Obligatiecrash
De meeste aandacht in de financiële pers gaat uit naar de voortdurende berenmarkt in aandelen. Op de obligatiemarkt woedt er echter ondertussen een waar slachtveld. Het voornemen van de centrale banken om de historisch hoge inflatie te bestrijden heeft een ongekende rentestijging tot gevolg gehad. Stond de 10-jaars rente rond de jaarwisseling nog op nul, nu dient de Nederlandse staat reeds 2,60 procent te vergoeden aan beleggers. In de Verenigde Staten liep dezelfde rente op van 1,50 naar 4,00 procent. De gevolgen voor beleggers waren desastreus. Op “veilige” staatsleningen werd in de EU dit jaar reeds 17 procent verloren.
“Inflation is dead”
Nog geen drie jaar geleden berichtten financiële bladen ons dat “inflation is dead”. Het lukte de centrale banken maar niet om de te lage inflatie op het door hen gewenste niveau van rond de twee procent te krijgen. Globalisering, digitalisering en vergrijzing droegen bij aan een structureel spaaroverschot, lage lonen en een gebrek aan inflatie. De rente was laag of zelfs negatief. Hoe anders ziet de wereld er drie jaar later uit.
En kwam weer tot leven
Een pandemie en een oorlog zetten de wereld volledig op zijn kop. De centrale banken zetten wereldwijd de geldkraan wagenwijd open. De nationale overheden lieten zich ook niet onbetuigd met een waaier aan steunmaatregelen. De economie bleek echter nog niet klaar voor deze grootse bestedingsimpuls. Er ontstonden tekorten en opstoppingen in de aanvoerketens. De prijzen van grondstoffen gingen door het plafond. En werknemers eisten compensatie voor de fors opgelopen prijzen. De inflatie bereikte een niveau dat we meer dan 40 jaar niet meer gezien hadden.
Verkrapping tegen elke prijs
De centrale banken laten niet na te verklaren alles in het werk te zullen stellen om het inflatiespook weer te verdrijven. Een recessie wordt eventueel op de koop toe genomen. Recente ontwikkelingen in het Verenigd Koninkrijk en Italië doen echter vrezen dat de centrale banken in dit streven op enig moment tegen een keiharde grens aan kunnen gaan lopen.
Staatsschuld
Italië torst een zware staatsschuld met zich mee, maar andere landen staan er niet veel beter voor. Zo is de staatsschuld van bijvoorbeeld Frankrijk in absolute zin groter dan die van Italië. Maar de grootste economie van de wereld heeft in omvang de grootste schuld van allemaal. De schuld van de Verenigde Staten heeft inmiddels het niveau van 126 procent van het BNP bereikt. Per hoofd van de bevolking is dat ruim 98.000 dollar. Voor de goede orde, in Nederland is dat 28.000 euro per hoofd.
Nooit een probleem
Nu is de enorme staatsschuld van de Verenigde Staten al onderwerp van verwoede debatten sinds de jaren ’80 van de vorige eeuw. Die zou onhoudbaar zijn en vroeg of laat tot een financiële deconfiture moeten leiden. De schuld groeide en groeide, maar een echt probleem voor de Amerikaanse economie werd het nooit. Dat had echter een belangrijke reden. De rente bleef maar zakken, 40 jaar lang. De Amerikaanse overheid kon zich steeds dieper in de schulden steken terwijl de jaarlijkse rentelast gelijk bleef.
Maar straks wel?
De Federal Reserve streeft naar een positieve reële rente over de gehele rentecurve. Met andere woorden, de nominale rente dient over alle looptijden hoger te zijn dan de inflatie. Pas dan zal men ophouden met het verkrappen. Het is echter de vraag of de centrale bank de gelegenheid gaat krijgen om dat te realiseren. Op de achterkant van een bierviltje is snel uit te rekenen dat de enorme staatsschuld met deze oplopende rente na verloop van tijd niet meer te financieren valt.
Schaakmat
Want als centrale banken geen obligaties meer kopen en hun bestaande posities gaan verkopen, wie gaan al deze staatsleningen dan wel kopen? Het recente Britse voorbeeld doet beleggers wereldwijd huiveren. Centrale banken trekken overal al aan de bel. Ze lijden grote verliezen op hun obligatieportefeuilles. Op een zeker moment zal blijken dat de centrale banken niet verder kunnen verkrappen om de staatsschuld niet volledig te laten ontsporen. Ze lijken schaakmat te staan.
Volatiliteit zal blijven
Wanneer de inflatie weer snel zakt is er niet veel aan de hand. Maar als dat niet gebeurt? Dan zal waarschijnlijk het behoud van financiële stabiliteit prioriteit krijgen boven de bestrijding van inflatie. Net als in het Verenigd Koninkrijk en in de Europese Unie (Italië) zullen de centrale banken –tegen wil en dank– weer monetair gaan verruimen. Anders gaan de nu al erg volatiele obligatiemarkten op “no bid”. De komende jaren zouden wel eens gekenmerkt kunnen worden door voortdurende cycli van inflatiebestrijding gevolgd door weer versoepelende centrale banken om de stabiliteit te bewaren. Niet dat er voor een ineenstorting gevreesd moet worden, maar we zullen wel aan meer volatiliteit moeten wennen.