We hebben de afgelopen weken een paar keer gezien dat de beurs een klein tikje terugging. Eigenlijk zien we ieder jaar wel een correctie van een procent of tien. Die hebben we tot op heden niet gezien. De stemming lijkt een beetje mat te worden, hoewel beleggers natuurlijk in het merendeel van de gevallen tevreden zullen zijn met het rendement zoals dat tot nu toe is gerealiseerd. Dat wil niet zeggen dat het persé rustig is op de beurs. Het kan namelijk heel onrustig zijn terwijl er toch weinig richting is. De inflatie- en rentevrees zullen naar verwachting de komende maanden tot meer volatiliteit kunnen leiden. Maar, de beweeglijkheid die we nu zien, valt in het niet bij die van vorig jaar. Bovendien moeten beleggers blij zijn dat de markten bewegen, want anders zouden ze ook nooit kunnen stijgen en daarvoor beleggen we, nietwaar? Wie daar niet tegen kan, moet niet aan beleggen beginnen.
Het is overigens een misvatting dat je met beleggen snel geld moet verdienen. Een goede belegger maakt een plan en houdt zich daaraan. Als je genoeg buffers achter de hand hebt voor de korte termijn, hoef je niet zenuwachtig te worden van de waardeschommelingen van je effectenportefeuille. Je moet niet proberen de markt te timen of achter de kudde aan te hollen. Dat kost uiteindelijk meer rendement dan dat je er af en toe mee lijkt te besparen. Het is nog steeds zo dat niet belegd zitten vaak meer kost dan een tussentijdse beursdaling. Bovendien heelt de tijd alle beursdalingen, al heb je wel een buffer nodig om die tijd te overbruggen.
Je moet accepteren dat de waarde van je beleggingen bij tijd en wijle daalt. Maar, als je als belegger goed gespreid zit in zowel solide waarde- als groeiaandelen hoef je niet zo bang te zijn. Dan ben je, als het goed is, namelijk ook belegd in aandelen van ondernemingen die van een stijgende inflatie (en eventueel stijgende rente) kunnen profiteren. Die vormen dan een tegenwicht tegen technologieaandelen die eventueel onder druk kunnen komen te staan. Het is volgens ons ten onrechte dat er steeds gezegd wordt dat vooral technologie last zal hebben van een oplopende inflatie. Techstocks (FANG) hebben namelijk door de bank genomen weinig tot geen schulden en maken veel meer winst dan heel veel aandelen uit de ‘oude’ economie. Gecombineerd met het feit dat ze een sterke marktpositie hebben, maakt het ze juist minder kwetsbaar voor een rentestijging.
Huisje, boompje, beestje
Hoewel een aantal indicatoren voor de economische groei vooral in de Verenigde Staten wat aan het afvlakken is zagen we gisteren dat de Amerikaanse huizenprijzen, net als in Nederland, doorstijgen. De Case-Shiller index liet zien dat de huizenprijzen in de tien grootste Amerikaanse regio’s in maart op jaarbasis met maar liefst 12,8 procent zijn gestegen. Op maandbasis bedroeg de prijsstijging 1,2 procent. Dit proces is al tijden aan de gang en beperkt zich niet alleen tot de Verenigde Staten. In Nederland werd vorige week bekend dat er afgelopen maand sprake was van een recordprijsstijging. Hier steeg de huizenprijs ten opzichte van een jaar geleden met 11,5 procent. Dat wordt zo onderhand wel een punt van zorg, meer nog dan de eventuele overwaardering van de aandelenmarkten waar een aantal analisten al een tijdje bang voor is. Het dieptepunt op de huizenmarkt waarvan sprake was in de nasleep van de kredietcrisis en eigenlijk daarvan de oorzaak was, lijkt daarmee ver verleden tijd.
Marktdominantie aan banden?
Techreuzen Alphabet (NASDAQ:GOOGL) en Amazon (NASDAQ:AMZN) hebben het weer eens aan de stok met de mededingingsautoriteiten. Duitsland gaat onderzoeken of Google zijn dominante marktpositie misbruikt, het concurrenten (te) moeilijk maakt en of gebruikers wel genoeg keuzemogelijkheden hebben. Het is natuurlijk iets dat al jaren speelt. Maar, sinds begin dit jaar is er in Duitsland een nieuwe wet in werking getreden waarmee de Duitse mededingingsautoriteiten meer mogelijkheden hebben om de grote techbedrijven aan te pakken. De tijd zal leren wat voor impact dat krijgt. Beleggers in Alphabet lagen er in ieder geval nog niet wakker van.
Amazon wordt wat betreft marktdominantie ondertussen op de korrel genomen door het Amerikaanse openbaar ministerie van Washington DC. Die laatste beschuldigt Amazon ervan dat de onderneming haar dominante marktpositie misbruikt en externe verkopers vaste tarieven oplegt om zo te voorkomen dat deze verkopers hun producten op andere platforms tegen lagere prijzen kunnen aanbieden. Amazon op haar beurt, zegt dat er van zulke praktijken helemaal geen sprake is. Californië, New York en de staat Washington hebben al eerder onderzoek gedaan naar de vermeende prijsafspraken van Amazon, maar daar zijn (nog) geen maatregelen uit voortgekomen. Ook hier waren beleggers niet onder de indruk.