoewel stijging van 0,4 procent in het niet valt bij de stijging van 7 procent een dag eerder. Nadat Morgan Stanley begin deze week al aangaf in de recente dip van het aandeel een koopkans te zien, kwamen gisteren meer beurshuizen met koersdoelverhogingen. Daarnaast profiteert de koers van het aandeel van het bedrijf van een artikel in de Financial Times. Niet alleen staat daarin vermeld dat Saoedi-Arabië meer dan 3.000 H100 chips van Nvidia heeft gekocht, maar ook dat bronnen dicht bij TSMC (TW:1310), de huisfabrikant van Nvidia, verwachten dat Nvidia hiervan in 2023 550.000 stuks laat fabriceren. Aangezien één zo’n chip 40.000 dollar kost, zou deze H100 chip dit jaar zomaar eens 22 miljard dollar in het laatje kunnen brengen. Dat is ongeveer de helft van de totale te verwachten omzet van Nvidia dit jaar, die daardoor waarschijnlijk met zo’n 60 procent zal stijgen. De winst per aandeel zal naar huidige schattingen nog harder stijgen. Volgens de gemiddelde analistenverwachtingen in Bloomberg van 3,34 dollar naar 7,98 dollar.
De cijfers die Nvidia volgende week presenteert worden dan ook als een van de belangrijkste gebeurtenissen van de komende tijd gezien. Het zou weleens een make-or-break moment voor de brede markt kunnen worden. Want als het goed gaat met Nvidia, dan gaat het blijkbaar goed met alle AI-gerelateerde bedrijven en dus gaat het dan goed met de brede Nasdaq. Nog een week geduld a.u.b.