De groei van de economie van de eurozone is aangetrokken in het tweede kwartaal. De industriële productie in de eurozone steeg in april maand-op-maand met 0,8%. In maart was er nog sprake van 0,4% krimp. Dit herstel was deels te danken aan tijdelijke factoren.
Zo was bijvoorbeeld de energieproductie van invloed. Die steeg maand-op-maand 2,5% nadat er in de 3 maanden ervoor nog sprake was van een daling van meer dan 4%. In die 3 maanden was het weer namelijk extreem mild.
Verder hadden de aankopen in verband met Pasen ook invloed. Deze zorgden voor een maand-op-maand stijging van 2,1% voor niet duurzame consumptiegoederen. De onderliggende trend lijkt er een te zijn van solide expansie. De inkoopmanagersindex kwam wat betreft export in mei uit op 54,3. Het onderdeel voor nieuwe orders kwam uit op 52,3. Ook dit lijkt te wijzen op verdere groei in de komende maanden.
De stijging van productie in april impliceert dat de sector het tweede kwartaal sterk van start is gegaan. Zelfs als de productie in mei en juni zal stabiliseren of licht zal krimpen, is de groei kwartaal-op-kwartaal nog altijd sterker dan de 0,2% groei in het eerste kwartaal van 2014. Dit alles is in lijn met onze visie dat de economie van de eurozone aan momentum heeft gewonnen in het tweede kwartaal. Dit nadat het bbp kwartaal-op-kwartaal groeide met slechts 0,2% in het eerste kwartaal.
Wat betreft de uitgaven, waren onder andere de data voor de detailhandel positief. Hier was in de 3 maanden voorafgaand aan april sprake van 0,4% groei. Ook het aantal registraties van nieuwe personenautos steeg met 2,2% in april (gemeten van 3 maanden op 3 maanden). De PMI voor dienstverlening kwam in mei hoger uit op 53,2. Dit lijkt te wijzen op herstel van de consumentenbestedingen. Ondertussen stijgt de winstgevendheid van bedrijven. Deze stijgende winstgevendheid in combinatie met het verbeterde producentenvertrouwen zou moeten resulteren in robuuste groei van vaste activa.