Het is alweer bijna twee jaar geleden, dat president Trump werk maakte van een ingrijpende belastingherziening in de VS. Een van de onderliggende gedachtes was, dat grotere uitgaven door het bedrijfsleven de stijgende overheidstekorten zouden compenseren.
Belastingverlaging voor meer investeringen
De gedachte was simpel. Bedrijven zouden hun besparingen op belastinguitgaven aanwenden om meer mensen in dienst te nemen, hun verouderde infrastructuur op de schop nemen en expanderen naar nieuwe markten. Dat zou goed uitpakken voor de economie van de VS. Een optimistisch ministerie van financiën dacht dat alles $ 1,18 biljoen extra aan economische groei zou opleveren. Er waren echter weinig analisten op Wall Street die dat optimisme deelden.
Positieve effecten van belastingverlaging van korte duur
In één opzicht voldeed het bedrijfsleven aan de verwachtingen. De uitgaven voor investeringen stegen in 2018 met 11% dankzij de gestegen winsten. Maar die positieve trend lijkt van korte duur. In 2019 zakt die groei terug naar een bescheiden 3%. Dat moet beleggers toch te denken geven. Investeringen zullen weinig doen om de huidige economische cyclus te ondersteunen. Los daarvan is de geringe investeringslust reden tot grote zorg. Aandelenkoersen blijven stijgen en de rente blijft maar dalen. Geld is nagenoeg gratis en toch willen bedrijven maar niet investeren.
Investeringen zijn indicatie van winstgevendheid van morgen
Investeringen zijn belangrijk, omdat ze een indicatie geven van de winstgevendheid van morgen. Om het simpel te houden: een nieuwe fabriek produceert morgen meer producten. Betere machines produceren efficiënter. Verkopen stijgen en kosten gaan omlaag. Uiteindelijk zullen aandelenkoersen stijgen. Het omgekeerde is echter ook waar. Als bedrijven niet investeren, daalt de productiviteit. Dat is slecht voor de economische groei en uiteindelijk voor aandelenkoersen. Om de zaken nog erger te maken, de effecten van een belastingverlaging worden geleidelijk aan minder en daarmee ook hun impact op uitgaven voor investeringen. Dat vertaalt zich alweer in neerwaartse bijstellingen voor groei en winstgevendheid.
Natuurlijk kan de centrale bank een handje ten positieve helpen door de rente te gaan verlagen. Beleggers lijken er vast van overtuigd dat de Fed en de ECB nog dit jaar in actie komen. Maar dan nog is alle leed niet geleden. Het verleden heeft geleerd dat een verlaging van de rente amper invloed heeft op het niveau van investeringen en het is ook allerminst vanzelfsprekend dat koersen gaan stijgen.
Eigen aandelen inkopen
Het is ook niet onlogisch dat bedrijven niet zoveel investeren. Het is onduidelijk in welke richting de wereldeconomie gaat. Ook de handelsoorlog draagt niet bij aan de investeringsbereidheid. De consequenties van de tarievenoorlog laten zich maar moeilijk inschatten. Maar wat doen bedrijven dan wel met hun belastingbesparingen? Ze kopen op grote schaal eigen aandelen in en steunen op die manier de koers van het aandeel. Het is niet vreemd dat beleggers dol zijn op dit soort programma’s. In 2018 gaven Amerikaanse bedrijven ruim $ 800 miljard uit aan het terugkopen van eigen aandelen. In dit jaar zal het waarschijnlijk een nog hoger bedrag zijn.
Terugkoopprogramma’s?
Los van de blijdschap bij beleggers, kun je vraagtekens zetten bij deze massieve terugkoopprogramma’s. Zijn ze eigenlijk ook niet een bewijs dat het bedrijven simpelweg aan ideeën ontbreekt? Het mag dan ook niet vreemd zijn dat steeds meer politici aandacht aan dit verschijnsel besteden en er hun eigen gedachten over ventileren. Nog in februari van dit jaar haalde senator Bernie Sanders hard uit naar deze corporate zelfgenoegzaamheid. Hij vroeg zich af waarom bedrijven niet en masse het minimumloon naar $ 15 verhogen en wat meer investeerden in zaken als ouderschapsverlof.
Toenemende (politieke) kritiek op bedrijven
Met de verkiezingen van 2020 alweer in zicht richten vooral democratische presidentskandidaten hun pijlen meer een meer op het bedrijfsleven en de financiële sector. Ze vragen zich steeds nadrukkelijker af waarom de modale burger niet heeft geprofiteerd van de belastingverlagingen. Het bedrijfsleven houdt zich tot nu toe doof en maakt zich zo alleen nog maar meer schietschijf van een groeiende publieke en politieke woede. Het is een proces, dat voor elke Nederlander die weleens een krant leest, heel herkenbaar is. Na meer dan twintig jaar van onafgebroken bewieroking weten bedrijven absoluut niet meer wat ze aan moeten met kritiek van buitenaf. De rekening zal alleen maar hoger uitvallen!