De euro lijkt steeds verder te verzwakken en de uitslag van de Italiaanse verkiezingen waarbij de brede rechtse coalitie zo’n 44 procent van de stemmen vergaarde, draagt niet bij aan de feestvreugde. De ECB zit klem tussen het feit dat ze 19 verschillende landen met economieën die op verschillende snelheden draaien, moet dienen. Waar Duitsland en Nederland makkelijker een hogere rente zouden moeten kunnen dragen, geldt dat minder voor landen als Frankrijk, België en Italië. Dat maakt verdere renteverhogingen tot een steeds ingewikkeldere zaak.
De verzwakkende euro zal een doorn in het oog van Christine Lagarde zijn, al is dat officieel niet het probleem van de ECB. De enige taak van de ECB is namelijk prijsstabiliteit. Met een zwakke munt importeer je inflatie, dus daarom lijkt het niet meer dan logisch dat de ECB iets daadkrachtiger zal moeten zijn met het verhogen van de rentetarieven. Tot nu toe is het rentebeleid van de ECB namelijk niet overtuigend, al helemaal niet omdat de balans van de ECB nog niet echt wordt afgebouwd. Overigens houdt de zwakke euro onze industrie wel op de been.
Inmiddels is het vertrouwen van Nederlandse consumenten naar een dieptepunt gedaald. Maar toch blijven we met elkaar wel geld uitgeven, onder andere aan vakanties. Dat valt te verklaren door het feit dat er tijdens de coronapandemie enorm veel gespaard is voor uitgaven die toen niet konden worden gedaan. Dat geld is er dus en wordt uitgegeven nu het weer kan. Ondertussen houden veel mensen inmiddels weer een deel van de maand over als het salaris op is door de hogere kosten voor levensonderhoud.
Wat echter te gemakkelijk wordt vergeten is dat de gemiddelde consument nog steeds niet hard geraakt wordt door de gestegen prijzen. Lang niet iedereen heeft te maken met een ongunstig energiecontract, terwijl er gedaan wordt of dat nu al voor iedereen zou gelden. Als de hoge inflatie langer gaat duren, wordt het natuurlijk wel voor iedereen een probleem. Vakanties zullen dan na verloop minder uitbundig worden, net als de aanschaf van veel duurzame goederen.
Dat wil niet zeggen dat Nederland persé in een recessie terechtkomt. Misschien wel technisch gezien als de economische groei in het derde en vierde kwartaal een krimp laat zien. Er kan ook sprake zijn van een groeivertraging. Aan de andere kant, in het tweede kwartaal bedroeg de economische groei nog 2,6 procent. Van massaontslagen en exponentiële groei van de overheidsuitgaven voor sociale zekerheid is (nog) helemaal geen sprake.
Of er al dan niet een (zware) recessie komt hangt van veel meer factoren af. Dat kunnen bijvoorbeeld zijn: de verkiezingen in de Verenigde Staten, houden de Democraten hun meerderheid en kunnen ze blijven stimuleren, de oorlog in Oekraïne en last but not least de verdere prijsontwikkeling in samenhang met het door de centrale banken ingezette monetaire verkrappingsbeleid. Wat die prijsontwikkeling betreft wordt er een afvlakking van de stijging verwacht. Daarom verwachten wij, zoals al gezegd, hooguit een lichte recessie. Dat hoeft helemaal geen drama te zijn. Sterker nog, dat is mogelijk zelfs noodzakelijk om de opgelopen inflatie weer eens wat te temperen.
Dat gezegd hebbende kunnen we stellen dat de omstandigheden in het verleden nog veel beroerder zijn geweest dan momenteel het geval is. Heel veel beursgenoteerde ondernemingen zijn al die tijden ook goed doorgekomen. Laat je als belegger daarom niet leiden door de waan van de dag, maar beleg gespreid in aandelen van gezonde, sterke bedrijven met prijszettingskracht. Een draai ten positieve vindt altijd volslagen onverwacht plaats en is vaak al een tijdje bezig voor je dat in de gaten krijgt. Het is echter ondoenlijk om te proberen op de bodem te kopen.