In tijden van grote onzekerheid, zoals momenteel, zoeken beleggers vluchthavens om te schuilen met hun beleggingen. Traditionele vluchthavens zijn goud, de Amerikaanse dollar, de Zwitserse frank en de Japanse yen. Sinds enige tijd probeert ook de bitcoin een vluchthaven te worden, maar dit is mislukt. Er is een te grote positieve correlatie tussen de effectenmarkten en de bitcoin en andere crypto’s. Maar ook de Japanse yen laat het dit keer afweten, zo schrijft Het Financieele Dagblad vanmorgen. Tijdens eerdere crises steeg de Japanse munt in waarde, maar daarvan is nu geen sprake. Sterker nog, de yen is in de laatste zes jaar niet meer zo zwak geweest als vandaag ten opzichte van de Amerikaanse dollar. Waar er aan het begin van dit jaar nog 115,14 yen nodig was voor 1 dollar, waren dit er gisteren al 121,1.
Een verzwakking van de Japanse munt derhalve van meer dan 5 procent. Ook ten opzichte van de euro is de yen verzwakt.
De verzwakking van de yen heeft alles te maken met de rentevooruitzichten. Daar waar de Fed een agressief beleid vormt ter bestrijding van de inflatie door de beleidsrente te verhogen, heeft de Bank of Japan onlangs nog verklaard bij monde van gouverneur Haruhiko Kuroda ‘geduldig te zullen vasthouden aan het krachtige ruime beleid’. Voorheen gold dat Japan als krachtige exportnatie grote overschotten op de lopende rekening had en daarmee enorme beleggingen in het buitenland deed. Een deel van dit kapitaal werd dan tijdens een mondiale crisis teruggehaald naar Japan waardoor er yens gekocht moesten worden en de yen automatisch sterker werd. Maar nu Japanse beleggers in Japan geen rendement zullen maken op hun vermogen, terwijl ze in de Verenigde Staten al makkelijk ruim 2 procent kunnen maken op risicoloos overheidspapier, blijven ze liever in dollars belegd. Wat ook meetelt, zijn de hoge grondstofprijzen die veelal in Amerikaanse dollars betaald moeten worden. Aangezien Japan nauwelijks eigen grondstoffen heeft, is men vooral afhankelijk van importen. De dollars die hiervoor nodig zijn, trekken een stevige wissel op de ruilvoet van Japan.
Aangezien ook goud niet meer de krachtige vluchthaven is van weleer, heeft Fintessa ervoor gekozen om vooral te schuilen in de Amerikaanse en Zwitserse munt. Bovendien zijn in deze valuta aandelen te koop die goed bijdragen aan onze wens om de portefeuilles meer inflatiebestendig te maken. Dat dit gunstig uitpakt, kunt u zien in de vermogensrapportage die u binnenkort weer zult ontvangen.
Shell en Equinor favoriet
Fintessa belegt al jaren voor haar clientèle in oliemaatschappij Shell (AS:SHEL) en voegde daar onlangs een belang in het Noorse Equinor (OL:EQNR) aan toe. Een verstandige keuze volgens de analisten van Bank of America (NYSE:BAC). Zij verklaarden gisteren Shell, Equinor en ook TotalEnergies (NYSE:TTE) tot hun topfavorieten omdat deze concerns flink profiteren van de hogere gasprijzen. Shell en TotalEnergies kunnen flink profiteren van de krappe LNG-markt en Equinor profiteert, als grootste gasbedrijf van Europa na Gazprom (LON:GAZPq), flink van de spotmarkt voor gas. De analisten van BoA verwachten dat de gasprijzen in Europa hoog zullen blijven nu er gewerkt wordt aan het verminderen van de afhankelijkheid van Russisch gas. Voor 2023 verwacht men dat de gasprijs wel zes keer hoger kan zijn dan die van voor de coronapandemie. Daarom komt de Amerikaanse bank met winsttaxaties voor genoemde favorieten die 40 procent hoger liggen dan de huidige analistenconsensus.
Shell tekent hoger beroep aan
Het werd al langer verwacht, maar eergisteren heeft Shell dan toch een hoger beroep aangetekend tegen de rechterlijke uitspraak van mei 2021 in de klimaatzaak welke werd aangespannen door de milieuactivisten van Urgenda. De Haagse rechtbank oordeelde toen dat Shell zijn CO2-uitstoot met 45 procent moest verminderen in 2045. Dit is volgens Shell niet redelijk en niet haalbaar omdat het bedrijf de verantwoordelijkheid krijgt opgelegd voor het verlagen van de uitstoot die Shells klanten veroorzaken door het gebruik van de producten die Shell verkoopt. Het is echter de klant die beslist of hij benzine gebruikt of in een elektrische auto wil rijden, daar heeft Shell geen invloed op. Bovendien zal deze klant elders gaan tanken indien Shell geen benzine meer zou verkopen.
De procedure van hoger beroep kan jaren gaan duren. In de tussentijd zal Shell gehouden worden aan de rechterlijke uitspraak van mei 2021. Ook het feit dat Shell inmiddels een volledig Britse onderneming is geworden, heeft geen invloed op de rechterlijke uitspraak.