Oblis geeft het woord aan experts om hun visie op de markt te horen. Vandaag is Pierre Sabatier, stichter en topman van het onafhankelijk kantoor Prime View, aan het woord.
Pierre, kan u zich kort even voorstellen?
Ik ben dus inderdaad CEO van het onafhankelijk onderzoeksbureau Prime View. We doen hoofdzakelijk onderzoekswerk naar de economische en financiële vooruitzichten. De resultaten van die research kunnen gebruikt worden om de beleggingsstrategie van onze klanten te optimaliseren.
Die klanten zijn beleggingsadviseurs in het algemeen, stuk voor stuk professionals in hun sector. Het betreft beursvennootschappen, verzekeringsmaatschappijen, banken, adviseurs van family offices enzovoort. Kort samengevat: iedereen die op een professionele manier bezig is met het beheren van geld.
We begeleiden onze klanten hoofdzakelijk op twee domeinen: aan de ene kant bij het optimaliseren van hun globale strategie wat asset allocation betreft en van de andere kant bij het optimaliseren van hun timing. Of anders uitgedrukt: we adviseren hen wat ze op een bepaald moment wel en wat ze niet moeten doen.
Eén van de meest opmerkelijke gebeurtenissen uit de afgelopen weken is dat het rendement op de benchmark Amerikaanse staatsobligatie met een looptijd van 10 jaar (Futures VS 10 J T-Note) door de psychologisch belangrijke kaap van 3% is gebroken. Is het grootste stuk van de hausse op de financiële markten nu volgens u achter de rug? Of is er wel degelijk nog ruimte voor een verdere stijging.
Het maakt niet zo heel veel uit of de rente nu op 2,95% of 3,05% staat. De belangrijkste vraag waarop we een antwoord willen krijgen, is die waar de stijging zal eindigen. Of met andere woorden: zijn we op weg richting 3,50% of hebben we inmiddels een plafond bereikt?
Voor ons is het plaatje vrij duidelijk: we denken niet dat de rentevoeten door het plafond zullen schieten. En daar is een heel eenvoudige reden voor: de impact van de huidige stijging op de consumptie van de gezinnen en de investeringen door de bedrijven wordt nog altijd onderschat.
Er bestaat namelijk een duidelijke correlatie tussen de rente op lange termijn (die in de afgelopen maanden dus flink is gestegen) en de kleinhandelsverkopen. Die verkopen zijn sinds het einde van vorig jaar wat teruggevallen, zonder dat er nochtans sprake is van een dramatische terugval.
Wanneer de rente op lange termijn in de Verenigde Staten doorstijgt richting 3,50%, zou de economie aan de overkant van de Atlantische Oceaan wel eens flink kunnen vertragen.
In ieder geval: aan een rentestand van ongeveer 3% adviseren we onze klanten om niet te aarzelen. Ze mogen nog steeds Amerikaanse obligaties kopen.
Zou u als Amerikaanse belegger de voorkeur geven aan aandelen of aan obligaties?
Op basis van de huidige stand van zaken en aan deze rentestanden zou ik kiezen voor een evenwichtig samengestelde portefeuille van aandelen én obligaties. Geleidelijk aan zou ik de posities in obligaties zelfs verder uitbouwen in functie van de evolutie op de financiële markten.
In een scenario waarin de rente zou blijven stijgen tot flink boven de huidige niveaus, lijkt een forse correctie op de beurs van Wall Street onvermijdelijk. De financiële resultaten van de bedrijven zouden hoe dan ook te lijden krijgen van de stijging van de rente. Tegen een dergelijke achtergrond kunnen de beurskoersen alleen maar corrigeren en daar moeten de obligaties dan weer van kunnen profiteren.
In geval van een sterke stijging van de rente, zal de arbitrage tussen aandelen en obligaties eveneens in een snel tempo verlopen.
Maar wij denken dat de rentevoeten in de VS niet te snel zullen stijgen. De Amerikaanse economie lijkt zich weliswaar in de laatste fase van een cyclus te bevinden, maar de kans is klein dat we aan de vooravond van een sterke en plotse trendommekeer staan. Daarom zullen we waarschijnlijk de kans krijgen om onze strategie stapsgewijs aan te passen.
Aan beleggers die de voorkeur geven aan aandelen, luidt ons advies dat een actieve beleggingspolitiek aangewezen lijkt. Concreet raden we aan om een aandeel te kopen wanneer de koers een correctie met 7 tot 8% achter de rug heeft. Na een stijging met een vergelijkbaar percentage kan het aandeel in kweste vervolgens opnieuw verkocht worden.
Is het verschil in rente tussen Europa (ongeveer 0,60% op de 10-jarige Duitse staatsobligatie en 1% voor de eurozone in haar geheel- volgens u gerechtvaardigd?
In het geval van Duitsland mogen we niet over het hoofd zien dat dit land geen tekort maar een overschot op de begroting heeft. Het land hoeft dus geen nieuwe obligaties uit te geven, behalve deze die bedoeld zijn om leningen die op de vervaldatum komen te herfinancieren. Bovendien betreft het relatief kleine bedragen, aangezien het land met een begrotingsoverschot zit. Volgens mij zou de Duitse rente zelfs op nul mogen staan.
In Europa geven alleen Italië, Frankrijk en Spanje nieuwe obligaties uit. Maar in het algemeen kan men zeggen dat Europa geen nieuw papier meer uitgeeft omdat er geen overheidstekort is. En zonder een dergelijk deficiet, komen er geen nieuwe obligaties op de markt.
De nog uitstaande obligaties worden zodoende zeldzaam en wat zeldzaam is, is automatisch ook duur. En dat betekent dat de rentevoeten dus laag zullen blijven.
Hier ligt het fundamenteel verschil tussen Europa en de VS. Aan de overkant van de Atlantische Oceaan worden nog altijd obligaties op de markt gebracht. De volledige openbare schulden moeten daar namelijk geherfinancierd worden. Daarbij moet bovendien ook nog eens rekening gehouden worden met nieuwe emissies die bestemd zijn voor de financiering van het begrotingstekort. Dat begrotingstekort zou volgend jaar in de buurt van 5% moeten uitkomen.
Deze 2 factoren rechtvaardigen mijn inziens een premie. De vraag is uiteraard of die premie te hoog is. Naar onze mening is dat wel degelijk het geval, maar dan weer niet in vergelijking met de Europese rentevoeten.
Begin dit jaar waren de macro-economische indicatoren goed, maar in februari kregen de financiële markten een correctie te verwerken. Bent u van mening dat de huidige marktomstandigheden voldoende gunstig zijn opdat de markten opnieuw kunnen opklimmen naar de pieken die ze einde januari lieten optekenen?
Het antwoord op deze vraag moet volgens mij ‘ja’ luiden. De markten moeten de eerder opgetekende pieken dus weer kunnen evenaren. Maar uiteraard moet daarbij de vraag worden gesteld of de omgeving al dan niet fundamenteel veranderd is.
Naar onze mening werd de correctie in februari door verschillende factoren veroorzaakt. De eerste factor was zonder enige twijfel het argument dat sommige beleggers vonden dat het tijd was om wat winst van de tafel te rapen na een sterke stijging in de voorafgaande maanden. We mogen niet uit het oog verliezen dat de S&P 500 sinds einde 2016 met ongeveer 45% was gestegen, zonder dat onderweg de tijd werd gevonden om een correctie met meer dan 5% te laten optekenen. Zelfs in een positieve omgeving verloopt een stijging nooit in één rechte lijn. Dus was het niet meer dan logisch dan dat de beleggers verkozen om een deel van de winsten naar de zijlijn te halen.
Zaak was om de geschikte aanleiding te vinden om winst te nemen. En daarbij werd verwezen naar het opleven van de inflatoire spanningen in de VS (met een verdere stijging van de rente tot gevolg), de dreiging van handelsoorlogen, de oorlog in Syrië….
Maar al deze aangehaalde factoren rechtvaardigen naar onze mening niet wat er zich op de financiële markten afspeelde. De enige factor die een omslag in het sentiment kan veroorzaken (afgezien van een verkeerde beslissing over de monetaire politiek) is naar onze mening een radicale wijziging in de regelgeving in de technologiesector. Onder andere wat betreft het gebruik van data. Dit zou echter synoniem zijn met een complete bocht in de politiek en daar is momenteel geen sprake van.
Kort samengevat zijn we mening dat de beleggers zich op een bepaald moment zullen realiseren dat er momenteel weinig of geen risico’s op de markt wegen. Die risico’s zullen bovendien verzwakken naarmate de tijd verstrijkt. De beurs van Wall Street zal zodoende ongehinderd weer kunnen oprukken naar zijn vorige koersniveaus. Anderzijds zijn we een stuk positiever voor de Europese beurzen, want kort samengevat moet hier nog een inhaalbeweging kunnen gebeuren.
Onze strategie op dit ogenblik is, zoals hierboven al gezegd, gericht op een evenwichtig samengestelde portefeuille. Dat lijkt ons momenteel de beste keuze. In de VS geven we in de loop van dit jaar geleidelijk aan de voorkeur aan wat meer obligaties boven aandelen, zonder echter de aandelenportefeuille volledig af te bouwen. In Europa geloven we vooral in aandelen.
De regering van Donald Trump is voorstander van een verzwakking van de dollarkoers (de koers van de ‘greenback’ is vanaf zijn piek al met 15% gedaald), maar de koers van het groene biljet heeft zich sinds kort opnieuw herpakt. Hoe ziet u de dollarkoers evolueren?
Volgens de geruchten zou het team van Donald Trump een koers van 1,25 dollar voor 1 euro (USD/EUR) genegen zijn. Deze geruchten deden eind vorig jaar vooral in de VS de ronde.
Veel beleggers hechtten geloof aan dit objectief en de markt is er zich dan ook naar gaan richten.
De hamvraag is echter in welke range de dollar zal blijven schommelen: zal dat tussen 1,15 en 1,20 of 1,20 en 1,25 dollar voor 1 euro zijn?
De vraag stellen is makkelijk, het antwoord geven echter een stuk moeilijker. Concreet zijn we koper van de dollar op 1,25 en verkoper tussen 1,20 – 1,21. Met de mogelijkheid van een terugval richting 1,15.
Een koers van 1,20 dollar voor 1 euro lijkt me tegenwoordig een correcte koers, zowel voor de Amerikanen als voor de Europeanen.
Daarbij mogen we niet vergeten dat de Amerikanen niet zullen toelaten dat de dollar helemaal door de vloer zakt. In dat geval zouden ze namelijk inflatie importeren en dat is allesbehalve een goede zaak voor de koopkracht. Want 70% van het Amerikaans BBP, een internationaal record, is nog altijd afkomstig van de gezinsconsumptie.
De Europese Centrale Bank hanteert nog steeds negatieve rentevoeten (-0,40%). Wanneer zal ze daarmee stoppen en wanneer verwacht u een stijging van de Europese rente?
De rente wordt bepaald in functie van de mate waarin de privé-actoren op de markt zich kunnen blijven financieren. Die privé-actoren zijn uiteraard de bedrijven en de huisgezinnen.
De vraag is of de Italiaanse bedrijven en families evenveel zullen blijven investeren en consumeren als de rentevoeten stijgen. Het antwoord op deze vraag is volgens ons kort en goed ‘neen’. En daar is een heel eenvoudige reden voor: het groeipotentieel in de meeste Europese landen is de afgelopen 10 jaar vanwege de demografie sterk gedaald.
De referentierentes van vroeger zijn alleen toepasselijk in landen waar het groeipotentieel 1 tot 1,50% boven het huidige potentieel ligt. Dat wil automatisch ook zeggen dat de rentevoeten 1 tot 1,50% onder die uit het verleden moeten liggen.
Het risico van forse rentestijgingen is dus erg klein, want de gevolgen zijn perfect voorspelbaar: een prompte daling van zowel consumptie als investeringen. Waardoor ook de economische groei een duik zou maken. Iets waar niemand op zit te wachten.
Wat is volgens u het belangrijkste risico waar de financiële markten tussen nu en het einde van dit jaar geconfronteerd zullen worden? En welke activaklassen mogen de beleggers overwegen in hun portefeuille?
We mogen de gevoeligheid en de fragiliteit van de bedrijven en de gezinnen niet onderschatten. Een foute monetaire beslissing kan naar onze mening verstrekkende gevolgen hebben. Het beleggingsklimaat in de VS zou snel verslechteren, met een berenmarkt op de beurs van Wall Street tot gevolg. Wanneer dit gebeurt, is het inderdaad zaak om obligaties te kopen en aandelen te verkopen.
Een tweede risico is ons inziens een mogelijke wijziging in de regelgeving die voor de technologiesector wordt toegepast, wat nefaste gevolgen zou hebben op de grote spelers uit de sector. Het zijn zij en niemand anders die al jarenlang de hausse op de beurzen trekken. Ook in dat geval is een defensieve aanpak aangewezen. De belegger moet zich dan wenden tot obligaties van de beste kwaliteit.
We bevinden ons bovendien dicht bij het einde van een cyclus, waarschijnlijk is het slechts een kwestie van enkele kwartalen avlorens die ten einde loopt. Daarom is het belangrijk om niet te ver in de toekomst te kijken, het komt er op aan om van dag tot dag te handelen. Wanneer één van de dominostenen verschuift, is het zaak om voor een defensievere strategie te kiezen. Economisch gaat het nog steeds goed en de voorwaarden om zich te financieren blijven stabiel. Op korte termijn zijn we dus vrij agressief wat de samenstelling van een beleggingsportefeuille betreft, met een overweging voor Europese aandelen.