De eerste vergadering van dit jaar van de Europese Centrale Bank (ECB) werd gisteren afgesloten met een nieuw rentebesluit. De verwachtingen waren gespannen, na de nieuwe inflatiecijfers eerder deze week. De inflatie in de eurozone stijgt door en kwam in januari uit op 5,1 procent, een plus van 0,1 procent ten opzichte van december. Analisten hielden rekening met een veel lagere inflatie omdat het ‘BTW-effect’ (vorig jaar verhoogde Duitsland de BTW in januari) uit de cijfers is gevallen. Er werd 4,3 procent verwacht. Maar de inflatie kwam dus veel hoger uit. De kerninflatie (zonder onder andere voeding en energie) was wel duidelijk lager met 2,3 procent ten opzichte van de 2,6 procent in december.
Spannend was dus of de ECB in navolging van de Fed zou draaien met hun opvatting dat de oplopende inflatie tijdelijk is en dat er vooralsnog geen renteverhoging nodig is. Het persbericht van de ECB, dat gepubliceerd werd voordat voorzitter Lagarde haar toelichting zou geven, was geruststellend, zelfs saai. Het persbericht leek op een kopie van de vorige vergadering. Er werd wederom aangegeven dat het coronasteunprogramma PEPP eind maart wordt afgebouwd, het andere steunprogramma APP in het tweede kwartaal wordt verhoogd naar 40 miljard euro per maand en vervolgens in het derde kwartaal weer wordt afgebouwd naar 30 miljard euro per maand. Daarna worden de opkopen verlaagd naar 20 miljard euro per maand ‘voor zolang als nodig is’. Von Frankfurt nichts neues, derhalve. Maar daar namen de ECB-watchers geen genoegen mee, en dus werd Lagarde tot drie keer toe bevraagd of de rente dit jaar verhoogd zal worden. Toen Lagarde niet wilde herhalen wat ze in december zei, namelijk dat het zeer onwaarschijnlijk is dat de rente dit jaar verhoogd zal worden, wisten beleggers genoeg en trokken ze hun eigen conclusie. Aangezien de ECB-voorzitter in haar toelichting zeer uitvoerig sprak over de inflatie, concludeerde de markt dat een eerste renteverhoging van tien basispunten wellicht al in juli aan de orde zou kunnen zijn. Gelijk daalden de markten en liepen de Europese lange rentes op. De Duitse 10-jaarsrente, tot voor kort nog negatief, piekte op 0,14 procent. Ook sterkte de euro stevig aan ten opzichte van de Amerikaanse dollar en staat deze inmiddels boven de 1,14 dollar voor een euro.
Toch is dit een beetje paniekvoetbal van nerveuse beleggers. Want wat Lagarde wél zei was dat de ECB eerst netjes de opkoopprogramma’s zou beëindigen alvorens een rentestap te overwegen. Dit betekent dat een eerste rentestap niet voor september of zelfs december mogelijk zal zijn indien één en ander ordentelijk moet verlopen. Maar haar opmerkingen dat er binnen de raad van bestuur unanieme zorgen bestaan over de huidige inflatie en dat deze op korte termijn nog hoger zou kunnen uitvallen dan eerder werd verwacht, gaven beleggers voldoende munitie om aandelen en obligaties de deur uit te doen. Wellicht wat prematuur. Na de volgende vergadering van de ECB in maart weten we meer omdat de centrale bank dan pas over nieuwe data zal beschikken en op basis daarvan een accurate analyse kan doen over welke maatregelen er nodig zijn.
Deelneming van Amazon zorgt voor winstexplosie
Het zijn de ‘Big Tech’-concerns die de laatste dagen de gang van zaken op de financiële markten bepalen. De teleurstellende cijfers en outlook van Meta Platforms (Facebook) woensdagavond zorgden ervoor dat de Nasdaq gisteren 3,7 procent lager sloot. Nabeurs was het aan Amazon, de volgende Big Tech-onderneming, om het sentiment weer te doen omslaan. Aangezien de cijfers van Amazon (NASDAQ:AMZN) beter dan verwacht waren, lijken de markten weer wat te kunnen herstellen in de Verenigde Staten. Maar het is waarschijnlijk aan de uitkomst van het officiële banenrapport dat vanmiddag uitkomt, of dat ook zal lukken.
Zoals Amazon bij de publicatie van de derde kwartaalcijfers al verwachtte, heeft de grootste e-retailer ter wereld in het vierde kwartaal last gehad van hogere kosten vanwege een tekort aan personeel. Om de bestellingen voor de feestdagen goed door te komen, ondanks omikron, werd er flink geïnvesteerd in extra personeel. De operationele winst daalde daarom van 6,9 miljard dollar in het vierde kwartaal van 2020 naar 3,5 miljard dollar afgelopen kwartaal. De nettowinst onderaan de streep steeg echter van 7,2 miljard dollar naar 14,3 miljard dollar. Dit is te danken aan een bijzondere bate. De nettowinst werd met 11,8 miljard dollar verhoogd dankzij de beursgang van Rivian (NASDAQ:RIVN) in het vierde kwartaal. De deelneming die Amazon heeft in deze fabrikant van elektrische auto’s kon door de beursgang geherwaardeerd worden en dat zorgde voor een winst van 11,8 miljard dollar. Per aandeel kwam de winst uit op 27,75 dollar waar er door de analisten slechts 3,61 dollar werd verwacht. De totale winst in 2021 kwam uit op 33,4 miljard dollar. Dit is per aandeel 64,81 dollar.
De omzet van Amazon nam in het vierde kwartaal met 9 procent toe tot 137,4 miljard dollar, vrijwel gelijk met de analistenverwachtingen. Daarmee kwam de omzet voor het gehele jaar uit op 469,8 miljard dollar. De advertentie-inkomsten stegen 32 procent tot 9,7 miljard dollar in het vierde kwartaal. Het was voor het eerst dat dit getal werd vrijgegeven. De omzet uit cloudcomputing, waarmee Amazon marktleider is, steeg met 40 procent tot 17,8 miljard dollar. De behaalde winst met cloudcomputing kwam uit op 5,3 miljard dollar, veel meer dan analisten hadden verwacht. Voor het lopende kwartaal is Amazon duidelijk voorzichter dan de analistenconsensus, ondanks dat CEO Andy Jassy zijn concern stevig ziet herstellen van de pandemie. Amazon verwacht dit kwartaal een operationele winst tussen de 3 en 6 miljard dollar op een omzet van 112 tot 117 miljard dollar. De analistenconsensus lag respectievelijk op 6,4 miljard en 120,94 miljard dollar. Een dergelijke voorzichtige outlook zorgt tegenwoordig voor een forse afstraffing op de beurs. Zo niet bij Amazon. In de nabeurshandel ging het aandeel tot 17,6 procent hoger.