Gisteren was het een week geleden dat we getrakteerd werden op een zomerse onweersbui op de internationale financiële markten. Blijft het hierbij of zit er nog meer kou in de lucht? Ten opzichte van de slotstanden van vorige week maandag staat de AEX 2,9% in de plus, is de S&P500 3,1% hoger gezet en de techzware Nasdaq 3,6%. Maar ten opzichte van ultimo juli staan de indices nog lager en is de VIX-index nog steeds hoger dan waar deze vandaan komt. Is hier sprake van een gezonde correctie of moeten we voorbereid zijn op nog meer volatiliteit in de komende weken? Het verleden wijst uit dat het vrijwel nooit bij één of twee dagen van koersdalingen blijft. Bovendien is de handel dun op de markten vanwege de vakantieperiode. Grote koersuitslagen zijn dan zo gemaakt. Het Amerikaanse inflatiecijfer over juli, dat morgenmiddag bekend gemaakt wordt, kan daarom voor de nodige turbulentie gaan zorgen. Al kijkt Mr. Market momenteel meer naar arbeidsdata dan naar data over de inflatieontwikkelingen. In dat kader zullen de detailhandelsverkopen over juli, die donderdag bekend worden gemaakt, op de nodige aandacht kunnen rekenen. In combinatie met de kwartaalcijfers van de grote retailers Walmart (NYSE:WMT) (donderdag) en Home Depot (NYSE:HD) (vanmiddag) kunnen beleggers zich een beeld vormen van het gedrag van de Amerikaanse consument en of de economie aan de vooravond staat van een recessie. En dus over het feit of de federal funds rate op korte termijn naar beneden moet.
Volgens de zogeheten FedWatch-tool van CME Group is een renteverlaging bij de volgende vergadering van de Fed volledig ingeprijsd. Maar niet ieder lid van het beleidscomité van de Fed is het daarmee eens. Afgelopen weekend zei Fed-gouverneur Michelle Bowman volgens Bloomberg dat ze nog steeds risico’s ziet voor een hogere inflatie en bovendien nog steeds overtuigd is van een sterke arbeidsmarkt. Ze is daarom nog niet toe aan een renteverlaging. Dat is dus alvast 1 stem tegen op 18 september. Volgens de tool is een verlaging met 25 basispunten op 18 september het meest waarschijnlijke scenario. Die kans wordt ingeschat op 52,5 procent. De kans op een verlaging met twee kwartjes is iets kleiner: 47,5 procent.
Afbouw Trump Trade
De vorige week snel opgekomen angst voor een recessie in de Verenigde Staten heeft de dollar geen goed gedaan. De in de markt toegenomen overtuiging dat de rente snel en stevig naar beneden moet, maakt de dollar minder aantrekkelijk. De kans dat de dollar op korte termijn flink aansterkt nu de beurzen weer in rustiger vaarwater lijken gekomen, is niet groot. Dit komt omdat de zogeheten ‘Trump Trade’ momenteel wordt teruggedraaid. De markt voorzag meer inflatie en een sterkere dollar door hogere importtarieven als Donald Trump de aankomende presidentsverkiezingen in de Verenigde Staten zou winnen. Nu de Democratische kandidaat Joe Biden heeft plaatsgemaakt voor Kamala Harris, ligt de race weer open en is een overwinning van Trump veel minder waarschijnlijk geworden. En daarmee ook de kans op inflatie verhogende internationale handelsbeperkingen.
OPEC
Oliehandelaren zitten met een dilemma. Moet de olieprijs nu omhoog vanwege de toegenomen spanningen in het Midden-Oosten en nu Oekraïne zelf Rusland is binnengevallen en veel schade aanricht in de regio die een cruciaal doorvoerpunt voor gas vormt of juist naar beneden vanwege de kans op een recessie? De stemming wisselt per dag momenteel, afhankelijk van welk nieuwsbericht er uitkomt. Per saldo blijven de olieprijzen schommelen tussen de 76 en 82 dollar per vat, enkele uitslagen daargelaten. De gasprijzen daarentegen lopen wel stevig op. De Europese aardgasfutures voor levering in januari of februari stegen gisteren met meer dan 3 procent tot boven de 43 euro per megawattuur, hetgeen het hoogste niveau in acht maanden is.
Niet zozeer vanwege een mogelijke recessie in de Verenigde Staten maar meer vanwege zwakte in China, heeft OPEC gisteren in het maandrapport de groeivoorspellingen voor de wereldwijde vraag naar olie voor dit en volgend jaar verlaagd. Hiermee komt de voorspelling van OPEC meer in lijn met die van het Energieagentschap (EIA) en het Internationaal Energie instituut (IEA). Het maandrapport zorgde voor een tijdelijke stijging van de olieprijzen. Bij een settlement van 80,06 dollar werd een vat West Texas Intermediate gisteren op dagbasis 4,2 procent duurder. Het was de grootste stijging op dagbasis sinds oktober vorig jaar. De prijs voor een vat Brent steeg bijna 3 procent naar circa 82 dollar. Maar vanochtend daalden de olieprijzen alweer.