De financiële markten wachten op het rentebesluit van de ECB plus de toelichting daarop die beiden morgen bekend worden gemaakt. Wall Street ging gisteren positief de dag uit. Dat was ondanks het feit dat de angst voor een recessie toeneemt en Target de tweede winstwaarschuwing in drie weken tijd afkondigde. Een paar weken geleden zorgden de hogere kosten voor de aankondiging dat de winst dit jaar lager zou uitpakken. Gisteren waren de onverkochte voorraden de oorzaak van het nieuwe winstalarm. In de coronapandemie gaven consumenten veel geld uit aan onder andere huishoudelijke producten en elektronica, maar nu de horeca weer open is en er meer gereisd kan worden, wordt hetzelfde geld eerder aan dat soort zaken uitgegeven. Daardoor zit Target (NYSE:TGT) met allerlei onverkochte voorraden die nu met korting zullen moeten worden verkocht. Dat zal voor druk op de operationele marge zorgen. Bovendien kijken Amerikaanse consumenten ook tegen hogere kosten voor energie en brandstof aan en je kunt je geld nog altijd maar een keer uitgeven…
Door dit soort winstwaarschuwingen leeft de hoop op dat de Fed misschien iets minder hard op de rem zal trappen om de economie af te remmen. Een terughoudende consument zorgt er immers vanzelf voor dat ondernemingen minder goederen en diensten zullen verkopen. En die consument heeft al dertien maanden achter elkaar te maken met een inflatie die hoger is dan de gemiddelde loonstijging. Hoe blijven de consumentenbestedingen dan toch zo goed op peil? Aan de ene kant wordt er minder gespaard. Het spaarquotum heeft met een percentage van 4,4 procent het laagste niveau sinds 2008 bereikt. Aan de andere kant wordt er meer geleend. Het afgelopen jaar steeg dat percentage tot het hoogste peil sinds 2011.
Voor een groot deel wordt daar de creditcard voor ingezet. In de maand april steeg het totale bedrag dat met een creditcard betaald wordt met 38 miljard dollar, na in maart met een bijgestelde 47,3 miljard dollar te zijn toegenomen. Het totale bedrag aan doorgerolde schulden, waarvan de schulden op de creditcard een groot gedeelte uitmaken, is inmiddels uitgekomen op 1,103 biljoen dollar, een nieuw record. Hoewel dit op het eerste gezicht niet heel goed nieuws lijkt, zijn er wel een paar opmerkingen bij te maken die het wat minder negatief maken. Ten eerste wordt er in dit overzicht dat maandelijks door de Fed wordt uitgegeven niet uitgesplitst waaraan het geld wordt uitgegeven. Het zou dus ook zo kunnen worden uitgelegd dat het positief is dat de consument wel blijft besteden. Dat kan weer een teken van vertrouwen zijn. In het algemeen kunnen we stellen dat er momenteel een verschil ontstaat tussen mensen met de hogere inkomens die meer te besteden hebben en hun geld lekker laten rollen en mensen die het met een lager inkomen moeten doen en die de creditcard wel moeten gebruiken om de eindjes aan elkaar te knopen. De prijzen van veel noodzakelijke goederen zijn immers ook gestegen. Daarom is het weer van belang dat de totale uitgaven die met een creditcard worden gedaan niet structureel de economische groei overstijgen, want dat zou kunnen betekenen dat mensen op een gegeven moment niet meer aan hun betalingsverplichtingen kunnen voldoen. Maar, er moet ook in de beschouwing worden betrokken dat in dit cijfer ook de bevolkingsgroei wordt weerspiegeld plus het feit dat er blijkbaar nog steeds een draai plaatsvindt uit cash naar diezelfde creditcard.
China zorgt voor positief momentum
Uit China kwam er voor de verandering het een en ander aan nieuws dat door de markten positief wordt uitgelegd. Zo mag een aantal Chinese techbedrijven zo’n 60 nieuwe computerspelletjes introduceren. Dat is een kleine versoepeling van de maatregelen die de laatste tijd zijn genomen en die er vooral op gericht leken te zijn om de grote Chinese techbedrijven een kopje kleiner te maken. Het volgt ook op het nieuws dat het onderzoek naar het Chinese taxibedrijf Didi (NYSE:DIDI) deze week waarschijnlijk zal worden afgerond en dat de Didi-app weer in de appstores zal worden toegestaan.
Wat tevens voor een positief momentum zorgt is dat China het vangnet voor de financiële sector uitbreidt door een nieuw reddingsfonds te introduceren dat tientallen miljarden dollars groot kan worden. De Chinese economie koelt duidelijk af doordat niet alleen de groei van de wereldeconomie vertraagt, maar ook de zware lockdowns en de crisis in de Chinese vastgoedsector een negatieve impact hebben. Het fonds moet ervoor zorgen dat de stabiliteit van de financiële sector gewaarborgd blijft en dat onverwachte faillissementen kunnen worden opgevangen.