Door Kathy Lien, Managing Director FX Strategy bij BK Asset Management.
De U.S. dollar won donderdag ten opzichte van alle belangrijke valuta, ondanks lager dan verwachte Amerikaanse inflatiegegevens. Economen voorzagen een langzamere groei van de prijsdruk in juli, maar in plaats daarvan stagneerde de PPI als gevolg van lagere voedsel- en brandstofprijzen. Voeding en brandstoffen terzijde genomen stegen de producentenprijzen met 0,1%. Dat is bijzonder weinig, maar toch is dit resultaat geen verrassing, aangezien de Amerikaanse dollar afgelopen maand een piek over meerdere maanden bereikte, hetgeen de inflatie heeft doen dalen. De olieprijzen daalden in juli ook, wat leidde tot een algemene daling van de energiekosten. Het aantal werklozen was lager dan verwacht, maar die verbetering werd overschaduwd door de PPI. Niettemin was de uitverkoop in USD/JPY beperkt. De eerste daling bedroeg slechts slechts 10 pips, waarbij het paar nog eens 10-20 pips moest prijsgeven tijdens de NY-sessie voordat het stabiliseerde. De opmars van de Amerikaanse munt ten opzichte van andere belangrijke valuta zoals de euro en het pond sterling duurde voort. De rapportage van de consumentenprijzen dat vrijdag uitkomt zou een veel grotere impact op de dollar moeten hebben. Gezien de zwakte van de PPI zou de CPI-groei echter ondermaats kunnen blijven, vooral omdat de gasprijzen in juli daalden. Als de inflatie op consumentenniveau niet aan de verwachtingen voldoet, zou USD/JPY de 110,70 kunnen breken en een nieuw dieptepunt over een maand kunnen bereiken. EUR/USD testte en doorbrak donderdag de 1,16. De beweging werd voornamelijk aangedreven door de Amerikaanse dollar, maar de bezorgdheid van de ECB over wereldwijde risico's gaf de euro ook geen steun. De uitverkoop deed zich voor kort nadat een 1,16 optie ter waarde van 823 miljoen afliep.
Behalve de U.S. dollar staan vrijdag ook het pond sterling en de Canadese dollar op het spel. Om te beginnen met het pond: het is nu al 8 dagen geleden dat we een koersstijging van GBP/USD zagen. Het pond sterling was dit kwartaal de zwakste valuta en nu het onder het 100-weekse gemiddelde gevallen is, lijkt een verdere daling tot 1,2775 en zelfs 1,26 mogelijk. Maar na zo'n grote val kan ieder vleugje goed nieuws een korte maar krachtige opstoot veroorzaken. Tot nu toe koopt de markt de praatjes over meer aanvaardbare Brexit-voorwaarden niet, maar als het BBP over het tweede kwartaal dat vrijdag uitkomt de verwachtingen overtreft, zou dat de perfecte katalysator kunnen zijn voor een sprong opwaarts. De kans op sterke cijfers is groot, aangezien de consumentenbestedingen en de handelsactiviteit tussen april en juni verbeterd zijn. Afgezien van het BBP staan de industriële productie en de handelsbalans ook gepland voor vrijgave, maar deze zouden kunnen tegenvallen nu de arbeidsvoorwaarden in juli verslechterd zijn.
Na de afgelopen week zowel de boven- als de ondergrens van het recente handelsbereik te hebben getest, wacht USD/CAD duidelijk op een katalysator - mogelijk het Canadese werkgelegenheidsrapport op vrijdag - om tot een uitbraak te komen. De scherpe daling van de olieprijzen op woensdag en de daling van de Canadese obligatierendementen op donderdag lijken USD/CAD in de richting van een opwaartse tendens te duwen. Wij verwachten dat het rapport over de arbeidsmarkt negatieve verrassingen zal opleveren en leiden tot een verdere opmars van USD/CAD. Volgens het IVEY PMI vertraagde de groei van de werkgelegenheid de laatste twee maanden. De gegevens over juni konden deze trend niet weerspiegelen (ze overtroffen de verwachtingen), dus is de kans is groot dat de correlatie tussen tragere banengroei en een zwak IVEY PMI deze maand wel duidelijk naar voren zal komen. Als we gelijk krijgen, zou USD/CAD boven de 1,31 kunnen komen.
De grote gebeurtenis afgelopen nacht was de val van de Nieuw Zeelandse dollar ten opzichte van de Amerikaanse dollar tot een dieptepunt over 2,5 jaar, na de monetaire beleidsbeslissing van de Nieuw Zeelandse Reserve Bank. De RBNZ liet de rentetarieven ongewijzigd maar schoof zijn prognose voor een renteverhoging een jaar vooruit, tot in het derde kwartaal van 2020 in plaats van het derde kwartaal van 2019. Dit is een belangrijke verandering die de bezorgdheid van RBNZ weergeeft dat de groeivertraging langer zou kunnen aanhouden. Hoewel de toon van bankgouverneur Orr op de persconferentie vrij neutraal was, sprak de beslissing boekdelen. NZD werd agressief verkocht, omdat de rentevooruitzichten in schril contrast stonden met het aanscherpende beleid van de Fed, de BoE en binnenkort de BoC. Het volgende steunniveau voor NZD/USD ligt bij 65 cent. De daling van het ondernemersvertrouwen suggereert dat de rapportage van het zakelijk PMI donderdagavond de valuta niet zal helpen. Hoewel AUD/USD donderdag ook een veer moest laten, steeg AUD/NZD naar het hoogste niveau in 9 maanden. De RBA overweegt geen renteverhogingen, maar de positieve opmerkingen van bankgouverneur Lowe hebben AUD beter doen presteren dan NZD. Lowe heeft er vertrouwen in dat de inflatie weer zal oplopen tot 2,5% en is van mening dat in het meest waarschijnlijke scenario de economie het huidige spoor kan volgen. Als de vooruitzichten gunstig blijven, zal de volgende rentewijziging zeker omhoog zijn. De notulen van de RBA-vergadering werden donderdagavond vrijgegeven en weerspiegelden het optimisme van Lowe.