Consumenten Prijs Index
Vandaag publiceert het Bureau of Labor Statistics in de Verenigde Staten zijn maandelijkse inflatiecijfer, de Consumer Price Index. Op het moment dat u dit leest is de CPI over de maand augustus reeds bekend, net als de eerste reactie van de financiële markten erop. Er wordt een lichte afname van de groei van de CPI op jaarbasis verwacht, van 8,5 procent in juli naar 8,1 procent in augustus. Op maandbasis wordt er zelfs uitgegaan van een daling van 0,1 procent. Mochten de cijfers beter uitvallen dan hierboven dan is een voortzetting van de rally op de beurs van de afgelopen dagen reëel.
Energie en voedsel
De verwachte daling is voor het grootste deel toe te schrijven aan de gedaalde prijzen voor energie en voedsel. Zo daalde de prijs voor benzine in de Verenigde Staten van ruim 5 dollar voor een gallon naar gemiddeld 3,70. Benzine maakt in de Verenigde Staten een niet onbelangrijk onderdeel uit van het huishoudbudget. Voedsel werd de afgelopen maand ook minder duur. Energie en voedsel maken gezamenlijk 22,5 procent uit van het mandje van de CPI. Voor de gemiddelde Amerikaan zijn beide items relatief echter erg belangrijk.
Kerninflatie
Centrale bankiers richten zich echter meer op de zogenaamde kerninflatie. Daar zijn voedsel en energie uitgefilterd. Het zou een minder volatiele weergave zijn van de algemene prijsontwikkeling. Dat is weliswaar juist, maar vergeten wordt dan wel dat voor de gemiddelde Amerikaan energie en voedsel erg belangrijke uitgaven zijn. Deze kerninflatie zou naar verwachting wel iets verder stijgen, van 5,9 naar 6,1 procent op jaarbasis en 0,3 procent op maandbasis.
Houdt Joe Sixpack stand?
Voor de economie is verder vooral van belang in hoeverre Joe Sixpack zich staande houdt in dit prijzen geweld. Zo zijn volgens de Atlanta Wage Growth Tracker afgelopen jaar de lonen in de Verenigde Staten met 6,7 procent gestegen op jaarbasis. Dat lijkt aardig voor de werknemers, maar in feite gaan ze er dus reëel nog steeds op achteruit. Zij het niet in dezelfde mate als de gemiddelde Europese burger.
Dalende trend
Nu lijkt de dalende trend in voedsel- en energieprijzen bemoedigend. Deze zijn van nature erg beweeglijk en zullen minder sterk gaan bijdragen aan de inflatie. Van groter belang, ook voor de centrale bank, is in hoeverre de gestegen prijzen gaan doorsijpelen naar de bredere economie. Zo maakt huisvesting maar liefst 32 procent uit van de CPI. Huren zijn veel minder volatiel dan energie en voedsel en kunnen na te zijn opgelopen nog lange tijd hoog blijven. De huizenmarkt vormt voor de Federal Reserve waarschijnlijk het grootste obstakel om de inflatie weer in het gareel te brengen.
Huizenmarkt koelt af
Nu is de huizenmarkt in de Verenigde Staten als gevolg van de serie renteverhogingen door de Federal Reserve inderdaad aan het afkoelen. De huizenprijzen zijn nog steeds aan de hoge kant, maar in diverse regio’s is er wel sprake van een daling. In Seattle (thuishonk van Microsoft en Amazon) is de gemiddelde prijs reeds met 8 procent gedaald. Het aantal verkochte nieuwe woningen daalde met 30 procent. Niet zo vreemd wanneer men weet dat een 30-jarige hypotheek in de Verenigde Staten kan worden afgesloten tegen een rente van 6,08 procent. De huizenbonanza in de Verenigde Staten lijkt in ieder geval voor nu even voorbij.
Eenvoudige statistiek
Naast bovengenoemde ontwikkelingen speelt simpele statistiek een voorname rol. De huidige CPI bedraagt op jaarbasis dus 8,5 procent en zakt mogelijk iets. Maand-op-maand daalt de inflatie echter al een beetje, naar verwachting met 0,1 procent. Zet dat proces zich voort, dan zal de CPI op jaarbasis verder afnemen en ergens in de loop van het voorjaar van 2023 weer op een (gewenst) niveau van 2 tot 3 procent kunnen belanden. Dit eenvoudig omdat de vergelijkingsbasis met een jaar eerder steeds hoger wordt en de toename daardoor zal afnemen. Een daling dus ongeacht verdere acties van de Federal Reserve.
Minder zorgen om inflatie?
Nu zullen zowel de centrale bank als de nationale overheid alles in het werk stellen om de inflatie verder te beteugelen. Denk aan verdere renteverhogingen, maar bijvoorbeeld ook aan het vrijgeven van de strategische oliereserve van de Verenigde Staten. Zo bezien zijn de actuele inflatieverwachtingen -deze maand gedaald van 2,3 naar 2,0 procent voor de komende vijf jaar- helemaal niet zo vreemd. Het aantal Google zoekopdrachten naar de term inflatie is afgelopen maand ook afgenomen. Men maakt zich er blijkbaar weer wat minder zorgen om. De CPI van vanmiddag is nu nog niet bekend, evenmin de reactie van de markten erop. Maar voor de langere termijn zijn de vooruitzichten langzaam maar zeker weer iets bemoedigender te noemen.