Op verzoek van één van mijn nieuwe vrienden van BeursBites deze keer een analyse over de oorzaken waarom de S&P500 afgelopen week bewoog.
Het was om een aantal redenen een wat rommelige, onstuimige beursweek. Alle indices uit mijn ‘bundel’ daalden flink waardoor het gemiddelde voor de Amerikaans markt op een daling van -2.05% kwam. Een flinke beren tik dus ten opzichte van het plusje van 0.37% van vorige week. De grootste invloed op de koers kan worden toegeschreven aan de stijgende obligatierentes, de toespraak van de voorzitter van de Amerikaanse centrale bank, de bedrijfscijfers over het afgelopen kwartaal, en natuurlijk de situatie in het Midden-Oosten.
De belangrijke Amerikaanse 10-jaars obligatierente heeft zelfs even de 5% aangetikt, maar sloot de week af op ruim 4,9%. Op groene dagen voor aandelen loopt de obligatierente op, en wanneer geld door wat voor angst dan ook bij beleggers terugstroomt naar obligaties daalt de rente. Beleggers zijn over het algemeen onzeker over het verkrappende beleid van de centrale bank. Daarbij zorgt het beleid voor afnemende liquiditeit in de markt terwijl de vraag naar geld door de Amerikaanse overheid aanzienlijk is.
Tijdens zijn toespraak gaf de voorzitter van de Amerikaanse centrale bank een signaal af dat de beleidsrente begin november ongewijzigd zal blijven. De bank wil niet te veel doen wat de economie schaadt, maar zeker ook niet te weinig, want dan zijn later weer zwaardere middelen nodig om alsnog de inflatie structureel terug te dringen.
Vlak voor het sluiten van de deuren van Wall Street kozen veel beleggers vanwege de onzekerheid in het Midden-Oosten nog snel voor obligaties. Er is duidelijk vrees voor escalatie van het conflict nu de signalen voor een grondoffensief in Gaza steeds duidelijker worden. Ook vrezen beleggers voor Amerikaanse inmenging en voor de gevolgen voor de olieprijs, die opnieuw is opgelopen, wat weer niet lekker is voor de inflatie en de economische groei.
De kwartaalcijfers van bedrijven zijn tot nu toe wisselvallig. In de Verenigde Staten is nog sprake van een kleine gemiddelde groei, maar als we de inflatie meewegen ook van krimp. De Amerikaanse arbeidsmarkt houdt vooralsnog stand, de aanvragen voor een werkloosheidsuitkering bereikte het laagste punt sinds begin dit jaar. Als meer mensen werk hebben, wordt er ook meer uitgegeven en blijft de Amerikaanse economie draaien.
Een blik op de economische kalender van Investing leert mij dat we dinsdag de Diensten Inkoopmanagersindex (PMI) voor oktober kunnen verwachten. Woensdag is het de beurt aan de Bouwvergunningen, de Nieuwe Woningen Verkoop in september en de Ruwe Olievoorraden. ‘s Avonds om half elf onze tijd geeft Fed-voorzitter Powell een toespraak.
Donderdag de 26ste ontvangen we de data voor de Kern Duurzame Goederen Bestellingen en de Voorlopige Huis Verkopen voor september, het Amerikaanse BBP voor het derde kwartaal (Q3) en de Eerste Aanvragen Werkloosheidsvergoeding.
Tot slot van de cijfer week op vrijdag nog de maand en jaar Kern PCE Prijsindex over september. Voor de beleggers in Amerikaanse aandelen zijn ook de verschillende kwartaalcijfers nog van belang.
Op de daggrafiek heeft zich een interessant waardegebied ontwikkeld dat ligt tussen de ronde getallen van 4250 en 4150 punten. In het gebied komen twee technische kenmerken samen. Het 200 moving average, dat overigens nog steeds stijgt, in de rol als dynamische steun en het 50% retracementniveau, dat is uitgezet over de laag van 13 maart en de hoog van 27 juli.
Deze laatste is ook het aanvangspunt van het dalende trendkanaal. De bovenzijde van het trendkanaal is begin september een aantal malen door de koers getest, maar omdat daarbij geen sprake was van een bovengemiddeld volume is het niet gekomen tot een definitieve uitbraak. De grote partijen hadden er dus ondanks het stijgend 200 moving average weinig trek in om te kopen.
Dit is de afgelopen week anders geweest. Het volume kwam op de maandag na, iedere dag boven het maandelijks gemiddelde. Alleen jammer voor de beleggers die ‘long zitten’ dat dit volume werd gegenereerd door verkopers.
Dit bracht de koers vrijdag onder het 200 moving average waardoor trend followers voorzichtig aan een kantelpunt gaan denken. Maar zover is het nog niet. Eerst zal het waardegebied eraan moeten geloven. Dan volgt nog het belangrijke 61.8% Fibonacci retracementniveau waaraan ook heel veel institutionele beleggers waarde aan ontlenen.
Vaak is dit het punt waarop zij hun ‘voorraad’ op gaan bouwen.
Voor mij is de downtrend dus nog niet bevestigd en zal ik voor deze markt voorlopig nog op mijn handen blijven zitten.