- Politieke onzekerheid in Europa zorgt voor volatiliteit staatsobligatiemarkt en euro
- Agressief monetair beleid in opkomende markten probeert lokale valutaproblemen en inflatiezorgen te verlichten
- Kans op inmengining Fed is klein
Na enige jaren met lage rentes en een laag rendement op staatsobligaties heeft de combinatie van de toegenomen politieke onzekerheid en het aanscherpen van het monetaire beleid de spanning op de financiële markten verhoogd. Het wordt interessant om te zien welke van beide meer volatiliteit zal veroorzaken.
Italiaanse, Spaanse politiek drijven obligatierendementen op, euro lager
Italië werd onlangs in de kijker gezet als de onzekere factor in het politieke panorama. Tegen de achtergrond van de bezorgdheid over de opkomst van het anti-establishment stuurde de nieuwe euroskeptische regering obligatierendementen naar een hoogtepunt over vier jaar. De uitverkoop in Italiaanse 10-jaarsobligaties - obligatiekoersen bewegen omgekeerd ten opzichte van de rendementen - zag het rendement op de overheidsschuld met meer dan een vol procentpunt stijgen tot maar liefst 3,388%. Met een coalitieregering van anti-EU partijen 5 Stelle en de Lega Nord vreesden beleggers dat de mogelijkheid van een breuk in de eurozone opnieuw op tafel lag.
Hoewel de rendementen nog steeds ver verwijderd zijn van de schrikbarende 7% die werd gezien ten tijde van de crisis in de eurozone in 2011, blijft de politieke onzekerheid voor volatiliteit op de Italiaanse markten zorgen. Een zeker gevoel van opluchting kwam eerder deze week toen de nieuwe Italiaanse minister van Economie, Giovanni Tria, zei dat geen enkele partij in het land de intentie had de Unie te verlaten, waardoor het Italiaanse obligatierendement terug onder de 2,6% kwam.
De afgelopen dagen laaiden de spanningen echter weer op, toen de Italiaanse premier Giuseppe Conte beloofde de schuldenlast van het land te vergroten, voorwendend dat de nieuwe uitgaven zouden worden gedekt door de economische groei. Twijfels over de levensvatbaarheid van zijn plan om een vlak belastingstelsel in te voeren, evenals een veelheid aan andere populistische initiatieven op zijn agenda, alarmeerden de markten en bracht de obligatierendementen terug richting 3%, met een dagelijks hoogtepunt van 2,975% woensdag.
Afgezien van het besmettingseffect over de hele eurozone had Spanje vorige week zijn eigen aanval van politieke instabiliteit. Premier Mariano Rajoy verloor een motie van wantrouwen nadat een rechterlijke uitspraak een boete had opgelegd aan de regerende Partido Popular vanwege een corruptieschandaal. Hoewel de leden van de huidige regering vrijuit gingen, omvatte de aanklacht fraude, belastingontduiking en het witwassen van geld.
De politieke onzekerheid werd weerspiegeld door een stijging van de Spaanse obligatierendementen tot 1,6%, een niveau dat sinds oktober 2017 niet gezien was. De Spaanse risicopremie - het verschil tussen de 10-jarige Spaanse staatsobligaties en de referentie 10-jarige Duitse obligaties steeg boven de 140 basispunten.
De onzekerheid vervloog echter snel toen de nieuwe premier Pedro Sanchez beloofde de recent aangenomen begroting door te voeren, met steun van de PNV-partij uit het Baskenland. Hoewel er nog steeds ongerustheid heerst, was de volatiliteit in Spaanse obligatierendementen relatief kortstondig, omdat de spanning snel wegebde.
Op het moment van schrijven is de Spaanse 10-jaarsrendement teruggevallen naar 1,50% terwijl de risicopremie terugliep tot net boven de 100 basispunten.
De politieke onzekerheid binnen de eurozone, die bijzonder tastbaar was in het geval van het mogelijke vertrek van Italië uit de eurozone, drukte ook de euro en stuurde de eenheidsmunt richting $1,15 op 29 mei, het laagste niveau sinds juli 2017.
Turkse en Argentijnse centrale banken worstelen om valuta te ondersteunen
Politiek is echter niet de enige factor. Agressief monetair beleid heeft de financiële markten ook op scherp gezet.
Tijdens een spoedvergadering op 23 mei verhoogde de Turkse centrale bank (TCMB) de rente met 300 basispunten tot 16,5%, een extreme stap om de val van de lira, die alleen dit jaar al ongeveer 20% is gedaald ten opzichte van de dollar, te stoppen.
Nu de Turkse inflatie op een alarmerende 12,15% is uitgekomen, wordt algemeen aangenomen dat de TCMB vandaag, donderdag, een nieuwe stap zal maken wanneer het zijn verdere beleid aankondigt.
Om niet achter te blijven heeft de centrale bank van Argentinië (BCRA) een spervuur van renteverhogingen geïmplementeerd - drie in minder dan acht dagen. Vanaf eind april steeg de rente in Argentinië van 27,25% naar 40%, het hoogste niveau ter wereld, in een poging om de lokale munt te ondersteunen en de jaarlijkse inflatie terug te brengen naar het nieuwe doelniveau van 15%.
De BCRA stelde op 22 mei de 40% rentevoet in, aanvoerende uit dat de hoge tarieven nodig waren om de inflatiedruk ten gevolge van de zwakke peso te corrigeren. De Argentijnse peso bereikte een recorddiepte van $25,0655 op 3 juni en verloor dit jaar tot nu toe rond de 35% ten opzichte van de dollar.
Zal de Fed te hulp schieten?
Hoewel de politieke instabiliteit in Europa onlangs is weggeëbd, worden opkomende markten - met name landen die economisch onder druk staan zoals Turkije en Argentinië - geconfronteerd met de aanhoudende druk vanuit de Amerikaanse Federal Reserve om het ondersteunende monetaire beleid geleidelijk af te schaffen.
Inderdaad zei de president van de centrale bank van India, Urjit Patel, maandag dat de Fed het tempo van financiële hervorming moeten verlagen om de impact van een tekort aan dollars in de opkomende markten te verminderen.
"De globale overloop manifesteerde zich pas sinds oktober vorig jaar. Maar ze heeft zich goed laten voelen sinds de Fed zijn balans begon te verkrappen", schreef Patel in een opinie-artikel voor de Financial Times. "Dit komt omdat de Fed de eerdere onverwachte stijging van de Amerikaanse uitgifte van overheidsschuld niet heeft gecorrigeerd of zelfs niet eens expliciet erkend. Dat moet het nu wel doen", hield het hoofd van het monetaire beleid in India vol.
Patel opperde dat de Fed zijn normalisatie zou kunnen herijken om het tekort aan dollars te compenseren, veroorzaakt door de uitgifte van Amerikaanse staatsobligaties om de Amerikaanse belastingverlagingen te kunnen bekostigen. Maar het verzoek van Patel lijkt weinig meer dan wishful thinking. Bijna een maand geleden verklaarde Fed-voorzitter Jerome Powell dat "de rol van het Amerikaanse monetaire beleid vaak overdreven is".
In een toespraak op 8 mei zei Powell:
"Er zijn goede redenen om te aan te nemen dat de normalisering van het monetaire beleid in geavanceerde economieën beheersbaar moet blijven (voor opkomende markten). De normalisering van het Fed-beleid heeft de financiële markten niet verstoord en de verwachtingen van marktdeelnemers met betrekking tot dit beleid lijken redelijk in overeenstemming te zijn met de verwachtingen van de beleidsmakers in de Summary of Economic Projections, wat suggereert dat markten niet verrast hoeven worden door onze acties wanneer de economie zich ontwikkelt in overeenstemming met deze verwachtingen.
Gezien de hooggespannen verwachtingen over extra renteverhogingen van de Fed in zowel juni als september en met markten die uitdrukkelijk anticiperen op de beleidsbijeenkomst van 12 en 13 juni om de vooruitzichten van een mogelijke verdere renteverhoging in december te polsen, zouden andere landen er goed aan doen hun eigen zaken op orde te krijgen in plaats van op redding van de Federal Reserve te hopen.