De komende weken zullen best wel spannend worden. Het zou namelijk wel eens kunnen gaan vriezen of dooien. Zullen de centrale bankiers de rente fors moeten blijven verhogen of kunnen zij over niet al te lange tijd de teugels wat laten vieren?
Het cijferseizoen staat op het punt van beginnen en daarom hopen beleggers dat zij de komende maand een indicatie zullen krijgen voor de stand van zaken voor de rest van het jaar. De winstverwachtingen zijn nauwelijks neerwaarts bijgesteld. Dan ook zal moeten blijken of de recessieangst die nu bij tijd en wijle de overhand heeft in de markt terecht is, of dat de inflatieangst juist weer de kop zal opsteken. Dit kwartaalcijferseizoen kan zodoende zowel een risico als een kans inhouden. Over het afgelopen kwartaal wordt een gemiddelde groei van de omzet van 4,3 procent verwacht. Dat is het laagste cijfer sinds het vierde kwartaal van 2020.
De kapitaalmarktrente is door de afgenomen inflatieangst en de verwachting dat de economische groei zal afvlakken wat naar beneden gekomen en dat heeft de laatste dagen steun aan de beurs gegeven. Het was immers de hoge kapitaalmarktrente die is voor de verkoopdruk zorgde samen met de angst voor een recessie. Als die weer wegebt is dat positief voor de beurs. Woensdag aanstaande weten we meer als er in de Verenigde Staten nieuwe inflatiecijfers worden gepubliceerd.
Effectenhuis Nomura denkt overigens dat het zeker tot een recessie komt en dat die wel tot eind volgend jaar kan duren. Alles begint met de vraag wanneer je denkt dat die recessie start. Als je denkt dat die medio 2023 begint is het niet zolang. Maar, als je denkt dat we er nu al in zitten en als die aanhoudt tot 2023 dan ben je wel heel negatief. Dan heb je het immers over een recessie die net zo lang is als ten tijde van de kredietcrisis. Voor dit kwartaal wordt in de Verenigde Staten op z'n hoogst een 0-groei verwacht, maar overall ligt de gemiddelde groeiverwachting voor heel 2022 rond 3 procent. Zo bezien is de verwachting van Nomura dus wel heel somber.
Een recessie hoeft trouwens niet per definitie slecht te zijn voor beleggers. De koersen van aandelen bijvoorbeeld zijn daarop vooruitlopend al hard gecorrigeerd. Misschien kan er nog best wel wat vanaf maar daarna lijkt het waarschijnlijk dat de opgaande weg weer wordt ingeslagen. Wel moeten beleggers dus nog rekening houden met een periode van meer onzekerheid en volatiliteit.
Het banenrapport van afgelopen vrijdag verraste met 372.000 nieuwe banen positief. Vooraf was gerekend op een groeicijfer van 250.000. Bij dat beter dan verwachte cijfer moet wel worden opgetekend dat de cijfers van de maanden daarvoor fors neerwaarts werden bijgesteld. De werkloosheid bleef stabiel op 3,6 procent. Dat is het laagste niveau sinds de uitbraak van de coronapandemie en maar 0,1 procent boven het laagste niveau van de afgelopen 50 jaar dat in februari 2020 werd bereikt.
Van de 22 miljoen banen die in de eerste maanden van de coronapandemie verloren gingen in de Verenigde Staten zijn er inmiddels zo’n 21,5 miljoen weer gecreëerd. Daarmee is de grootste comeback uit de geschiedenis zo goed als afgerond. Een ander cijfer dat de kracht van de Amerikaanse economie onderschrijft is dat het alternatieve werkloosheidscijfer, waarin het aantal mensen dat nu parttime werkt of niet langer aan het arbeidsproces wil deelnemen wordt meegenomen, de afgelopen maand daalde van 7,1 naar 6,7 procent. Dat alles wijst niet echt op een aanstaande recessie.
Het gemiddelde uurloon steeg met 5,1 procent op jaarbasis. Dat is nog steeds een forse groei maar wel lager dan de (voorlopige) piek van 5,6 procent in maart. Gezien het feit dat het aantal vacatures nog steeds zo’n 5 miljoen hoger is dan het aantal Amerikanen dat op zoek is naar een baan, zal de opwaartse druk op de lonen nog wel even blijven voortbestaan. Dat kan voor inflatoire druk blijven zorgen. Aan de andere kant zien we dat de prijzen van niet alleen veel grondstoffen maar ook van tweede hands auto’s dalen. Zo daalt de prijs van koper aan vijf weken aaneengesloten en staat daardoor op hetzelfde niveau van februari 2021. De prijs van tweedehands auto’s is in de eerste helft van het jaar gemiddeld met zo’n 7 procent gedaald. Zoals we ons vast nog wel kunnen herinneren, waren het juist deze prijzen die aan het begin van de coronapandemie de lucht in schoten.