Het ondenkbare is inmiddels niet langer ondenkbaar. We waren er altijd vast van overtuigd dat ons spaargeld voor eeuwig, veilig zou staan. Banken kunnen weliswaar omvallen, maar de overheid zou altijd de kleine spaarder ontzien door waterdichte garanties te geven voor diens geld.
Crisis zorgt voor ophef
Dat is momenteel niet langer het geval. In 2013 zorgde de crisis rond Cyprus voor veel ophef. De schuldenberg die het land (eigenlijk ‘eiland’) had opgebouwd was zo hoog dat er weinig of niets meer aan te doen viel. Er was een bodemloos gat geslagen dat met de beste wil van de wereld niet meer te vullen viel. Een andere oplossing drong zich op.
Na rijp beraad werd besloten om de burgers mee in de arena te trekken. Oorspronkelijk zouden alle Cyprioten de klos zijn maar dat bleek uiteindelijk voor het reddingscomité, bestaande uit de Europese unie, het International Monetary Fund en de Europese centrale bank, toch iets van het goede te veel te zijn.
Uiteindelijk werd de kleine spaarder (maar dan ook alleen maar de heel kleine spaarder) ontzien maar moesten de anderen dokken, zowel buiten- als binnenlanders. De voorzitter van de Eurogroup, de Nederlander Dijsselbloem, liet zich op een onbewaakt moment ontvallen dat zo een voorbeeld was gesteld voor toekomstige crisissen.
Daarmee weten we nu waar we aan toe zijn. Wanneer nog meer landen in de problemen komen, zal jan en alleman mee de ring in getrokken worden. Vluchten kan niet meer, alleen de superrijken hebben nog een vluchtweg richting de belastingparadijzen in de verste uithoeken van de wereld.
Waarschijnlijk is de maatregel bedoeld om van kracht te worden wanneer één of meer grote landen in moeilijkheden komen. Mogelijk wordt daarbij Frankrijk geviseerd want dit land is te groot om te worden overeind gehouden. Een andere factor is dat de geldschieters het stilaan beu zijn om sinterklaas te spelen voor jan en alleman. Het is wachten op de volgende crisis.