PVH (NYSE:PVH), het bedrijf boven de iconische modemerken Tommy Hilfiger en Calvin Klein, is even gaan shoppen op de primaire obligatiemarkt. De Amerikaanse groep heeft schuldpapier uitgegeven in euro. Wij geven u de details van de operatie.
De nieuwe obligatie PVH Corp heeft een looptijd tot 16 juli 2029 en wordt vergezeld van een coupon van 4,125%. Die zal voor het eerst in juli uitbetaald worden, een zogenaamde “korte” coupon. De lening in coupures van 100.000 euro werd door Standard & Poor’s bedacht met een BBB- rating in de investment-gradecategorie.
Met de operatie kon het moederbedrijf van de kledingmerken Tommy Hilfiger en Calvin Klein 525 miljoen euro binnenhalen. Het geld zal worden ingezet voor algemene bedrijfsdoelstellingen, maar ook voor de aflossing van bestaand schuldpapier. Meer bepaald de obligatie die in 2024 op vervaldag komt en een vergoeding van 3,625% oplevert.
PVH is met verschillende lijnen aanwezig op de obligatiemarkt. Zo is er bijvoorbeeld ook een lening met een restduur van 3 jaar (vervaldag 15 december 2027) en een coupon van 3,125%. Daarnaast liet de modegroep zich ook al financieren in dollar via een obligatie die tot 10 juli 2025 loopt. Deze kreeg een coupon van 4,625%.
Jaaromzet van meer dan 9 miljard dollar
PVH is een speler uit de modesector die prat kan gaan op een internationale uitstraling en actief is in meer dan 40 landen. De groep is eigenaar van de lifestylemerken Calvin Klein en Tommy Hilfiger, die goed zijn voor een verkoopscijfer van meerdere miljarden dollar.
Volgens de laatste jaarresultaten genereerde het concern in 2023 een omzet van 9,22 miljard dollar (+/- 8,59 miljard euro), een stijging met 2% op een jaar. Ongeveer 95% van dat bedrag komt op naam van de twee iconische merken, met een licht overwicht voor Tommy Hilfiger. Het leeuwendeel van PVH’s omzet (65%) wordt trouwens buiten de Amerikaanse landsgrenzen gerealiseerd.
Voor het lopende boekjaar is een zekere voorzichtigheid toch aangewezen. De Amerikaanse groep verwacht immers een daling van de jaaromzet met 6 à 7% wegens een moeilijke economische context in Europa.